ECLI:NL:RVS:2016:2429
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- C.J. Borman
- M.P.J.M. van Grinsven
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor dakopbouwen in Haarlem
Op 18 augustus 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het verzoeker, wonend te Haarlem, had bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning die op 17 december 2014 was verleend voor het plaatsen van drie dakopbouwen op percelen in Haarlem. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem had het bezwaar van verzoeker op 22 april 2015 ongegrond verklaard. De rechtbank Noord-Holland had op 27 november 2015 het beroep van verzoeker tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna verzoeker in hoger beroep ging.
Tijdens de openbare zitting op 18 augustus 2016 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter overwoog dat er geen reden was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Ook werd opgemerkt dat de gevolgen van het uitvoeren van het bouwplan niet onomkeerbaar zijn, ondanks dat het terugbrengen van de woningen in hun oorspronkelijke staat kostbaar en niet eenvoudig kan zijn. De voorzieningenrechter benadrukte dat zolang de vergunning niet in rechte onaantastbaar is, de vergunninghouder op eigen risico gebruik maakt van de verleende vergunning, ook als het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.