ECLI:NL:RVS:2016:3286

Raad van State

Datum uitspraak
5 december 2016
Publicatiedatum
12 december 2016
Zaaknummer
201508553/3/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen wijziging bestemmingsplan Karekietpark door gemeente Purmerend

Op 5 december 2016 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin meerdere appellanten, wonend te Purmerend, beroep hebben ingesteld tegen een besluit van de raad van de gemeente Purmerend. Dit besluit, genomen op 26 mei 2016, betreft de wijziging van het bestemmingsplan "Horizon-/Regiocollege Karekietpark 2015". De appellanten zijn tegen de bouw van een onderwijsgebouw voor twee MBO-scholen in het Karekietpark. De Raad van State heeft de beroepen van de appellanten niet-ontvankelijk verklaard. De reden hiervoor is dat de appellanten geen beroep hebben ingesteld tegen een eerder besluit van 1 oktober 2015, waar het huidige besluit op voortbouwt. De wijziging die op 26 mei 2016 is doorgevoerd, betreft een aanpassing van het bebouwingspercentage en de toevoeging van een parkeernorm, maar brengt de appellanten niet in een nadeliger positie ten opzichte van het eerdere besluit. De Raad van State concludeert dat de appellanten niet hebben aangetoond dat zij redelijkerwijs niet in staat waren om beroep in te stellen tegen het eerdere besluit. Daarom zijn de beroepen niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201508553/3/R1.
Datum uitspraak: 5 december 2016 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: 1. [appellante sub 1] en anderen, wonend te Purmerend,
2. [appellante sub 2A] en [appellant sub 2B], wonend te Purmerend,
3. [appellant sub 3A] en [appellante sub 3B], wonend te Purmerend,
4. [appellante sub 4], wonend te Purmerend,
5. [appellant sub 5] en anderen, wonend te Purmerend, en de raad van de gemeente Purmerend,
verweerder. Openbare zitting gehouden op 5 december 2016 om 13.00 uur. Tegenwoordig:
Staatsraad mr. W.D.M. van Diepenbeek voorzitter
Staatsraad mr. J.C. Kranenburg rapporteur (rapp.)
Staatsraad mr. E.J. Daalder lid griffier: mr. M.L.M. van Loo Verschenen:
[appellante sub 1] en anderen, in persoon;
[appellant sub 2B] en [appellante sub 2A], in persoon;
[appellant sub 3A] en [appellante sub 3B], in persoon;
[appellante sub 4], in persoon;
[appellant sub 5] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde];
de raad van de gemeente Purmerend, vertegenwoordigd door mr. J.R. van Angeren, advocaat te Amsterdam. Bij besluit van 26 mei 2016 heeft de raad van de gemeente Purmerend het bestemmingsplan "Horizon-/Regiocollege Karekietpark 2015" gewijzigd vastgesteld. [appellante sub 1] en anderen, [appellant sub 2B], [appellante sub 4] en [appellant sub 3A] en [appellant sub 5] en anderen hebben tegen dit besluit beroep ingesteld omdat zij niet wensen dat in het zuidelijk deel van het Karekietpark een onderwijsgebouw voor een tweetal MBO-scholen wordt gebouwd. De Afdeling verklaart het beroep van [appellante sub 1] en anderen, [appellant sub 2B], [appellante sub 4] en [appellant sub 3A] en [appellant sub 5] en anderen tegen het besluit van 26 mei 2016 niet-ontvankelijk. De Afdeling overweegt daartoe het volgende. Het besluit van 26 mei 2016 bevat een wijziging van de oorspronkelijke vaststelling van het bestemmingsplan "Horizon-/Regiocollege Karekietpark 2015" dat op 1 oktober 2015 is vastgesteld. Op 26 mei 2016 is het bebouwingspercentrage van 80%, dat het besluit van 1 oktober 2015 toestond, verwijderd en vervangen door een maximum bedrijfsvloeroppervlak van 10.000 m². Ook is een parkeernorm in de planregels opgenomen. De Afdeling stelt vast dat [appellante sub 1] en anderen, [appellant sub 2B], [appellante sub 4], [appellant sub 3A] en [appellant sub 5] en anderen geen beroep hebben ingesteld tegen het besluit van 1 oktober 2015. Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting alsmede de rechtszekerheid van de andere partijen moet er in zo'n geval van worden uitgegaan dat zij in het besluit van 1 oktober 2015 hebben berust. Dit betekent dat zij tegen het besluit van 26 mei 2016 slechts kunnen opkomen voor zover dat besluit hen ten opzichte van het besluit van 1 oktober 2015 in een nadeliger positie brengt. De Afdeling is van oordeel dat dit niet het geval is. De wijziging ten opzichte van het besluit van 1 oktober 2015 ziet immers slechts op een beperking van het toegelaten bouwvolume en de toevoeging van een parkeernorm. Die wijziging en aanvulling brengen [appellante sub 1] en anderen, [appellant sub 2B], [appellante sub 4] en [appellant sub 3A] en [appellant sub 5] en anderen niet in een nadeliger positie. [appellante sub 1] en anderen, [appellant sub 2B], [appellant sub 3A], [appellante sub 4] en [appellant sub 5] en anderen hebben ook niet aangetoond dat zij redelijkerwijs niet in staat waren om beroep in te stellen tegen het besluit van 1 oktober 2015. De beroepen van [appellante sub 1] en anderen, [appellant sub 2B], [appellant sub 3A], [appellante sub 4] en [appellant sub 5] en anderen zijn dan ook niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. w.g. Van Diepenbeek w.g. Van Loo
voorzitter griffier 418.