ECLI:NL:RVS:2016:2832
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit gemeente over onderhoud gemeentegrond en rechtsgevolgen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant], wonend te Wolvega, tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 5 oktober 2015. De rechtbank had het beroep van [appellant] gegrond verklaard en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf van 10 maart 2015 vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. Het college had [appellant] in een brief van 15 oktober 2014 meegedeeld dat het onderhoud van de strook gemeentegrond achter de Breuningslaan 138 tot en met 148 per direct weer in eigen beheer zou worden uitgevoerd. [appellant] kreeg de gelegenheid om zijn beplanting te verwijderen en te herplanten op zijn eigen terrein.
In hoger beroep heeft [appellant] de instandlating van de rechtsgevolgen van het door de rechtbank vernietigde besluit bestreden. Hij heeft een kopie van het beroepschrift als gronden in hoger beroep ingediend, maar heeft geen nieuwe redenen aangevoerd die de rechtbank zou hebben gemist. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 5 oktober 2016 ter zitting behandeld, waar het college vertegenwoordigd was door mr. J. van Weperen. De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor vernietiging van de aangevallen uitspraak, omdat [appellant] niet heeft aangetoond dat de rechtbank onjuist of onvolledig heeft geoordeeld.
De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, voor zover deze was aangevallen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 oktober 2016.