ECLI:NL:RVS:2016:2832

Raad van State

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
26 oktober 2016
Zaaknummer
201508286/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit gemeente over onderhoud gemeentegrond en rechtsgevolgen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant], wonend te Wolvega, tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 5 oktober 2015. De rechtbank had het beroep van [appellant] gegrond verklaard en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf van 10 maart 2015 vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. Het college had [appellant] in een brief van 15 oktober 2014 meegedeeld dat het onderhoud van de strook gemeentegrond achter de Breuningslaan 138 tot en met 148 per direct weer in eigen beheer zou worden uitgevoerd. [appellant] kreeg de gelegenheid om zijn beplanting te verwijderen en te herplanten op zijn eigen terrein.

In hoger beroep heeft [appellant] de instandlating van de rechtsgevolgen van het door de rechtbank vernietigde besluit bestreden. Hij heeft een kopie van het beroepschrift als gronden in hoger beroep ingediend, maar heeft geen nieuwe redenen aangevoerd die de rechtbank zou hebben gemist. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 5 oktober 2016 ter zitting behandeld, waar het college vertegenwoordigd was door mr. J. van Weperen. De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor vernietiging van de aangevallen uitspraak, omdat [appellant] niet heeft aangetoond dat de rechtbank onjuist of onvolledig heeft geoordeeld.

De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, voor zover deze was aangevallen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 oktober 2016.

Uitspraak

201508286/1/A3.
Datum uitspraak: 26 oktober 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Wolvega, gemeente Weststellingwerf,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 5 oktober 2015 in zaak nr. 15/1162 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf.
Procesverloop
Bij brief van 15 oktober 2014 heeft het college [appellant] meegedeeld dat de gemeente het onderhoud van de strook gemeentegrond achter de Breuningslaan 138 tot en met 148 per direct weer in eigen beheer gaat uitvoeren. Het college heeft [appellant] in de gelegenheid gesteld om zijn beplanting te verwijderen en te herplanten op zijn eigen terrein.
Bij besluit van 10 maart 2015 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 5 oktober 2015 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, maar bepaald dat de rechtsgevolgen ervan in stand blijven. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 oktober 2016, waar het college, vertegenwoordigd door mr. J. van Weperen, werkzaam bij de gemeente, is verschenen.
Overwegingen
1. In hoger beroep bestrijdt [appellant] de instandlating van de rechtsgevolgen van het door de rechtbank vernietigde besluit van 10 maart 2015. Ter motivering hiervan heeft hij een kopie van het beroepschrift ingestuurd als gronden in hoger beroep. De rechtbank is op dit beroepschrift in de overwegingen van de aangevallen uitspraak ingegaan. In hoger beroep heeft [appellant] geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende gronden en argumenten in de aangevallen uitspraak onjuist, dan wel onvolledig zou zijn. Er bestaat derhalve geen aanleiding voor vernietiging van de aangevallen uitspraak.
2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd, voor zover aangevallen.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Niane-van de Put, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Niane-van de Put
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 oktober 2016
805.