ECLI:NL:RVS:2016:1371

Raad van State

Datum uitspraak
11 mei 2016
Publicatiedatum
18 mei 2016
Zaaknummer
201602055/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Staphorst Dorp - Rouveen

Op 26 januari 2016 heeft de raad van de gemeente Staphorst het bestemmingsplan "Staphorst Dorp - Rouveen" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen, wonend te Staphorst, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 4 mei 2016 ter zitting behandeld, waarbij [verzoeker] en anderen vertegenwoordigd waren door [gemachtigde] en de raad door ing. R.C. van der Spek. Ook [belanghebbende], vertegenwoordigd door J. Korterink, was als partij aanwezig.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij constateerde dat er een reële kans is dat het beroep van [verzoeker] en anderen niet-ontvankelijk is, voor zover dit is ingediend door [verzoeker A], omdat deze geen zienswijze tegen het ontwerpplan heeft ingediend. Het verzoek van [verzoeker] en anderen richtte zich tegen de bestemming "Wonen" voor een perceel aan de Lindenlaan, waar zij niet willen dat een woning kan worden gebouwd zolang op hun eigen perceel de bouw van een woning niet is toegestaan.

De voorzieningenrechter merkte op dat het vorige bestemmingsplan al de bouw van een woning op het betreffende perceel mogelijk maakte en dat de raad dit recht in het nieuwe plan heeft willen respecteren. Hij verwachtte dat de Afdeling in de bodemprocedure zal oordelen dat de raad dit in redelijkheid heeft kunnen doen. Gelet op deze overwegingen wees de voorzieningenrechter het verzoek af en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2016.

Uitspraak

201602055/2/R1.
Datum uitspraak: 11 mei 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Staphorst,
en
de raad van de gemeente Staphorst,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 januari 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Staphorst Dorp - Rouveen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 4 mei 2016, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door ing. R.C. van der Spek, zijn verschenen. Voorts is [belanghebbende], vertegenwoordigd door J. Korterink, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan voorziet in een actueel juridisch planologisch kader voor Staphorst Dorp en Rouveen.
3. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter stelt de raad terecht dat er een reële kans is dat de Afdeling in de bodemzaak zal oordelen dat het beroep van [verzoeker] en anderen niet-ontvankelijk is, voor zover dit is ingediend door [verzoeker A]. Niet is gebleken dat [verzoeker A] een zienswijze naar voren heeft gebracht tegen het ontwerpplan. De voorzieningenrechter verwacht dat het beroep voor het overige ontvankelijk is. Derhalve wordt inhoudelijk op het verzoek ingegaan.
4. [verzoeker] en anderen zijn eigenaren van het perceel [locatie]. Hun verzoek richt zich tegen het plandeel met de bestemming "Wonen" voor het perceel aan de Lindenlaan tussen de nummers 20a en 22. Zij willen niet dat op dit perceel een woning kan worden gebouwd, zolang op hun eigen perceel de bouw van een woning niet planologisch wordt toegestaan.
5. Vaststaat dat het vorige bestemmingsplan "Staphorst Dorp partiële herziening Lindenlaan" van 10 juni 2014 de bouw van een woning op het perceel aan de Lindenlaan tussen de nummers 20a en 22 reeds mogelijk maakte. De raad heeft dit eerder verkregen recht in het voorliggende plan willen respecteren. De voorzieningenrechter verwacht dat de Afdeling in de bodemprocedure zal oordelen dat de raad dit in redelijkheid heeft kunnen doen. Hiertoe wordt overwogen dat [verzoeker] en anderen niet hebben gesteld dat een goede ruimtelijke ordening zich verzet tegen de bouw van een woning op het perceel. Of de raad voor het perceel [locatie] heeft kunnen weigeren om een bouwmogelijkheid voor een woning toe te kennen is een andere vraag die in de bodemprocedure aan de orde zal komen.
6. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek af te wijzen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Priem, griffier.
w.g. Koeman w.g. Priem
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2016
646.