ECLI:NL:RVS:2016:178

Raad van State

Datum uitspraak
20 januari 2016
Publicatiedatum
27 januari 2016
Zaaknummer
201509466/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake sluiting loods na aantreffen hennepkwekerij

Op 20 januari 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, [verzoeker A] en [verzoeker B], in hoger beroep gingen tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een besluit van de burgemeester van Landgraaf, die op 23 juli 2015 had gelast dat de loods achter de woning van verzoekers met ingang van 26 juli 2015 voor zes maanden gesloten moest worden, nadat er een hennepkwekerij was aangetroffen. Verzoekers stelden dat de burgemeester ten onrechte de sluiting van de gehele loods had gelast, terwijl de hennepkwekerij zich alleen in de kelderverdieping bevond. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 11 januari 2016, waarbij verzoekers werden bijgestaan door hun advocaten. De voorzieningenrechter oordeelde dat er twijfel bestond over de bevoegdheid van de burgemeester om de gehele loods te sluiten, gezien de zelfstandige toegang tot de kelderverdieping. Daarom werd besloten om de besluiten van de burgemeester te schorsen en hem te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekers.

Uitspraak

201509466/2/A3.
Datum uitspraak: 20 januari 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker A] en [verzoeker B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]), beiden wonend te Landgraaf,
verzoekers,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 18 december 2015 in de zaken nrs. 15/3468 en 15/3467 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
de burgemeester van Landgraaf.
Procesverloop
Bij besluit van 23 juli 2015 heeft de burgemeester [verzoeker] onder aanzegging van bestuursdwang gelast de loods achter de woning aan de [locatie] te Landgraaf met ingang van 26 juli 2015 voor zes maanden te sluiten en gesloten te houden.
Bij besluit van 13 november 2015 heeft de burgemeester het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 december 2015 heeft de rechtbank het door [verzoeker] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 januari 2016, waar [verzoeker], bijgestaan door mrs. J.J.H.M. de Crom en J.L.E. Marchal, beiden advocaat te Maastricht, en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. R.A. Stoks, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. [verzoeker] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de burgemeester ten onrechte de last heeft gehandhaafd voor het hele pand. De hennepkwekerij is aangetroffen in de kelderverdieping van de loods. Die moet los van de rest van de loods worden gezien. De kelderverdieping heeft een eigen, zelfstandige ingang en is derhalve anders dan de rechtbank heeft overwogen niet onlosmakelijk met de rest van de loods verbonden. Het luik in de vloer van de daarboven gelegen verdieping waarmee de kelderverdieping ook zou kunnen worden bereikt, is nooit gebruikt en is daartoe ook niet geschikt. [verzoeker] betoogt dat hij de kelderverdieping niet gebruikte en de elektricien die voor zijn bedrijf werkzaam was daar zonder dat hij het wist een hennepkwekerij heeft ingericht. De burgemeester had dan ook kunnen volstaan met slechts de sluiting van de kelderverdieping te gelasten.
2.1. Niet in geschil is dat op de kelderverdieping van de loods een hennepkwekerij met 369 hennepplanten is aangetroffen, zodat de burgemeester in beginsel bevoegd was sluiting te gelasten. De vraag is evenwel of de burgemeester bevoegd was slechts de sluiting van de kelderverdieping te gelasten of dat hij bevoegd was de sluiting van de gehele loods te gelasten. Gelet op de wijze waarop de kelderverdieping kon worden bereikt, bestaat twijfel over de vraag of de uitspraak van de rechtbank in stand kan blijven. Deze procedure leent zich niet voor beantwoording van die vraag. Daarom zal de hierna te melden voorlopige voorziening worden getroffen.
3. De burgemeester dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van de burgemeester van Landgraaf van 13 november 2015, kenmerk B.15.2119, en 23 juli 2015, kenmerk 15.12831;
II. veroordeelt de burgemeester van Landgraaf tot vergoeding van bij [verzoeker A] en [verzoeker B] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 992,00 (zegge: negenhonderdtweeënnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de burgemeester van Landgraaf aan [verzoeker A] en [verzoeker B] het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 248,00 (zegge: tweehonderdachtenveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Reuveny, griffier.
w.g. Troostwijk w.g. Reuveny
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2016
622.