201504787/1/A2.
Datum uitspraak: 13 januari 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging Vereniging voor Protestants-Christelijk Basisonderwijs, gevestigd te Bolsward, gemeente Súdwest-Fryslân,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 mei 2015 in zaak nr. 14/4313 in het geding tussen:
de vereniging
en
het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân.
Procesverloop
Bij besluit van 3 maart 2014 heeft het college de vereniging medegedeeld dat de kosten van uitvoeringsbegeleiding in verband met de toegekende voorziening in de huisvesting tot een bedrag van € 3.580,00 worden vergoed.
Bij besluit van 19 augustus 2014 heeft het college het door de vereniging daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 3 maart 2014 herroepen en bepaald dat de kosten van uitvoeringsbegeleiding tot een bedrag van € 13.599,81 worden vergoed.
Bij uitspraak van 6 mei 2015 heeft de rechtbank het door de vereniging daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vereniging hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De vereniging en het college hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 november 2015, waar de vereniging, vertegenwoordigd door R. Bijma, werkzaam bij Adviesbureau Bijma, en het college, vertegenwoordigd door J. Schoonoort en C. Hofstee, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij besluit van 12 november 2013 heeft het college op aanvraag van de vereniging een voorziening voor aanpassing van een bestaand lokaal van de school "De Bron" in het Programma en Overzicht onderwijshuisvesting 2014 opgenomen.
Bij besluit van 7 januari 2014 heeft het college gedeeltelijk ingestemd met het door de vereniging ingediende bouwplan.
De toegekende voorziening in de huisvesting omvat de verbouwing van een bestaand lokaal voor handvaardigheid, dat tevens in gebruik is als magazijn en technische ruimte voor de patchkast en de telefooncentrale, tot leslokaal, alsmede het aanpassen van een overdekte patio en de verplaatsing van de patchkast en de telefooncentrale. De uitvoering van deze voorziening is gecombineerd met een afzonderlijk door het college toegekende voorziening, inhoudende het vervangen van voegwerk in de gevel.
Bij het besluit van 3 maart 2014 heeft het college de vereniging medegedeeld dat de kosten van uitvoeringsbegeleiding tot een bedrag van € 3.580,00 voor vergoeding in aanmerking komen, zijnde 10% van het totale bedrag aan uitvoeringskosten van € 35.803,00 waarvoor door de vereniging om vergoeding is verzocht.
In het besluit op bezwaar van 19 augustus 2014 heeft het college het beschikbaar gestelde bedrag voor de kosten van uitvoeringsbegeleiding verhoogd tot € 13.599,81. Het college heeft de kosten van technische ondersteuning vergoed op basis van feitelijk gemaakte kosten. De door de vereniging gemaakte kosten voor procedurele ondersteuning door Adviesbureau Bijma voor scholen, ten bedrage van in totaal € 7.624,80, komen volgens het college niet voor vergoeding in aanmerking, omdat schoolbesturen hiervoor binnen het bekostigingsstelsel voor het basisonderwijs een vergoeding van het Rijk ontvangen.
De rechtbank heeft het standpunt van het college gevolgd.
2. Ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, zoals deze gold ten tijde van belang (hierna: de WPO), draagt het college ten behoeve van de door de gemeente in stand gehouden scholen en ten behoeve van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen zorg voor de voorzieningen in de huisvesting op het grondgebied van de gemeente overeenkomstig het bepaalde in deze afdeling.
Ingevolge artikel 92, eerste lid, aanhef en onder b, wordt voor de toepassing van deze afdeling onder voorzieningen in de huisvesting begrepen:
[…]
b. voorzieningen, bestaande uit:
1o. aanpassingen […], en
2o. vervanging binnenkozijnen en binnendeuren inclusief hang- en sluitwerk, […] , alsmede onderhoud aan de buitenzijde van het gebouw met uitzondering van het buitenschilderwerk;
[…].
Ingevolge artikel 100, eerste lid, wordt een voorziening in de huisvesting slechts geweigerd, indien:
a. de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van artikel 92,
[…].
Ingevolge artikel 113, derde lid, worden programma's van eisen vastgesteld voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van de scholen.
Ingevolge artikel 114 worden de programma's van eisen, bedoeld in artikel 113, derde lid, onderverdeeld in programma's van eisen omtrent:
[…]
e. administratie, beheer en bestuur.
Ingevolge artikel 134, eerste lid, verstrekt het Rijk jaarlijks aan het bevoegd gezag bekostiging ten behoeve van de materiële instandhouding waarop de programma's van eisen, bedoeld in artikel 114, betrekking hebben.
3. In geschil is het bedrag van € 7.624,80 aan kosten van procedurele ondersteuning. Deze kosten betreffen advies- en begeleidingskosten. In hoger beroep is niet in geschil dat deze kosten geen kosten van technische ondersteuning vormen.
4. De vereniging betoogt dat de rechtbank ten onrechte tot het oordeel is gekomen, dat de kosten van procedurele ondersteuning geen deel uitmaken van de verleende voorziening in de huisvesting. De vereniging stelt dat de kosten zijn gemaakt voor de inschakeling van een projectmanager. Volgens haar behoren deze kosten tot de uitvoeringskosten van de voorziening en vallen deze kosten niet onder de jaarlijkse vergoeding voor administratie beheer en bestuur, die onderdeel is van de bekostiging die scholen van het Rijk ontvangen. Daarbij is de rechtbank volgens de vereniging ten onrechte voorbijgegaan aan hetgeen ter zake in het advies van de zogeheten werkgroep Londo is vermeld. Verder wijst de vereniging op een overgelegde publicatie van de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG), waaruit volgens haar blijkt dat de kosten van een projectmanager behoren tot de voorziening in de huisvesting.
4.1. Volgens het beroepschrift hebben de kosten van procedurele ondersteuning, dan wel kosten van een projectmanager, in het geval van de vereniging betrekking op advies en begeleiding in verband met de aanvraagprocedure, overleg met de gemeente, beoordelen van de besluitvorming door de gemeente, uitvoeringsprocedure, beantwoorden van vragen van de gemeente en overleg met de architect. De rechtbank heeft terecht overwogen dat deze werkzaamheden behoren tot het normatieve takenpakket van het bestuur van de school. De gedeclareerde werkzaamheden in het kader van procedurele ondersteuning zijn niet noodzakelijk voor de feitelijke realisering van de voorziening in de huisvesting en hoeven niet door het college te worden vergoed. Het door de vereniging aangevoerde advies van de werkgroep Londo is, wat daar verder ook van zij, hierbij niet bepalend.
Voorts is van belang dat, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, de in het beroepschrift genoemde werkzaamheden zijn betrokken bij de bekostiging voor de materiële instandhouding die de vereniging van het Rijk ontvangt. Op basis van de ingevolge artikel 113, derde lid, en artikel 114 van de WPO vastgestelde programma’s van eisen, die de grondslag vormen voor de Rijksbekostiging ten behoeve van de materiële instandhouding, ontvangt de vereniging voor administratie, beheer en bestuur een vergoeding van het Rijk. Hierin is een financiële component voor bestuurskosten en deskundigenadvies begrepen (zie in dit verband de Regeling vaststelling programma’s van eisen PO en (V)SO en bekostiging materiële instandhouding samenwerkingsverband 2012), zodat de Rijksbekostiging mede strekt tot financiering van de in geding zijnde uitgaven.
De overgelegde VNG-publicatie heeft betrekking op de bouw van een nieuwe school en vermeldt de rol van een projectmanager. Daargelaten de juridische status van deze publicatie, is hierin niet vermeld hoe projectmanagement bekostigd wordt.
De vereniging beroept zich tevergeefs op de uitspraak van de Afdeling van 28 juli 2010 in zaak nr. 201000763/1/H2. Die zaak had betrekking op de kosten van data-infrastructuur bij nieuwbouw van een school en is niet vergelijkbaar met deze zaak. Aan die uitspraak komt daarom in dit geval geen betekenis toe.
De conclusie is dat de kosten van procedurele ondersteuning, waarvoor om vergoeding is verzocht, niet behoren tot de kosten van de toegekende voorziening in de huisvesting. De rechtbank heeft met juistheid geoordeeld dat het college deze kosten terecht niet voor vergoeding in aanmerking heeft gebracht.
Het betoog faalt.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.M.A. Koster, griffier.
w.g. Borman w.g. Koster
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 januari 2016
710.