ECLI:NL:RVS:2016:1707
Raad van State
- Hoger beroep
- F.C.M.A. Michiels
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor een co-/mestvergistingsinstallatie in Hantumhuizen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 19 oktober 2015. De rechtbank had het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel van 12 maart 2014 vernietigd, waarbij een omgevingsvergunning was verleend voor het bouwen van een co-/mestvergistingsinstallatie met bijbehorende voorzieningen. De rechtbank oordeelde dat de vergunning was verleend zonder een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad, wat in strijd was met artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht. Na de tussenuitspraak van de rechtbank heeft het college alsnog een verklaring van geen bedenkingen overgelegd, maar [appellante] vreesde voor een toename van geluid- en geuroverlast door de wijziging van de installatie.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 29 april 2016 behandeld, maar partijen zijn niet verschenen. De Afdeling heeft overwogen dat het college bij de beoordeling van het geluidaspect zich heeft gebaseerd op een akoestisch rapport, waarin het geluid van de gehele inrichting in beeld is gebracht. [appellante] betoogde dat het college ten onrechte alleen het geluid van de co-/mestvergistingsinstallatie had beoordeeld en de cumulatie met het geluid van de veehouderij buiten beschouwing had gelaten. Dit betoog werd door de Afdeling verworpen, omdat het college zich op het rapport had gebaseerd dat grenswaarden voor het geluid van de gehele inrichting bevatte.
Daarnaast betoogde [appellante] dat er een cumulatieberekening had moeten plaatsvinden voor de geur van de co-/mestvergistingsinstallatie en het veehouderijgedeelte. Dit betoog werd ook verworpen, omdat het niet met concrete argumenten was onderbouwd. Uiteindelijk oordeelde de Afdeling dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.