ECLI:NL:RVS:2016:3109

Raad van State

Datum uitspraak
23 november 2016
Publicatiedatum
23 november 2016
Zaaknummer
201602436/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'De Ontbrekende Schakel' en de gevolgen voor de verkeersveiligheid en ruimtelijke ordening

Op 9 februari 2016 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan 'De Ontbrekende Schakel' vastgesteld. Dit plan voorziet in de aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de kernen Warmenhuizen en Tuitjenhorn, met als doel de verkeersdruk op de dorpswegen te verlichten. Tegen dit besluit hebben appellanten, bewoners van Warmenhuizen, beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 13 oktober 2016 zijn appellanten bijgestaan door hun advocaat, terwijl de raad vertegenwoordigd was door ambtenaren en externe adviseurs.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de raad beleidsvrijheid heeft bij de vaststelling van bestemmingsplannen. De Afdeling toetst deze beslissingen terughoudend en kijkt of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan bijdraagt aan een goede ruimtelijke ordening. Appellanten betogen dat er goedkopere alternatieven zijn om de verkeersdruk te verlichten, maar de raad heeft aangetoond dat deze alternatieven niet haalbaar zijn en dat de noodzaak voor de nieuwe weg aanwezig is.

De Afdeling heeft ook de argumenten van appellanten over de verkeersveiligheid en de geschiktheid van de Dergmeerweg beoordeeld. De raad heeft in het verkeersonderzoek de verkeersintensiteit en de gevolgen voor de verkeersveiligheid in kaart gebracht. De Afdeling concludeert dat de raad voldoende onderzoek heeft gedaan en dat de verkeersintensiteit na de aanleg van de nieuwe weg binnen de aanvaardbare grenzen blijft. De beroepsgronden van appellanten zijn ongegrond verklaard, en de Afdeling heeft het beroep ongegrond verklaard.

Uitspraak

201602436/1/R1.
Datum uitspraak: 23 november 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante A] en [appellant B], beiden wonend te Warmenhuizen, gemeente Schagen,
en
de raad van de gemeente Schagen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 februari 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "De Ontbrekende Schakel" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 oktober 2016, waar [appellanten], bijgestaan door mr. K.G.O. Afriyieh, advocaat te Alkmaar, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M. Mooij, P. Visser en S.J.A. van der Veek, allen werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door S. Jansen, werkzaam bij Sweco Nederland en R. Dekker, werkzaam bij DNS Planvorming, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet ter plaatse van de gronden tussen de kernen Warmenhuizen en Tuitjenhorn in een nieuwe verbindingsweg. Met deze weg, die wordt aangeduid als de 'Ontbrekende Schakel', wordt de Veilingweg kruisend met de Oostwal aan de Dergmeerweg verbonden. Daarmee wordt beoogd een obstakelvrije oost-west verbinding voor (doorgaand) (vracht)verkeer aan te leggen teneinde de dorpswegen, waaronder met name de Koorndijk te Tuitjenhorn, te ontlasten en het verkeersnetwerk te verbeteren. [appellanten] wonen aan de [locatie] te Warmenhuizen en richten zich in beroep tegen het plan.
3. Ter zitting hebben [appellanten] de beroepsgrond over het onderzoek naar de luchtkwaliteit ingetrokken voor zover het betreft de rijsnelheid en de kwalificatie van het wegtype.
4. [appellanten] betogen dat de noodzaak voor een nieuwe weg ontbreekt, nu eenvoudigere en goedkopere oplossingen bestaan om de dorpswegen te ontlasten. Hierbij voeren zij aan dat het vrachtverkeer met name afkomstig is van bedrijven die buiten het dorp aan de Veilingweg liggen. Daarom ligt het voor de hand om de bestaande route van de Veilingweg, via de Stationsstraat, de Kanaalweg en de Warmenhuizerweg, naar de N245 (hierna: de zuidelijke route) intensiever te gebruiken. Deze wegen zijn breder dan de Dergmeerweg en zijn voorzien van een gescheiden fietspad en verlichting, aldus [appellanten].
4.1. In het verkeersonderzoek zijn de bestaande oost-west verbindingen onderzocht. Ten aanzien van de door [appellanten] genoemde zuidelijke route is onder meer vermeld dat de bestaande verkeersintensiteit al leidt tot een hoge geluidsbelasting op de woningen die relatief dicht op de Stationsstraat zijn gebouwd. Reeds om die reden heeft de raad een toename van de verkeersintensiteit via de zuidelijke route in redelijkheid onwenselijk kunnen achten. Voorts heeft de raad toegelicht dat de zuidelijke route een omweg van 3 km met zich brengt voor een groot deel van het vracht- en landbouwverkeer. Voorts acht de raad afsluiting van de dorpswegen voor doorgaand zwaar verkeer onvoldoende handhaafbaar in verband met de beperkte capaciteit van de politie. Gelet hierop, en nu [appellanten] desgevraagd geen andere concrete alternatieven hebben aangevoerd, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de noodzaak om de Ontbrekende Schakel aan te leggen aanwezig is.
5. [appellanten] betogen dat de raad, zowel in het verkeersonderzoek als in het onderzoek naar de luchtkwaliteit, is uitgegaan van een te lage verkeersintensiteit op de Dergmeerweg.
5.1. Bij de berekening van de toekomstige verkeersintensiteit is gebruik gemaakt van het verkeersmodel van de regio Alkmaar. Dit model is verfijnd met verkeerstellingen van bureau Meetel uit 2013.
5.2. Ter zitting is gebleken dat [appellanten] de verkeerstellingen van bureau Meetel ter plaatse van verschillende wegdelen hebben opgeteld. Daarmee hebben zij deze vervoersbewegingen dubbel geteld. Voorts valt niet in te zien op welke wijze de door hen genoemde hogere verkeersintensiteit op de Warmenhuizerweg kan leiden tot twijfel over de verkeersintensiteit op de Dergmeerweg, nu een gedeelte van de verkeersbewegingen op de Warmenhuizerweg niet uitkomt op de Dergmeerweg maar op de Debbemeerweg. Het betoog faalt.
6. [appellanten] betogen dat de Dergmeerweg gelet op de beperkte breedte, het ontbreken van een afzonderlijk fietspad en verlichting, en de aanwezigheid van een scherpe bocht en klei op de weg niet geschikt is om het verkeer afkomstig van de Ontbrekende Schakel te verwerken. Hetzelfde geldt voor de kruising met de Warmenhuizerweg. Het plan leidt volgens hen juist tot een verslechtering van de verkeersveiligheid. Om die reden heeft de raad de herinrichting van de Dergmeerweg ten onrechte niet als een afzonderlijk project kunnen beschouwen, aldus [appellanten].
6.1. Om de toelaatbare verkeersbelasting te bepalen is in het verkeersonderzoek aangesloten bij de CROW-normen. Voor de Dergmeerweg is uitgegaan van de maximale verkeersintensiteit voor overige erftoegangswegen van 5000 tot 6000 motorvoertuigen (mvt) per etmaal. Hierbij wordt in het verkeersonderzoek opgemerkt dat een vrijliggende infrastructuur voor langzaam verkeer (lees: een fietspad) ontbreekt. De haalbaarheid van de aankoop van de gronden ten behoeve van de aanleg van een vrijliggend fietspad zal los van de Ontbrekende Schakel worden onderzocht. Voorts wordt geadviseerd om te onderzoeken met welke maatregelen de verkeersveiligheid op het kruispunt met de Warmenhuizerweg kan worden verbeterd, aldus het verkeersonderzoek.
6.2. Gelet op het verkeersonderzoek, het verweerschrift en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen worden de knelpunten op de dorpswegen, waaronder de Koorndijk, veroorzaakt door het verkeer over de intensief gebruikte route vanaf de Veilingweg, via de Delftweg, de Koorndijk, het Noorderlicht, de Dergmeerweg en de Warmenhuizerweg naar de Schagerweg (N245) (hierna: de oorspronkelijke route). De Ontbrekende Schakel voorziet in een omleiding van het verkeer, waarbij de Delftweg en de Koorndijk en het Noorderlicht worden ontlast. Voorts wordt de route over de Dergmeerweg 400 m langer. Voor het overige is de nieuwe route gelijk aan de oorspronkelijke route. Uit het verkeersmodel volgt dat een aanzienlijk deel van het verkeer dat voorheen de oorspronkelijke route nam, na de aanleg van de Ontbrekende Schakel de nieuwe route zal nemen.
6.3. Het gedeelte van de Dergmeerweg ten oosten van het Noorderlicht (hierna: het oostelijke gedeelte van de Dergmeerweg) maakt zowel deel uit van de oorspronkelijke als de nieuwe route. Voor de referentiesituatie, dus zonder de aanleg van de Ontbrekende Schakel, is voor het jaar 2026 een verkeersintensiteit van 3440 mvt/etmaal berekend. Voor de plansituatie is een verkeersintensiteit van 3630 mvt/etmaal berekend. Dit blijft ruim onder de maximale verkeersintensiteit voor overige erftoegangswegen van 5000 tot 6000 mvt/etmaal. Voor zover een goede verkeersveiligheid een vrijliggend fietspad en een aanpassing van de kruising met de Warmenhuizerweg vereist, overweegt de Afdeling dat het oostelijke gedeelte van de Dergmeerweg reeds tot de oorspronkelijke route behoorde. Het plan leidt slechts tot een beperkte toename van de verkeersintensiteit ten opzichte van de referentiesituatie. In zoverre is de eventuele verkeersonveiligheid geen gevolg van het thans voorliggende plan. Voorts is niet gebleken dat de toename van de verkeersintensiteit een zodanige verslechtering van de verkeersveiligheid met zich brengt dat de raad was gehouden om reeds in het kader van het voorliggende plan te komen tot een herinrichting van het oostelijke gedeelte van de Dergmeerweg en het kruispunt met de Warmenhuizerweg. In zoverre faalt het betoog.
6.4. Het gedeelte van de Dergmeerweg ten westen van het Noorderlicht (hierna: het westelijke gedeelte van de Dergmeerweg) maakt geen deel uit van de oorspronkelijke route, maar wel van de nieuwe route. Voor de referentiesituatie is voor 2026 een verkeersintensiteit van 750 mvt/etmaal berekend. Voor plansituatie is een verkeersintensiteit van 1780 mvt/etmaal berekend. Ook dit blijft ruim onder de maximale verkeersintensiteit voor overige erftoegangswegen van 5000 tot 6000 mvt/etmaal. Voorts is gebleken dat langs het westelijke gedeelte van de Dergmeerweg reeds een vrijliggend fietspad is aangelegd en verlichting aanwezig is. In zoverre faalt het betoog.
6.5. Voor zover [appellanten] aanvoeren dat volgens het verkeersonderzoek schade ontstaat aan trottoirs, groenvoorzieningen, straatmeubilair en de riolering, overweegt de Afdeling dat het verkeersonderzoek in zoverre de bestaande situatie op de dorpswegen beschrijft, waaronder de Koorndijk. Het plan leidt juist tot een afname van de verkeersintensiteit op die route. Het betoog faalt.
7. [appellanten] betogen dat het plan onvoldoende bijdraagt aan het oplossen van de knelpunten ter plaatse van de dorpswegen.
7.1. In het verkeersonderzoek staat dat de Ontbrekende Schakel tot gevolg heeft dat de verkeersintensiteit op de Koorndijk en de Delftweg daalt met 30 onderscheidenlijk 50 procent. Op de Kalverdijk neemt de intensiteit op verschillende wegvlakken af. Daarnaast wordt deze route geheel afgewaardeerd tot een 30 km/u weg en wordt deze daardoor onaantrekkelijk voor landbouwverkeer. Gelet hierop bestaat in de enkele, niet nader gemotiveerde stelling van [appellanten] geen aanleiding voor het oordeel dat het plan onvoldoende bijdraagt aan het oplossen van de knelpunten ter plaatse van de dorpswegen. Het betoog faalt.
8. [appellanten] betogen dat het plan tot gevolg heeft dat het gebied tussen de kernen Warmenhuizen en Tuitjenhorn ongeschikt wordt voor andere functies zoals woningen, sportvelden, winkels en recreatie.
8.1. De raad heeft toegelicht dat de betrokken gronden een agrarische bestemming hebben en dat geen plannen bestaan om ter plaatse woningen of anderen functies te ontwikkelen. Reeds hierom faalt het betoog.
9. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, en mr. J. Kramer en mr. E.J. Daalder, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, griffier.
w.g. Hagen w.g. Hupkes
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 november 2016
635.