ECLI:NL:RVS:2016:3523
Raad van State
- Hoger beroep
- M.G.J. Parkins-de Vin
- C.J. Borman
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake de afwijzing van een asielaanvraag van een vreemdeling uit de Democratische Republiek Congo
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 4 december 2015 een asielaanvraag van een vreemdeling uit de Democratische Republiek Congo (DRC) had goedgekeurd. De vreemdeling, afkomstig uit Zuid-Kivu en behorend tot de Banyamulenge, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 12 maart 2015 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd dat de vreemdeling een vestigingsalternatief had in Kinshasa, en dat de vreemdeling zich daar als alleenstaande vrouw zou kunnen staande houden.
De staatssecretaris ging in hoger beroep en betoogde dat de rechtbank niet had onderkend dat het beleid duidelijk maakt waarom er onderscheid wordt gemaakt tussen vreemdelingen met een geloofwaardig en een ongeloofwaardig asielrelaas. De staatssecretaris stelde dat de vreemdeling, wiens asielrelaas ongeloofwaardig was bevonden, zich in Kinshasa kon vestigen, en dat de rechtbank onvoldoende had onderbouwd waarom dit niet mogelijk zou zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de staatssecretaris deugdelijk had gemotiveerd dat de vreemdeling een vestigingsalternatief had in Kinshasa en dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de staatssecretaris ondeugdelijk had gemotiveerd dat de vreemdeling zich daar kon handhaven.
De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de motivering van de staatssecretaris bij het tegenwerpen van een vestigingsalternatief aan vreemdelingen met een ongeloofwaardig asielrelaas.