ECLI:NL:RVS:2016:562

Raad van State

Datum uitspraak
2 maart 2016
Publicatiedatum
2 maart 2016
Zaaknummer
201406206/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013 en beroep tegen de vaststelling door de raad van de gemeente Arnhem

In deze zaak gaat het om de vaststelling van het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" door de raad van de gemeente Arnhem op 30 juni 2014. Appellant sub 1 en AVB Vastgoed B.V. hebben tegen dit besluit beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 13 mei 2015 behandeld. In een eerdere uitspraak van 8 juli 2015 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken de geconstateerde gebreken in het besluit te herstellen. De raad heeft vervolgens op 28 september 2015 het bestemmingsplan opnieuw vastgesteld, maar de appellanten hebben hun zienswijze ingediend. De Afdeling heeft overwogen dat het besluit van 30 juni 2014 onvoldoende gemotiveerd was, met name ten aanzien van de bestemming "Wonen" en de aanduiding "parkeerterrein". De beroepen van de appellanten zijn gegrond verklaard, en het besluit van 30 juni 2014 is vernietigd. De Afdeling heeft het beroep van appellant sub 1 tegen het besluit van 28 september 2015 ongegrond verklaard, omdat de raad aan de bezwaren van AVB Vastgoed B.V. tegemoet is gekomen. De raad is veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierechten aan beide appellanten.

Uitspraak

201406206/2/R2.
Datum uitspraak: 2 maart 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Arnhem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AVB Vastgoed B.V., gevestigd te Arnhem,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Arnhem,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 30 juni 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en AVB Vastgoed beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
AVB Vastgoed heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 mei 2015, waar onder meer [appellant sub 1] en AVB Vastgoed, beide vertegenwoordigd door mr. I.E. Nauta, advocaat te Enschede, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.H.W. van Loo en R.L.H. Slippens, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Bij uitspraak van 8 juli 2015 in zaak nr. 201406206/1/R2, voor zover thans van belang, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken na verzending van deze uitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 30 juni 2014 te herstellen. Deze uitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 28 september 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" geheel opnieuw vastgesteld.
[appellant sub 1] en AVB Vastgoed zijn in de gelegenheid gesteld om een zienswijze over het besluit van 28 september 2015 naar voren te brengen. Zij hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft in de uitspraak van 8 juli 2015 naar aanleiding van het beroep van [appellant sub 1] overwogen dat het besluit van 30 juni 2014 onvoldoende is gemotiveerd, voor zover de raad aan het pand aan de [locatie 1] de bestemming "Wonen" met de aanduiding "maatschappelijk" heeft toegekend.
Ten aanzien van het beroep van AVB Vastgoed heeft de Afdeling overwogen dat het besluit van 30 juni 2014 in strijd is met de bij het nemen van een besluit te betrachten zorgvuldigheid voor zover in artikel 12, lid 12.1, van de planregels niet is bepaald dat de gronden ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" mogen worden gebruikt voor parkeren alsmede voor zover het bestaande hekwerk waarmee het parkeerterrein op het perceel[locatie 2] wordt afgesloten niet als zodanig is bestemd. Voorts heeft de Afdeling ten aanzien van het beroep van AVB Vastgoed B.V. overwogen dat door de raad onvoldoende is gemotiveerd dat het gebruik ten behoeve van een parkeerterrein kan worden geschaard onder de term "verblijfsgebieden" als bedoeld in artikel 16, lid 16.1, onder c, van de planregels.
2. Gelet hierop zijn de beroepen van [appellant sub 1] en AVB Vastgoed tegen het besluit van 30 juni 2014 gegrond.
Dit besluit dient wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene Wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd voor zover het betreft de aanduiding "maatschappelijk" die is toegekend aan de gronden ter plaatse van het perceel [locatie 1], voor zover in artikel 12, lid 12.1, van de planregels niet is bepaald dat de gronden ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" mogen worden gebruikt voor parkeren, voor zover ter plaatse van de bestemming "Tuin" met de aanduiding "parkeerterrein" het bestaande hekwerk waarmee het parkeerterrein op het perceel[locatie 2] wordt afgesloten niet als zodanig is bestemd alsmede voor zover het betreft artikel 16, lid 16.1, onder c, van de planregels.
3. In de uitspraak van 8 juli 2015 heeft de Afdeling de raad opgedragen de geconstateerde gebreken in het besluit van 30 juni 2014 te herstellen binnen 20 weken na verzending van deze uitspraak.
De raad diende daartoe:
- met inachtneming van hetgeen in overweging 22 van de tussenuitspraak is overwogen alsnog toereikend te motiveren waarom hij het toekennen van de aanduiding "kantoor" ter plaatse van het perceel [locatie 1] niet aanvaardbaar acht, dan wel het besluit te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling;
- met inachtneming van overweging 29 van de tussenuitspraak artikel 12, lid 12.1, van de planregels zodanig aan te passen dat daarin wordt bepaald dat de gronden met de bestemming "Tuin" ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" mogen worden gebruikt voor parkeren;
- met inachtneming van overweging 30 van de tussenuitspraak alsnog toereikend te motiveren dat het parkeren zoals dat plaatsvindt op het bestaande parkeerterrein op het perceel[locatie 2] kan worden geschaard onder de term "verblijfsgebied" als bedoeld in artikel 16, lid 16.1, van de planregels, dan wel het besluit te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling;
- met inachtneming van overweging 31 van de tussenuitspraak het plan zodanig aan te passen dat het bestaande hekwerk ter plaatse van het perceel[locatie 2] als zodanig is bestemd.
4. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 28 september 2015 het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" opnieuw gewijzigd vastgesteld. Daarbij heeft hij:
- aan het perceel aan de [locatie 1] de aanduiding "kantoor" toegekend;
- in artikel 12, lid 12.1, onder d, van de planregels opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" parkeervoorzieningen zijn toegestaan;
- in artikel 16, lid 16.1, onder c, van de planregels opgenomen dat onder verblijfsgebieden mede parkeervoorzieningen worden verstaan;
- aan het perceel aan de[locatie 2] ter plaatse van de bestemming "Tuin" met de aanduiding "parkeerterrein" de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - 1" toegekend en in artikel 12, lid 12.2, onder b, van de planregels opgenomen dat in afwijking van het bepaalde in sub a ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - 1" een hekwerk mag worden opgericht met een maximum bouwhoogte van 2,5 meter.
5. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb heeft een beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
6. Het beroep van [appellant sub 1] wordt geacht mede te zijn gericht tegen het besluit van 28 september 2015 waarbij de raad het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" geheel opnieuw heeft vastgesteld.
[appellant sub 1] heeft in zijn zienswijze te kennen gegeven dat hij zich met het besluit van 28 september 2015 kan verenigen voor zover met dit besluit aan het pand aan de [locatie 1] de aanduiding "kantoor" is toegekend. Gelet hierop wordt het van rechtswege ontstane beroep van [appellant sub 1] in zoverre geacht te zijn ingetrokken.
Met het besluit van 28 september 2015 is het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" zoals dat op 30 juni 2014 was vastgesteld voor het overige niet gewijzigd. Ten aanzien van de beroepsgrond die [appellant sub 1] met betrekking tot de uitsterfregeling voor parkeren in de voortuin heeft aangevoerd, welke wordt geacht mede te zijn gericht tegen het besluit van 28 september 2015, ziet de Afdeling thans geen aanleiding anders te oordelen dan zij in de tussenuitspraak heeft gedaan.
7. De raad is met het besluit van 28 september 2015 geheel tegemoet gekomen aan het beroep van AVB Vastgoed B.V. Gelet op het bepaalde in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb, is daarom geen beroep van rechtswege ontstaan tegen het besluit van 28 september 2015 waarbij de raad het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" opnieuw heeft vastgesteld.
8. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen van [appellant sub 1] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AVB Vastgoed B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Arnhem van 30 juni 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Arnhem van 30 juni 2014 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013", voor zover het betreft:
a. de aanduiding "maatschappelijk" die is toegekend aan de gronden ter plaatse van het perceel aan de [locatie 1];
b. artikel 12, lid 12.1, van de planregels voor zover niet is bepaald dat de gronden ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" mogen worden gebruikt voor parkeren;
c. de bestemming "Tuin" met de aanduiding "parkeerterrein" voor zover het bestaande hekwerk waarmee het parkeerterrein op het perceel[locatie 2] wordt afgesloten niet als zodanig is bestemd;
d. artikel 16, lid 16.1, onder c, van de planregels.
III. verklaart het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van de raad van de gemeente Arnhem van 28 september 2015, waarbij het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" geheel opnieuw is vastgesteld, ongegrond;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Arnhem tot vergoeding van bij [appellant sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.240,00 (zegge: twaalfhonderdveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
veroordeelt de raad van de gemeente Arnhem tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AVB Vastgoed B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.240,000 (zegge: twaalfhonderdveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Arnhem aan [appellant sub 1] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage € 165,00 (zegge: honderdvijfenzestig euro) vergoedt;
gelast dat de raad van de gemeente Arnhem aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AVB Vastgoed B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage € 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) vergoedt;
Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven, voorzitter, en mr. F.C.M.A. Michiels en mr. F.D. van Heijningen, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.C.V. Fenwick, griffier.
w.g. Van Ettekoven w.g. Fenwick
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 maart 2016
608.