ECLI:NL:RVS:2016:3445
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- G. van der Wiel
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake asielaanvragen van vreemdelingen
In deze zaak gaat het om hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 26 juli 2016. De rechtbank had de aanvragen van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gegrond verklaard en de besluiten van de staatssecretaris vernietigd. De staatssecretaris had op 28 juni 2016 de aanvragen van de vreemdelingen afgewezen. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. A. de Raad, hebben verweerschriften ingediend tegen het hoger beroep van de staatssecretaris.
In het hoger beroep inzake vreemdeling 1 heeft de staatssecretaris geklaagd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat vreemdeling 1 zou kunnen terugkeren naar Al Nasiriyah. De Raad van State oordeelt dat het aan vreemdeling 1 is om aannemelijk te maken dat terugkeer niet van hem kan worden verlangd. De staatssecretaris heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat vreemdeling 1 niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een extra veiligheidsrisico loopt bij terugkeer naar Irak.
In het hoger beroep inzake vreemdeling 2 heeft de staatssecretaris terecht geklaagd dat de rechtbank ondeugdelijk heeft gemotiveerd dat vreemdeling 2 als soenniet bij terugkeer naar Irak geen reëel risico loopt op ernstige schade. De Raad van State oordeelt dat de rechtbank onbestreden heeft overwogen dat vreemdeling 2 niet wegens zijn individuele omstandigheden een dergelijk risico loopt. De grieven van de staatssecretaris slagen in beide zaken.
De Raad van State vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart de beroepen van de vreemdelingen ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 23 december 2016.