ECLI:NL:RVS:2016:770

Raad van State

Datum uitspraak
21 maart 2016
Publicatiedatum
23 maart 2016
Zaaknummer
201506624/4/A3 en 201506630/4/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • H.G. Lubberdink
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • A.B.M. Hent
  • Th.C. van Sloten
  • J.J. Reuveny
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de staatsraad in bestuursrechtelijke zaken

Op 3 maart 2016 vond de openbare behandeling plaats van de bestuursrechtelijke zaken met de nummers 201506624/3/A3 en 201506630/3/A3. Tijdens deze zitting heeft de verzoeker, wonend te [woonplaats], verzocht om wraking van de staatsraad, mr. H.G. Lubberdink, die als lid van de enkelvoudige kamer belast was met de behandeling van deze zaken. De verzoeker stelde dat mr. Lubberdink een collega is van mr. C.J. Borman, die volgens de verzoeker op ontoelaatbare wijze wijzigingen had aangebracht in het proces-verbaal van een eerdere zitting en deze zaken onzorgvuldig had behandeld. De verzoeker was van mening dat dit een schending van de rechterlijke onpartijdigheid inhield.

De staatsraad heeft echter niet ingestemd met de wraking en heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord. Op 16 maart 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de verzoeker gehoord over het wrakingsverzoek. De Afdeling overwoog dat het verzoek om wraking niet kon worden toegewezen, omdat de argumenten van de verzoeker niet specifiek genoeg waren en niet wezenlijk betrekking hadden op de onpartijdigheid van de staatsraad. De stellingen van de verzoeker waren te algemeen en niet gericht op de persoon van de staatsraad.

Uiteindelijk heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 21 maart 2016 het verzoek om wraking afgewezen. De beslissing werd vastgesteld door de voorzitter, mr. M.G.J. Parkins-de Vin, en de leden mr. A.B.M. Hent en mr. Th.C. van Sloten, in tegenwoordigheid van griffier mr. J.J. Reuveny. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

201506624/4/A3 en 201506630/4/A3.
Datum beslissing: 21 maart 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om wraking (artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van mr. H.G. Lubberdink (hierna: de staatsraad) als lid van de enkelvoudige kamer belast met behandeling van de zaken nrs. 201506624/3/A3 en 201506630/3/A3.
Procesverloop
Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 3 maart 2016 van de zaken nrs. 201506624/3/A3 en 201506630/3/A3 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van de staatsraad.
De staatsraad heeft niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft [verzoeker] op 16 maart 2016 over het wrakingsverzoek gehoord. De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Overwegingen
1. Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. [verzoeker] heeft verzocht om wraking van de staatsraad, omdat hij een collega is van mr. C.J. Borman. Laatstgenoemde heeft volgens hem op ontoelaatbare wijze wijzigingen aangebracht in het proces-verbaal van de zitting in de zaken nrs. 201304871/1/A3 en 201304872/1/A3 en die zaken onzorgvuldig behandeld. Het is volgens [verzoeker] algemeen bekend dat wanneer een persoon binnen een organisatie regels niet naleeft, anderen binnen die organisatie dat ook niet zullen doen.
2.1. Dit betoog, wat daarvan overigens ook zij, kan niet leiden tot toewijzing van het verzoek om wraking. Het ziet niet op feiten of omstandigheden die verband houden met de rechterlijke onpartijdigheid van de staatsraad, maar is een algemene, niet op de persoon van de rechter toegespitste, stelling. Het is daarom geen feit of omstandigheid waardoor de rechterlijke onpartijdigheid van de staatsraad schade zou kunnen lijden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. Th.C. van Sloten, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Reuveny, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Reuveny
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 maart 2016
622.