ECLI:NL:RVS:2016:257
Raad van State
- Hoger beroep
- M.G.J. Parkins-de Vin
- E. Steendijk
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontheffing van de inburgeringsplicht
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, die op 11 februari 2015 het beroep van [appellant] ongegrond verklaarde. Het hoger beroep is ingesteld tegen de afwijzing van het verzoek om ontheffing van de inburgeringsplicht door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht. Het college had eerder, op 14 januari 2014, het verzoek van [appellant] afgewezen en dit besluit werd later door het college bevestigd na bezwaar. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van [appellant] moest worden aangemerkt als een opvolgende aanvraag, omdat er eerder al verzoeken waren afgewezen. De rechtbank vond geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden die een andere beslissing rechtvaardigden. Tijdens de zitting op 15 oktober 2015 was [appellant] vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. P.J.M. Bongaarts. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 februari 2016.