ECLI:NL:RVS:2016:3385
Raad van State
- Herziening
- C.J. Borman
- A.W.M. Bijloos
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak inzake openbaarmaking van bezoldigingspercentages door het college van gedeputeerde staten van Zeeland
Op 21 december 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 5 augustus 2015. In die eerdere uitspraak werden de hoger beroepen van verzoeker A, verzoeker B, verzoeker C, verzoeker D en verzoeker E ongegrond verklaard. De zaak betrof de weigering van het college van gedeputeerde staten van Zeeland om bepaalde bezoldigingspercentages, vermeld in vertrekovereenkomsten met twee directeuren, openbaar te maken. De rechtbank Oost-Brabant had in die eerdere uitspraak geoordeeld dat deze weigering terecht was.
De verzoekers hebben de Afdeling verzocht om herziening op basis van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. De verzoekers stelden dat de eerdere uitspraak onjuist was, maar de Afdeling oordeelde dat zij niet aannemelijk hadden gemaakt dat de door hen aangevoerde feiten en omstandigheden niet eerder bekend waren.
De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. Daarom werd het verzoek tot herziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal trio, met mr. C.J. Borman als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.