ECLI:NL:RVS:2015:993

Raad van State

Datum uitspraak
1 april 2015
Publicatiedatum
1 april 2015
Zaaknummer
201401405/1/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Giel Peetershof Egchel en de gevolgen voor het woon- en leefklimaat

Op 1 april 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Giel Peetershof Egchel". Dit bestemmingsplan werd op 17 december 2013 vastgesteld door de raad van de gemeente Peel en Maas. Appellanten, een besloten vennootschap en een particulier, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij betogen dat het plan het woon- en leefklimaat in de kern Egchel verslechtert en dat het hun bedrijfsvoering belemmert. De Afdeling heeft de zaak op 20 november 2014 ter zitting behandeld, waarbij de appellanten werden vertegenwoordigd door hun advocaat en de raad door meerdere ambtenaren.

De Afdeling overweegt dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan beleidsvrijheid heeft en dat de Afdeling deze beslissing terughoudend toetst. De appellanten hebben onder andere aangevoerd dat de raad ten onrechte heeft aangenomen dat het woon- en leefklimaat niet is verslechterd ten opzichte van een eerder besluit uit 2008. De raad heeft echter gesteld dat de normen voor geurhinder niet doorslaggevend zijn voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat en dat er voldoende maatregelen zijn genomen om geurhinder te reduceren.

De Afdeling concludeert dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het woon- en leefklimaat ter plaatse van de Giel Peetershof aanvaardbaar is. Het beroep van de appellanten wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 april 2015.

Uitspraak

201401405/1/R6.
Datum uitspraak: 1 april 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [appellant A] en [appellant B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), gevestigd onderscheidenlijk wonend te Egchel, gemeente Peel en Maas,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Peel en Maas,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Giel Peetershof Egchel" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 november 2014, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. J.J.J. de Rooij, advocaat te Tilburg, en de raad, vertegenwoordigd door mr. F. Limpens-Cuijpers, C. Derks en E. Giebelen, allen werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door C. Swart en drs. A.E.H. Meulenbroek-Lemmens, beiden werkzaam bij Grontmij, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in woningbouw ten zuidoosten van Egchel.
3. [appellant] betoogt dat de raad ten onrechte ervan uitgaat dat het woon- en leefklimaat in de kern Egchel niet is verslechterd ten opzichte van 22 december 2008.
3.1. De raad heeft bij besluit van 22 december 2008 ingestemd met de gebiedsontwikkeling van Egchel om de milieugebruiksruimte in een vast te stellen landbouwontwikkelingsgebied (hierna: LOG) aan te wenden om in de bestaande kern Egchel plaatselijke knelpunten voor het woon- en leefklimaat op te lossen. Hierbij is uitgangspunt de vergunde situatie wat betreft de geurbelasting op 22 december 2008. In het besluit van 22 december 2008 is voorts ingestemd met de ontwikkeling van de naast de kern Egchel gelegen gronden tot het woongebied Giel Peetershof.
Vervolgens heeft de raad bij besluit van 25 juni 2013 het bestemmingsplan "LOG Egchelse Heide" vastgesteld en bij het bestreden besluit het onderhavige plan voor de ontwikkeling van het woongebied Giel Peetershof.
3.2. De beroepsgrond over de verslechtering van het woon- en leefklimaat in de kern Egchel heeft betrekking op de gevolgen van het bestemmingsplan "LOG Egchelse Heide" dat in deze procedure niet ter beoordeling staat. Het betoog faalt.
4. [appellant] betoogt voorts dat het plan de bedrijfsvoering van haar bedrijf op het perceel Jacobusstraat 42 belemmert. Zij stelt dat het plan voorziet in woningbouw binnen de op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (hierna: Wgv) in acht te nemen contour van 3 OU/m3. Volgens [appellant] is er in de huidige situatie ondanks de aanwezigheid van bestaande woningen binnen de geurcontour ruimte voor bedrijfsuitbreiding aan de westelijke zijde van haar bedrijf dan wel zuidwestelijk van het plangebied. In dit verband wijst [appellant] op de mogelijkheid de bouwkavel anders in te richten en het emissiepunt te verleggen. Voorts voert Rutte aan dat geen sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de normen uit de Wgv voor de beoordeling van geurhinder afkomstig van een individuele veehouderij niet doorslaggevend zijn voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat. Voorts wijst de raad erop dat ter plaatse van de bestaande woning in de bebouwde kom op het perceel [locatie] en bij een aantal andere woningen niet wordt voldaan aan de norm van 3 OU/m3 uit de Wgv. De raad stelt voorts dat in de in 2011 ten behoeve van het bedrijf verleende milieuvergunning al rekening is gehouden met het treffen van geurreducerende maatregelen waaronder het verleggen van het emissiepunt. In dit verband wijst de raad er verder op dat in het voor het perceel van [appellant] geldende bestemmingsplan "Buitengebied" voor een deel van het perceel de aanduiding "intensieve veehouderij uitgesloten" is opgenomen alsmede dat het bouwvlak bijna geheel is bebouwd. Gezien het vorenstaande is de raad van mening, dat uitbreiding van het bedrijf van [appellant] niet mogelijk is.
De raad heeft het woon- en leefklimaat in de Giel Peetershof beoordeeld aan de hand van de Structuurvisie Buitengebied en de Structuurvisie Gebiedsontwikkeling Egchel waarin is vastgelegd wat de streefkwaliteit voor geur voor de Giel Peetershof is. Volgens de raad is de achtergrondbelasting in bijna het gehele plangebied zodanig dat er een goed of een redelijk goed woon- en leefklimaat is, zodat woningbouw in de Giel Peetershof in overeenstemming is met de Structuurvisie Buitengebied en de Structuurvisie Gebiedsontwikkeling Egchel.
4.2. Het noordwestelijk gelegen deel van het plangebied heeft de bestemming "Woongebied". Dit deel ligt op ongeveer 50 m van de kern Egchel en op ongeveer 170 m van het bedrijf van [appellant]. Verder heeft een groot deel van het plangebied de bestemming "Agrarisch". Dit deel ligt verder weg van de kern Egchel en ligt op ongeveer 110 m van het bedrijf van [appellant]. Op dit deel rust de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied".
Ingevolge artikel 8, lid 8.1, onder a, van de planregels zijn de voor "Woongebied" aangewezen gronden bestemd voor wonen.
Ingevolge lid 8.2.1 gelden voor hoofdgebouwen de volgende regels:
a. hoofdgebouwen mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gerealiseerd;
b. het aantal woningen binnen het plangebied (kennelijk bedoeld is: het bestemmingsvlak) mag niet meer bedragen dan 50;
[…].
Ingevolge artikel 14, lid 14.1, kan het college van burgemeester en wethouders de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied" wijzigen ten behoeve van de bouw van maximaal 70 woningen met bijbehorende voorzieningen (wegen, parkeer-, speel-, en groenvoorzieningen e.d.), mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
[…]
c. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren tegen de wijziging, waarbij in ieder geval geldt dat voldaan wordt aan de normen die zijn gesteld bij of krachtens de Wet geluidhinder;
[…]
f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.
4.3. Ingevolge artikel 3, eerste lid, onder a, van de Wgv wordt een omgevingsvergunning met betrekking tot een veehouderij geweigerd indien de geurbelasting van die veehouderij op een geurgevoelig object, gelegen binnen een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 3,0 OU/m3.
4.4. De Afdeling overweegt over de gestelde belemmering van de bedrijfsvoering van [appellant] als volgt. In de kern Egchel bevinden zich meerdere woningen binnen de geurcontour van 3,0 OU/m3 van de voorgrondbelasting van het bedrijf van [appellant], waaronder de bestaande woning binnen de bebouwde kom aan de [locatie]. De raad heeft onweersproken gesteld dat met de aanwezigheid van deze woningen in de milieuvergunning van het bedrijf al rekening is gehouden met het treffen van geurreducerende maatregelen waaronder verlegging van het emissiepunt, en dat in het bestemmingsplan "Buitengebied" voor een deel van het perceel de aanduiding "intensieve veehouderij uitgesloten" is opgenomen, alsmede dat het bouwvlak bijna geheel is bebouwd. In hetgeen [appellant] aanvoert, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat uitbreiding van het veebestand van het bedrijf van [appellant] op de bestaande locatie niet mogelijk is.
4.5. Wat het woon- en leefklimaat betreft overweegt de Afdeling het volgende. De raad heeft voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat, zoals toegelicht in de plantoelichting, de Structuurvisie Buitengebied en de Structuurvisie Gebiedsontwikkeling Egchel in aanmerking genomen. De Structuurvisie Buitengebied vermeldt voor de kleine kernen als streefkwaliteit voor het woon- en leefklimaat de kwalificatie ‘goed’. Hierbij is vermeld dat de raad voor gebiedsontwikkelingen specifieke uitgangspunten kan vastleggen. Voor de bepaling van de kwalificaties is aangesloten bij de milieukwaliteitscriteria uit bijlage 7 van de Handreiking bij de Wgv. De Structuurvisie Gebiedsontwikkeling Egchel vermeldt dat de woon- en leefomgeving van Egchel niet mag verslechteren en dat het uitgangspunt is de kwalificatie ‘redelijk goed’.
In verband met de voorgrondbelasting neemt de Afdeling het volgende in aanmerking. Niet in geschil is dat delen van de gronden met de bestemming "Woongebied" en de gronden met de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied" zich bevinden binnen de geurcontour van 3,0 OU/m3 van de voorgrondbelasting van het bedrijf van [appellant], zodat daar een hogere geurbelasting van dat bedrijf is. Zoals de Afdeling in de uitspraak van 7 oktober 2009 in zaak nr. 200900801/1/R3) heeft overwogen volgt uit de omstandigheid dat een voor een veehouderij toepasselijke norm is overschreden niet dat ter plaatse geen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Dit zal evenwel voldoende moeten worden gemotiveerd. In de plantoelichting is wat de voorgrondbelasting betreft opgenomen dat het woon- en leefklimaat varieert van redelijk goed (3,8 tot 6,6 OU/m3) tot goed (3 tot 3,8 OU/m3). Ter plaatse van de ontsluitingsweg is het woon- en leefklimaat matig (tot 8,2 OU/m3). Dit deel van het bestemmingsplan betreft de bestemming "Verkeer".
In verband met de achtergrondbelasting neemt de Afdeling het volgende in aanmerking. Volgens de plantoelichting varieert bij benutting van de planologische mogelijkheden in de omgeving de achtergrondbelasting in het plangebied waarin de geurbelasting van het bedrijf van [appellant] is verdisconteerd, van 6,5 OU/m3 tot 7,4 OU/m3 (‘goed’) en van 7,4 OU/m3 tot 12,5 OU/m3 (‘redelijk goed’). Alleen in een klein deel van het plangebied ter plaatse van de ontsluitingsweg vanaf de Jacobusstraat is de achtergrondbelasting 14,5 OU/m3 (‘matig’). Niet is gesteld dat deze gegevens onjuist zijn.
Gezien het vorenstaande is de Afdeling van oordeel dat de raad uitgaande van de Structuurvisie Buitengebied en de Structuurvisie Gebiedsontwikkeling Egchel zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen, dat het woon- en leefklimaat ter plaatse van de Giel Peetershof aanvaardbaar is. Het betoog faalt.
5. [appellant] betoogt dat de beperking van de mogelijkheden om haar bedrijf verder te ontwikkelen niet is betrokken in de analyse van de planschade.
5.1. De raad stelt zich op het standpunt dat vanwege in het verleden gemaakte afspraken er geen aanleiding was om [appellant] op te nemen in de analyse van de planschade.
5.2. Met betrekking tot het betoog dat de planschaderisicoanalyse onvolledig is overweegt de Afdeling dat daartoe geen wettelijke verplichting bestaat. Wel dient de raad, gelet op artikel 3.1.6, eerste lid, onder f, van het Besluit ruimtelijke ordening, inzicht te bieden in de financiële uitvoerbaarheid van het plan. Daarbij kunnen eventueel te betalen tegemoetkomingen in planschade een rol spelen. In de plantoelichting heeft de raad inzicht geboden in de financiële uitvoerbaarheid van het plan. In hetgeen [appellant] aanvoert ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de toelichting op dit onderdeel ontoereikend is. Het betoog faalt.
6. Gezien het voorgaande is het beroep ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, voorzitter, en mr. D.J.C. van den Broek en mr. E.A. Minderhoud, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, griffier.
w.g. Hoekstra w.g. Melse
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 april 2015
191.