ECLI:NL:RVS:2016:2705
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen schorsing van kapbesluiten van populieren door de Bomenstichting Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Bomenstichting Den Haag tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 juli 2016. De Bomenstichting heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen en de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, die de kap van 23 populieren mogelijk maken, te schorsen. De mondelinge uitspraak vond plaats op 6 oktober 2016.
De voorzieningenrechter, staatsraad mr. C.J. Borman, heeft de zaak behandeld tijdens een openbare zitting. De Bomenstichting was vertegenwoordigd door mr. G.G.M. Johannes, J.C. Versluijs, C.M. Visser en R. Janssen, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. M. van der Helm, A.C.J. van de Scheur en L.J. Koudstaal. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er kanttekeningen te plaatsen zijn bij de door het college gevolgde systematiek, maar concludeert dat het college voldoende overtuigend heeft aangetoond dat de bomen, met uitzondering van één, op het aspect veiligheid zodanig laag scoren dat de kap van deze bomen niet ontoelaatbaar is.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de Bomenstichting afgewezen. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op voorlopige voorzieningen. De griffier was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen, wat gebruikelijk is in dergelijke procedures.