ECLI:NL:RVS:2016:2705

Raad van State

Datum uitspraak
6 oktober 2016
Publicatiedatum
12 oktober 2016
Zaaknummer
201606652/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen schorsing van kapbesluiten van populieren door de Bomenstichting Den Haag

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Bomenstichting Den Haag tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 juli 2016. De Bomenstichting heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen en de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, die de kap van 23 populieren mogelijk maken, te schorsen. De mondelinge uitspraak vond plaats op 6 oktober 2016.

De voorzieningenrechter, staatsraad mr. C.J. Borman, heeft de zaak behandeld tijdens een openbare zitting. De Bomenstichting was vertegenwoordigd door mr. G.G.M. Johannes, J.C. Versluijs, C.M. Visser en R. Janssen, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. M. van der Helm, A.C.J. van de Scheur en L.J. Koudstaal. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er kanttekeningen te plaatsen zijn bij de door het college gevolgde systematiek, maar concludeert dat het college voldoende overtuigend heeft aangetoond dat de bomen, met uitzondering van één, op het aspect veiligheid zodanig laag scoren dat de kap van deze bomen niet ontoelaatbaar is.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de Bomenstichting afgewezen. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op voorlopige voorzieningen. De griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.

Uitspraak

201606652/2/A1.
Datum uitspraak: 6 oktober 2016 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), hangende het hoger beroep van: de Bomenstichting Den Haag, gevestigd te Den Haag,
verzoekster, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) van 19 juli 2016 in zaken nrs. 16/3730, 16/5518, 16/4316 en 16/5514 in het geding tussen: de Bomenstichting en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Openbare zitting gehouden op 6 oktober 2016 om 11:30 uur. Tegenwoordig:
staatsraad mr. C.J. Borman, voorzieningenrechter griffier: mr. M.M. van Driel Verschenen:
De Bomenstichting, vertegenwoordigd door mr. G.G.M. Johannes, J.C. Versluijs, C.M. Visser en R. Janssen;
Het college, vertegenwoordigd door mr. M. van der Helm, A.C.J. van de Scheur en L.J. Koudstaal. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 19 juli 2016 van de rechtbank. De Bomenstichting heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen en de besluiten van het college die de kap van thans nog 23 populieren mogelijk maken te schorsen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Daartoe overweegt hij het volgende. De voorzieningenrechter constateert op grond van de in het dossier aanwezige onderzoeksrapporten dat bepaalde kanttekeningen zijn te plaatsen bij de door het college in navolging van de Bomenwacht gevolgde systematiek, maar het college heeft voldoende overtuigend naar voren gebracht dat alle onder het besluit ressorterende bomen, met uitzondering van één waarover geen discussie bestaat, op het aspect veiligheid zodanig laag scoren dat de bedoelde kanttekeningen niet meebrengen dat de kap van deze bomen ontoelaatbaar zou zijn. w.g. Borman
voorzieningenrechter De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen. 414-776.