ECLI:NL:RVS:2016:3519
Raad van State
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over bestemmingsplan Dorpskernen III door de raad van de gemeente Medemblik
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 28 september 2016 uitspraak gedaan op het verzet van de raad van de gemeente Medemblik tegen een eerdere uitspraak van 7 september 2016. In die eerdere uitspraak werd het beroep van een appellante uit Andijk gegrond verklaard, omdat de raad niet tijdig een besluit had genomen over het bestemmingsplan "Dorpskernen III". De Afdeling had de raad opgedragen om uiterlijk op 6 oktober 2016 een besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. De raad heeft echter in verzet aangevoerd dat het niet mogelijk is om aan deze opdracht te voldoen, omdat het besluit naar verwachting wijzigingen ten opzichte van het ontwerpplan zal bevatten. Volgens de raad is het in overeenstemming met artikel 3.8, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening niet mogelijk om het besluit binnen zes weken na vaststelling bekend te maken als er wijzigingen zijn aangebracht.
De Afdeling heeft vastgesteld dat de raad inderdaad niet kan voldoen aan de opdracht uit de eerdere uitspraak, omdat het artikel 3.8, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening dit verzet. Hierdoor is geoordeeld dat de eerdere uitspraak van 7 september 2016 niet op de juiste wijze is afgehandeld. Het verzet is gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak is vervallen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.