ECLI:NL:RVS:2016:2801

Raad van State

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
26 oktober 2016
Zaaknummer
201603972/1/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Esse Zoom Laag' en de beroepen van een inwoner en ontwikkelaar

Op 26 oktober 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak over het bestemmingsplan 'Esse Zoom Laag', vastgesteld door de raad van de gemeente Zuidplas op 29 maart 2016. In deze zaak hebben twee appellanten, een inwoner van Nieuwerkerk aan den IJssel en de besloten vennootschap Siris B.V., beroep ingesteld tegen dit bestemmingsplan. De inwoner, die zijn installatiebedrijf op een perceel in het plangebied heeft, betoogde dat het plan niet voorziet in de bouw van drie woningen op zijn perceel en dat zijn woon- en leefklimaat wordt aangetast door de voorziene ontwikkelingen. De raad heeft echter geoordeeld dat de inwoner geen concrete plannen heeft voor de realisatie van deze woningen en dat het bestemmingsplan in redelijkheid is vastgesteld.

Siris B.V., als mede-ontwikkelaar van de woonwijk, heeft zich beklaagd over de BTW over de grondquote en de uitsluiting uit een projectgroepoverleg. De Afdeling heeft vastgesteld dat de beroepsgronden van beide appellanten niet slagen. De Afdeling oordeelde dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening en dat de bezwaren van de appellanten niet voldoende onderbouwd waren. De uitspraak concludeert dat de beroepen ongegrond zijn verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201603972/1/R6.
Datum uitspraak: 26 oktober 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Siris B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel,
en
de raad van de gemeente Zuidplas,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 maart 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Esse Zoom Laag" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en Siris B.V. beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 1] heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 september 2016, waar [appellant sub 1], bijgestaan door mr. R.J. van Rijn, werkzaam bij ARAG rechtsbijstand, en de raad, vertegenwoordigd door R. te Veldhuis, mr. L.M.H.W. Fassotte-Bams en V.R. Sloesen, allen werkzaam voor de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding en toetsingskader
1. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe woonwijk met maximaal 550 woningen binnen de bestemming "Woongebied" en een ontsluitingsweg naar deze nieuwe woningen. Daarnaast voorziet het plan in vijf nieuwe woningen op het perceel Bermweg 18A. Het thans grotendeels onbebouwde plangebied ligt aan de zuidwestzijde van de kern Nieuwerkerk aan den IJssel en grenst aan de polder Groene Zoom tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Capelle aan den IJssel.
2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het beroep van [appellant sub 1]
Inleiding
3. [appellant sub 1] woont aan de [locatie]. Op dit perceel is ook zijn installatiebedrijf gevestigd. Het perceel ligt in het plangebied en grenst aan de voorziene woonwijk en ontsluitingsweg. [appellant sub 1] kan zich niet verenigen met het plan, omdat het plan niet voorziet in drie woningen op zijn perceel. Daarnaast stelt hij dat zijn woon- en leefklimaat wordt aangetast door de voorziene ontwikkelingen en voert [appellant sub 1] aan dat hij schade heeft geleden en zal lijden ten gevolge van het plan.
Extra woningen
4. [appellant sub 1] betoogt dat het plan ten onrechte niet voorziet in bouwmogelijkheden voor drie woningen op zijn perceel. Daartoe voert hij aan dat hij bereid is om op termijn zijn bedrijfsactiviteiten te staken, mits het plan voorziet in deze drie woningen. Volgens hem heeft de raad ten onrechte niet gemotiveerd waarom hij hieraan niet wil meewerken, maar wel vijf woningen toestaat op het perceel Bermweg 18A.
4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat [appellant sub 1] niet voornemens is om zijn bedrijfsactiviteiten in de loods op zijn perceel te staken en deze loods te slopen. Daarom heeft de raad ervoor gekozen om geen woningen toe te staan op zijn perceel.
4.2. Ter zitting heeft [appellant sub 1] toegelicht dat hij zijn installatiebedrijf op zijn perceel voorlopig niet wil beëindigen. Verder heeft hij verklaard dat hij geen concrete plannen heeft om binnen de planperiode van in beginsel tien jaar de door hem gewenste drie extra woningen op zijn perceel te realiseren, maar dat hij slechts de mogelijkheid voor het realiseren van drie woningen wenst te hebben voor het geval hij wil stoppen met zijn installatiebedrijf. Gelet op deze verklaring van [appellant sub 1] is de Afdeling van oordeel dat hij geen concrete plannen heeft voor de realisatie van drie woningen op zijn perceel, waarmee de raad bij de vaststelling van het plan rekening diende te houden. De raad heeft dan ook in redelijkheid kunnen besluiten om de bestaande situatie als zodanig te bestemmen en de door [appellant sub 1] gewenste woningen niet planologisch toe te staan.
Overigens heeft de raad ter zitting toegezegd dat hij, als [appellant sub 1] stopt met zijn installatiebedrijf, zo mogelijk en onder nader te bepalen voorwaarden, wil meewerken aan de wens van [appellant sub 1] om drie extra woningen op het perceel [locatie] te realiseren.
Het betoog faalt.
Geluidhinder
5. [appellant sub 1] betoogt dat de voorziene ontwikkelingen leiden tot onaanvaardbare geluidhinder. Daartoe voert hij aan dat door de nieuwe ontsluitingsweg en de toename van het aantal verkeersbewegingen vanwege de nieuwe woningen de geluidbelasting op de gevel van zijn woning zal toenemen. In dit kader wijst [appellant sub 1] er ook op dat een hogere waardenbesluit ten onrechte niet aan hem is gezonden.
5.1. Wat betreft het al dan niet toezenden van het hogere waardenbesluit, overweegt de Afdeling dat deze beroepsgrond ziet op een mogelijke fout bij de bekendmaking van een ander besluit dan het hier aan de orde zijnde besluit. Deze beroepsgrond kan niet leiden tot vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.
5.2. In de plantoelichting staat dat [appellant sub 1] geluidhinder zal ondervinden vanwege de bestaande Bermweg en vanwege de voorziene ontsluitingsweg naar het plangebied. In de plantoelichting staat dat deze twee wegen een geluidbelasting van 49 dB(A) op de gevel van de woning van [appellant sub 1] veroorzaken. Uitgaande van een minimale geluidwerende functie van de gevel van 15 dB(A), verwacht de raad binnen de woning een geluidniveau van maximaal 34 dB(A). De raad acht dit niveau aanvaardbaar. [appellant sub 1] heeft de berekening en de uitkomsten daarvan niet gemotiveerd bestreden. Evenmin heeft hij argumenten aangedragen op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de verwachte geluidbelasting in de woning aanvaardbaar is.
Het betoog faalt.
Luchtkwaliteit
6. [appellant sub 1] betoogt dat door de voorziene ontsluitingsweg naast zijn perceel de luchtkwaliteit ter hoogte van zijn perceel onevenredig zal verslechteren.
6.1. In de plantoelichting is aandacht besteed aan de gevolgen van de verkeerstoename die het plan meebrengt voor de luchtkwaliteit. In de plantoelichting staat dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. [appellant sub 1] heeft geen gegevens overgelegd die aan die conclusie doen twijfelen.
Het betoog faalt.
Uitnodiging inloopavond en uitvoeringsaspecten
7. [appellant sub 1] betoogt dat hij ten onrechte niet is uitgenodigd voor de inloopavond, terwijl zijn buren wel zijn uitgenodigd. Bovendien zijn op die inloopavond volgens hem toezeggingen gedaan aan zijn buren. Verder betoogt [appellant sub 1] dat hij, anders dan de raad stelt, niet is uitgenodigd om mee te denken over de invulling van de berm bij zijn woning. Ook worden volgens hem werkzaamheden uitgevoerd zonder vergunning en zijn deze werkzaamheden in strijd met de door hem gemaakte afspraken met de gemeente.
7.1. Het organiseren van een inloopavond maakt geen deel uit van de in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet ruimtelijke ordening vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Het niet uitnodigen van [appellant sub 1] voor een inloopavond kan daarom, wat daar ook van zij, niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit.
De overige door [appellant sub 1] genoemde aspecten hebben geen betrekking op het bestemmingsplan zelf, maar op de uitvoering daarvan. Uitvoeringsaspecten kunnen in deze procedure niet aan de orde komen. Deze beroepsgronden blijven derhalve buiten beschouwing.
Het betoog faalt.
Schade
8. [appellant sub 1] betoogt dat hij schade leidt door handelingen van de gemeente. Daartoe voert hij aan dat hij geen nieuwe huurder voor zijn kassen heeft kunnen vinden vanwege het voorkeursrecht dat op zijn perceel rustte en de voorbereidende werkzaamheden aan de ontsluitingsweg voor het plangebied hebben geleid tot schade.
8.1. De door [appellant sub 1] gestelde schade kan in deze procedure, die het bestemmingsplan als onderwerp heeft, niet aan de orde komen en daarom ook niet leiden tot vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.
Het betoog faalt.
Conclusie
9. De beroepsgronden van [appellant sub 1] slagen niet. Het beroep is ongegrond.
Het beroep van Siris B.V.
10. Siris B.V. is (mede)ontwikkelaar van de voorziene woonwijk Esse Zoom Laag. Zij stelt een geschil te hebben met de raad over de BTW over de grondquote, de verdeling van de verschillende woningtypen, de bouwperiode en de uitsluiting van haar uit een projectgroepoverleg.
10.1. Het beroepschrift van Siris B.V. is identiek aan de door haar naar voren gebrachte zienswijze over het ontwerpplan. In de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op deze zienswijze. Siris B.V. heeft in het beroepschrift geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn.
11. Het beroep van Siris. B.V. is ongegrond.
Proceskosten
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, en mr. E.A. Minderhoud en mr. G.T.J.M. Jurgens, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Nijholt, griffier.
w.g. Hagen w.g. Nijholt
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 oktober 2016
767.