201309344/2/R2.
Datum uitspraak: 1 april 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Huissen, gemeente Lingewaard, en anderen,
en
de raad van de gemeente Lingewaard,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 juni 2013, kenmerk 53/2013, heeft de raad het bestemmingsplan "Kom Huissen" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] en anderen hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 september 2014, waar onder meer, [appellant], bijgestaan door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door R.L. Noppen, zijn verschenen.
Bij tussenuitspraak van 5 november 2014, in zaak nr. 201309344/1/R2, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 12 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 27 juni 2013 te herstellen, de Afdeling de uitkomst mede te delen en een eventueel gewijzigd besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 22 januari 2015, kenmerk 3/2015, een nadere motivering van het besluit van 27 juni 2013 vastgesteld.
Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben [appellant] en anderen een zienswijze naar voren gebracht over de wijze waarop het gebrek is hersteld.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Bij tussenuitspraak van 5 november 2014 heeft de Afdeling in overweging 8.5 overwogen dat de raad de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het initiatief van [appellant] en anderen voor het bouwen van negentien appartementen en een commerciële ruimte op de gronden aan de Weverstraat gelegen tussen de Stadsdam en de percelen [locatie] te Huissen niet deugdelijk heeft beoordeeld en dat het plan in zoverre onvoldoende is gemotiveerd.
2. Bij besluit van 22 januari 2015 heeft de raad de motivering van het besluit van 27 juni 2013 aangevuld. Bij de beoordeling van de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het initiatief van [appellant] en anderen heeft de raad onder meer de "Centrumvisie Huissen 2008" en de rapportages "Binnenstad Huissen, cultuurhistorisch onderzoek en waardering" en "Huissen - herbestemming en transformatiekader locaties" betrokken. De raad ziet op basis van de nadere motivering geen aanleiding om het besluit van 27 juni 2013 te wijzigen en het initiatief van [appellant] en anderen in het plan mogelijk te maken.
3. Naar aanleiding van de nadere motivering hebben [appellant] en anderen gesteld dat zij geen inhoudelijke reactie op de nadere motivering geven en dat daaraan niet de gevolgtrekking mag worden verbonden dat tegen de nadere motivering geen bezwaren bestaan.
Daartoe vervolgens in de gelegenheid gesteld hebben [appellant] en anderen evenwel niet binnen de gestelde termijn alsnog een inhoudelijke reactie naar voren gebracht.
4. [appellant] en anderen hebben gesteld noch onderbouwd dat de nadere motivering ontoereikend is. De Afdeling ziet dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat de door de raad gegeven nadere motivering waarop het besluit berust niet toereikend is.
5. Het beroep van [appellant] en anderen tegen het besluit van 27 juni 2013 waarbij het bestemmingsplan "Kom Huissen" is vastgesteld, is, gelet op overweging 8 van de tussenuitspraak, niet-ontvankelijk, voor zover het beroep is ingesteld door [één van de anderen].
Het beroep van [appellant] en anderen, behoudens [één van de anderen], tegen het besluit van 27 juni 2013 waarbij het bestemmingsplan "Kom Huissen" is vastgesteld, is, gelet op overweging 10 van de tussenuitspraak, gegrond. Dit besluit dient wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) te worden vernietigd, voor zover dat ziet op de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Bedrijf - 1" dat ziet op de gronden aan de Weverstraat gelegen tussen de Stadsdam en de percelen [locatie] te Huissen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb te bepalen dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in zoverre in stand blijven.
6. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep, voor zover het is ingesteld door [één van de anderen], niet-ontvankelijk;
II. verklaart het beroep voor het overige gegrond;
III. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Lingewaard van 27 juni 2013, kenmerk 53/2013, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Huissen", voor zover dat ziet op de vaststelling van het plandeel met de bestemming "Bedrijf - 1" dat ziet op de gronden aan de Weverstraat gelegen tussen de Stadsdam en de percelen [locatie] te Huissen;
IV. bepaalt dat de rechtsgevolgen van dat besluit in zoverre in stand blijven;
V. veroordeelt de raad van de gemeente Lingewaard tot vergoeding van bij [appellant] en anderen in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.225,00 (zegge: twaalfhonderdvijfentwintig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
VI. gelast dat de raad van de gemeente Lingewaard aan [appellant] en anderen het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 318,00 (zegge: driehonderdachttien euro) vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en drs. W.J. Deetman en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, griffier.
w.g. Polak w.g. Plambeck
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 april 2015
159-803.