ECLI:NL:RVS:2016:2645
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- A.W.M. Bijloos
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van Nautilus International tegen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake handhaving Wet minimumloon en Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Nautilus International, een vakbond die opkomt voor de belangen van werknemers in de zeevaart en aanverwante sectoren, tegen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nautilus International had in 2013 handhaving verzocht tegen [bedrijf A] en [bedrijf B] wegens overtredingen van de Wet minimumloon en de Wet arbeid vreemdelingen. De minister heeft dit verzoek afgewezen, wat Nautilus International niet kon accepteren. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van Nautilus ongegrond, maar Nautilus ging in hoger beroep.
De Raad van State oordeelt dat Nautilus International wel degelijk belanghebbende is in deze zaak, in tegenstelling tot de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad van State oordeelt dat de minister een nieuw besluit moet nemen op het bezwaar van Nautilus International, waarbij de minister rekening moet houden met de overwegingen in deze uitspraak.
Daarnaast wordt de minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Nautilus International, die zijn ontstaan door de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van werknemersrechten en de rol van vakbonden in het handhaven van deze rechten.