ECLI:NL:RVS:2016:3112
Raad van State
- Hoger beroep
- C.H.M. van Altena
- A.W.M. Bijloos
- R.J.J.M. Pans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake correctie rijksbijdrage ten nadele van stichting voor christelijk onderwijs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Stichting voor christelijk onderwijs te Alphen aan den Rijn tegen een besluit van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De staatssecretaris heeft op 20 juni 2014 een correctie van € 101.616,00 aangebracht op de rijksbijdrage ten nadele van de stichting, omdat de beloning van de voorzitter van het college van bestuur, [voorzitter], volgens de Inspectie van het Onderwijs ondoelmatig was. De inspectie concludeerde dat de totale beloning van de voorzitter in 2011 € 325.803,00 bedroeg, wat hoger was dan de norm in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Wnt). De stichting betoogde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de staatssecretaris de rijksbekostiging mocht corrigeren, omdat de Wvo geen voorwaarde bevatte dat de bekostiging doelmatig moest worden besteed.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 november 2016 het hoger beroep gegrond verklaard. De rechtbank Den Haag had de uitspraak van 18 november 2015 vernietigd en het besluit van de staatssecretaris van 27 november 2014 ook vernietigd. De Afdeling oordeelde dat de staatssecretaris geen wettelijke basis had voor de correctie op de rijksbijdrage wegens ondoelmatige besteding, aangezien de Wvo geen bepaling bevatte die een dergelijke correctie toestond. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de stichting en moest het door de stichting betaalde griffierecht vergoeden.