ECLI:NL:RVS:2016:2115

Raad van State

Datum uitspraak
18 juli 2016
Publicatiedatum
27 juli 2016
Zaaknummer
201506538/2/A3, 201507067/2/A3 en 201508665/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van staatsraden in bestuursrechtelijke zaken

Op 4 juli 2016 heeft [verzoeker] een wrakingsverzoek ingediend tegen de staatsraden M. Vlasblom, N. Verheij en E.A. Minderhoud, die betrokken waren bij de behandeling van de zaken met nummers 201506538/1/A3, 201507067/1/A3 en 201508665/1/A3. Dit verzoek volgde op een zitting op 2 juni 2016, waarbij [verzoeker] niet aanwezig was. De staatsraden hebben het wrakingsverzoek niet geaccepteerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 juli 2016 het verzoek behandeld, maar [verzoeker] was niet verschenen en de staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van hun recht om gehoord te worden.

In de overwegingen van de Afdeling werd ingegaan op artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om rechters te wraken op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. [verzoeker] stelde dat de staatsraden vooringenomen waren omdat zij zijn verzoek om heropening van het onderzoek in de eerdergenoemde zaken hadden afgewezen. Hij voerde aan dat deze afwijzing, die niet gemotiveerd was, de schijn van vooringenomenheid wekte.

De Afdeling oordeelde echter dat de afwijzing van het verzoek om heropening een procesbeslissing is en dat deze beslissing niet ter beoordeling staat in de wrakingsprocedure. De Afdeling concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vooringenomenheid van de staatsraden konden onderbouwen. Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen. De beslissing werd op 18 juli 2016 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

201506538/2/A3, 201507067/2/A3 en 201508665/2/A3.
Datum beslissing: 18 juli 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om wraking (artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) van M. Vlasblom, N. Verheij en E.A. Minderhoud (hierna: de staatsraden), als voorzitter respectievelijk leden van de Afdeling bij de behandeling van de zaken nrs. 201506538/1/A3, 201507067/1/A3 en 201508665/1/A3.
Procesverloop
Bij brief van 4 juli 2016 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van de staatsraden die de zaken nrs. 201506538/1/A3, 201507067/1/A3 en 201508665/1/A3 ter zitting van 2 juni 2016 hebben behandeld.
De staatsraden hebben niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft op 13 juli 2016 het wrakingsverzoek ter zitting aan de orde gesteld, waar [verzoeker] niet is verschenen. De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Overwegingen
1. Op verzoek van een partij kan ingevolge artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. [verzoeker] heeft verzocht om wraking van de staatsraden, omdat zij zijn verzoek van 3 juni 2016 om heropening van het onderzoek in de zaken nrs. 201506538/1/A3, 201507067/1/A3 en 201508665/1/A3 hebben afgewezen. Hij had dat verzoek gedaan naar aanleiding van de zitting van 2 juni 2016, waarbij die zaken zijn behandeld en waarbij onder meer aan de orde is geweest dat [verzoeker] bij brief van de Afdeling van 12 mei 2016 is uitgenodigd om ter zitting informatie te verstrekken over bepaalde aspecten in de zaken, welke brief hij naar gesteld pas later heeft ontvangen, waardoor hij zich naar gesteld onvoldoende op de behandeling ter zitting heeft kunnen voorbereiden. Volgens [verzoeker] volgt uit de weigering het onderzoek te heropenen dat de staatsraden vooringenomen zijn, althans zij wekken de schijn dat zij vooringenomen zijn. Hierbij is van belang dat de weigering niet is gemotiveerd.
2.1. De weigering het onderzoek te heropenen is een procesbeslissing. De vraag of die procesbeslissing al dan niet juist is, staat niet ter beoordeling in de wrakingsprocedure, nu een wrakingsverzoek niet is bedoeld als rechtsmiddel tegen de inhoud van zo’n procesbeslissing. De procesbeslissing tot weigering om het onderzoek te heropenen maakt dan ook niet dat sprake is van vooringenomenheid. Dat de procesbeslissing niet nader is gemotiveerd maakt dit niet anders. [verzoeker] heeft verder geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit vooringenomenheid van de staatsraden blijkt.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Reuveny, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Reuveny
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2016
622.