ECLI:NL:RVS:2016:2146

Raad van State

Datum uitspraak
3 augustus 2016
Publicatiedatum
3 augustus 2016
Zaaknummer
201601230/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Bornsche Maten 2015' en de knip in de N743 te Borne

Op 3 augustus 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan 'Bornsche Maten 2015', vastgesteld door de raad van de gemeente Borne op 15 december 2015. Appellanten, bewoners van de woonwijk Bornsche Maten, hebben beroep ingesteld tegen dit bestemmingsplan, omdat zij van mening zijn dat het plan ten onrechte niet voorziet in de knip in de N743, die volgens hen noodzakelijk is voor een goed woon- en leefklimaat. De raad heeft in het bestemmingsplan geen knip opgenomen, omdat er geen concreet zicht is op de realisatie van een alternatieve verbindingsweg die de N743 kan vervangen.

De Afdeling heeft overwogen dat de raad beleidsvrijheid heeft bij de vaststelling van bestemmingsplannen en dat deze beslissing terughoudend moet worden getoetst. De Afdeling heeft vastgesteld dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de N743 voorlopig niet kan worden geknipt, omdat er geen toereikend alternatief is voor het doorgaande regionale verkeer. De belangen van de appellanten bij een betere leefomgeving zijn erkend, maar de raad heeft ook de belangen van de verkeersafwikkeling in overweging moeten nemen.

De Afdeling heeft geconcludeerd dat het beroep van appellanten ongegrond is, omdat de raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de N743 in het bestemmingsplan op te nemen zoals deze is, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van belangen bij de vaststelling van bestemmingsplannen en de rol van de raad in het proces van ruimtelijke ordening.

Uitspraak

201601230/1/R1.
Datum uitspraak: 3 augustus 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, wonend te Borne,
en
de raad van de gemeente Borne,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 15 december 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Bornsche Maten 2015" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 juni 2016, waar [appellant] en anderen, in persoon van [gemachtigden], en de raad, vertegenwoordigd door A.B.M. Bruins, J.A. Wissink MSc en T. ter Ellen, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. In 2004 is het bestemmingsplan "Bornsche Maten" (hierna: het vorige plan) vastgesteld. Dat voorzag in de nieuwe woonwijk Bornsche Maten aan de oostzijde van Borne. Inmiddels is de wijk grotendeels gerealiseerd. Naast de woonwijk ligt de provinciale weg Rondweg (de N743). De vaststelling van het vorige plan ging gepaard met het voornemen om die weg ter hoogte van de woonwijk Bornsche Maten te onderbreken (hierna: de knip). Hiermee zou de N743 als barrière tussen de nieuwe woonwijk en de oorspronkelijke kern van Borne worden weggenomen.
Het plan voorziet in een actuele juridische regeling voor de woonwijk en is overwegend conserverend van aard. Het plan voorziet niet in de knip.
3. [appellant] en anderen, die nabij de N743 in de woonwijk Bornsche Maten wonen, betogen dat het plan ten onrechte niet voorziet in de knip in de N743 ter hoogte van de woonwijk Bornsche Maten. Dat achten zij in strijd met toezeggingen die zijn gedaan voordat zij daar kwamen wonen. De N743 zou slechts tijdelijk langs de woonwijk blijven lopen, totdat voor het doorgaande regionale verkeer een toereikende alternatieve route was aangelegd. Zij achten de knip noodzakelijk uit een oogpunt van een goed woon- en leefklimaat, waaronder het voorkomen van geluidhinder.
[appellant] en anderen kunnen het argument dat de voor de knip beoogde Westelijke Randweg (hierna: de Westelijke Randweg) nog niet uitvoerbaar wordt geacht niet volgen, nu de zogenoemde alternatieve 'Verbindingsweg' ook een toereikend alternatieve route is. De alternatieve Verbindingsweg is tegen aanzienlijk lagere kosten en veel eerder te realiseren. Derhalve had de knip in de N743 in het plan moeten worden vastgelegd, aldus [appellant] en anderen.
3.1. Het plan voorziet ter plaatse van de N743 ten westen van de woonwijk Bornsche Maten in de bestemming "Verkeer" met gedeeltelijk de aanduiding "wetgevingzone - wijzigingsgebied 1" en gedeeltelijk de aanduiding "wetgevingzone - wijzigingsgebied 2".
Ingevolge artikel 7, lid 7.1, van de planregels zijn de voor "Verkeer" aangewezen gronden bestemd voor:
a. wegen met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
b. groenvoorzieningen;
c. parkeervoorzieningen;
d. fiets- en voetpaden;
e. kunstwerken;
f. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Ingevolge lid 7.6 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het plan te wijzigen en de bestemming ter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone - wijzigingsgebied 1" te wijzigen in de bestemming "Groen" met dien verstande dat van deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend gebruik mag worden gemaakt indien de Rondweg niet meer fungeert als verbindingsweg voor regionaal verkeer.
In artikel 23 zijn algemene wijzigingsregels neergelegd. Ingevolge artikel 23, lid 23.2, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het plan te wijzigen en de bestemming ter plaatse van de aanduiding "wetgevingzone - wijzigingsgebied 2" te wijzigen in de bestemming "Woongebied", waarbij de maximale bouwhoogte 11 m bedraagt met dien verstande dat van deze wijzigingsbevoegdheden uitsluitend gebruik mag worden gemaakt indien de Rondweg niet meer fungeert als verbindingsweg voor regionaal verkeer.
3.2. Vast staat dat in diverse gemeentelijke beleidsdocumenten het voornemen vermeld staat om de knip in de N743 aan te brengen. Zo stond in de toelichting bij het vorige plan, waarbij de Wegennetvisie van 2004 werd aangehaald, dat het vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is dat de Bornsche Maten aansluit op de bestaande kern. De N743 vormt een barrière. In het eindbeeld vervult de N743 geen functie als verbindingsweg meer tussen Almelo en Hengelo. Dit verkeer wordt via een nieuw aan te leggen Westelijke Randweg richting de A35/A1 gestuurd. De knip in de N743 kan pas worden gerealiseerd als de weg niet meer fungeert als regionale verbindingsweg. In afwachting van de aanleg van de Westelijke Randweg zal de maximumsnelheid op de huidige N743 naar 50 km/uur worden afgewaardeerd, aldus de toelichting bij het vorige plan. Ook in het Masterplan Bornsche Maten uit 2014, dat aan het plan ten grondslag ligt, staat dat de N743 wordt geknipt.
3.3. Op 30 oktober 2014 heeft de raad de Totaalvisie Borne vastgesteld. Hierin is opnieuw gekozen voor de knip, maar dan in samenhang met de alternatieve Verbindingsweg voor het doorgaande regionale verkeer in plaats van in samenhang met de Westelijke Randweg. Borne wordt doorkruist door zowel een spoorwegverbinding als de N743. De raad ziet de combinatie van de alternatieve Verbindingsweg, met een spoorwegonderdoorgang, en de knip in de N743 als een goede oplossing om beide doorkruisingen van Borne te beperken.
3.4. De rechtszekerheid vereist in het algemeen dat bestaand legaal gebruik overeenkomstig de bestaande situatie wordt opgenomen in een bestemmingsregeling. Dit uitgangspunt kan uitzondering vinden indien een dienovereenkomstige bestemming op basis van nieuwe inzichten niet langer in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en het belang bij de beoogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen. Daarnaast moet aannemelijk zijn dat er concreet zicht bestaat op beëindiging van de bestaande situatie, omdat het overgangsrecht bedoeld is voor een situatie die binnen de planperiode wordt beëindigd. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, kan het bestaande gebruik onder het overgangsrecht worden gebracht.
Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 3 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4324 kan in uitzonderlijke gevallen, ook indien geen concreet zicht bestaat op beëindiging van een bestaande situatie, denkbaar zijn dat die situatie vanuit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dermate onaanvaardbaar is dat die situatie niet kan blijven voortbestaan.
3.5. De belangen bij het aanbrengen van de knip zijn gelegen in het wegnemen van de doorsnijding van Borne door de N743 en het verbeteren van het woon- en leefklimaat van de omwonenden, waaronder [appellant] en anderen. Niet in geschil is dat daar een groot gewicht aan toekomt en dat het gemeentelijk beleid daarom is gericht op het verwezenlijken van de knip.
De gevestigde rechten en belangen bij het behoud van de N743 houden verband met een goede afwikkeling van het doorgaande regionale verkeer. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat ook daar een groot gewicht aan toekomt en dat dit gewicht vervalt zodra een toereikend alternatief voor de N743 is aangelegd.
Vast staat dat nog geen toereikend alternatief voor de N743 is aangelegd. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat dit niet met zekerheid binnen de planperiode zal gebeuren. Dit houdt ermee verband dat de N743 een provinciale weg is, zodat de raad medewerking van het college van gedeputeerde staten nodig heeft om de knip in de N743 te verwezenlijken. Anders dan de raad, stelt het college van gedeputeerde staten zich vooralsnog op het standpunt dat de alternatieve Verbindingsweg geen toereikend alternatief voor de N743 is. Hieruit volgt dat geen concreet zicht bestaat op beëindiging van de bestaande situatie in de planperiode.
Voorts is geen sprake van een geval zoals in voornoemde uitspraak van 3 december 2014, waarbij een uitzonderlijke situatie vanuit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dermate onaanvaardbaar was dat die situatie niet kon blijven voortbestaan. Ondanks dat het gemeentelijk beleid is gericht op het verbeteren van het woon- en leefklimaat door het aanbrengen van de knip, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat thans geen sprake is van een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. Hierbij overweegt de Afdeling dat in verband met het besluit hogere waarden uit 2004 maatregelen zijn getroffen waaronder een vermindering van de rijsnelheid van 70 naar 50 km/uur en het toepassen van geluidreducerend asfalt.
Gelet op het hiervoor overwogene vereist de rechtszekerheid in dit geval dat de N743 overeenkomstig de bestaande situatie in het plan wordt opgenomen. Dit geldt voorts als een zwaarwegend belang dat aan het honoreren van eventueel gewekte verwachtingen in de weg staat, nog daargelaten of eventuele toezeggingen over het aanbrengen van de knip aan de raad kunnen worden toegerekend. Derhalve heeft de raad in redelijkheid kunnen voorzien in het bestaande traject van de N743.
De betogen falen.
3.6. Overigens merkt de Afdeling op dat het plan niet aan de knip in de weg staat, zij het dat de gronden met de bestemming "Verkeer" uitsluitend mogen worden gebruikt voor de functies als vermeld in artikel 7, lid 7.1, onder b tot en met f, van de planregels. Indien het gemeentebestuur en het college van gedeputeerde staten in samenspraak tot besluitvorming komen, kan de knip wel uitvoerbaar worden. Met de wijzigingsbevoegdheid uit artikel 7, lid 7.6, en artikel 23, lid 23.2, van de planregels kan in voorkomend geval in andere functies worden voorzien.
4. [appellant] en anderen betogen dat het plan ten onrechte voorziet in nieuwe woningen waarvoor bij de vaststelling van het vorige plan hogere waarden waren verleend. Daarbij voeren zij aan dat de motivering bij het besluit hogere waarden, dat het om een tijdelijke situatie ging totdat de knip in de N743 was aangebracht, onjuist is gebleken.
4.1. Ter zitting heeft de raad toegelicht dat alle woningen uit het plangebied waarvoor hogere waarden waren verleend reeds zijn gebouwd. [appellant] en anderen hebben dit ter zitting niet bestreden. Het betoog mist feitelijke grondslag.
5. Gelet op het voorgaande is het beroep van [appellant] en anderen ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, griffier.
w.g. Koeman w.g. Hupkes
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 augustus 2016
635.