ECLI:NL:RVS:2015:974

Raad van State

Datum uitspraak
16 maart 2015
Publicatiedatum
25 maart 2015
Zaaknummer
201410226/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen wijzigingsplan voor kamerverhuur in Gilze

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 maart 2015 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door [verzoeker], wonend in de gemeente Gilze en Rijen, tegen het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen. Het college had op 14 oktober 2014 een wijzigingsplan vastgesteld dat kamerverhuur op een perceel in Gilze mogelijk maakt. [verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij ook kamerverhuur op zijn perceel wenst toe te staan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 maart 2015 ter zitting behandeld. Tijdens deze zitting waren zowel [verzoeker] als het college vertegenwoordigd. Het gemeentebestuur heeft de aanvraag van [verzoeker] voor een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan afgewezen, met de reden dat kamerverhuur in de dorpskern wel, maar in het buitengebied niet kan worden toegestaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek zich richt tegen het wijzigingsplan en dat de beroepsgronden van [verzoeker] niet gericht zijn tegen de kamerverhuur die het wijzigingsplan mogelijk maakt. Hierdoor zijn er geen aanknopingspunten voor de verwachting dat het bestreden besluit in de bodemprocedure niet stand zal houden.

Op basis van deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 maart 2015.

Uitspraak

201410226/2/R3.
Datum uitspraak: 16 maart 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats], gemeente Gilze en Rijen,
verzoeker,
en
het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 14 oktober 2014 heeft het college het wijzigingsplan "[locatie] Gilze" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 2 maart 2015, waar [verzoeker] en het college, vertegenwoordigd door A.M.M. van de Groes, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Tevens is [belanghebbende], bijgestaan door mr. G.H. Blom, als belanghebbende gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het verzoek richt zich tegen de kamerverhuur die het wijzigingsplan op het perceel [locatie] te Gilze mogelijk maakt. [verzoeker] beoogt met zijn beroep te bewerkstelligen dat kamerverhuur ook op zijn perceel wordt toegestaan. Het gemeentebestuur wil hieraan geen medewerking verlenen en heeft zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan dat geldt voor zijn perceel, om kamerverhuur mogelijk te maken, afgewezen. Het gemeentebestuur is van oordeel dat kamerverhuur in de dorpskern wel, maar in het buitengebied niet kan worden toegelaten. In deze procedure kunnen echter alleen de beroepsgronden tegen het wijzigingsplan worden beoordeeld en de vraag of kamerverhuur ook op het perceel van [verzoeker] moet worden toegestaan kan hier dan ook niet aan de orde komen. Zijn betoog dat sprake is van rechtsongelijkheid kan [verzoeker] aan de orde stellen in de procedure tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan dat geldt voor zijn perceel. [verzoeker] heeft geen beroepsgronden naar voren gebracht tegen de kamerverhuur die voorliggend wijzigingsplan mogelijk maakt. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanknopingspunten voor de verwachting dat het bestreden besluit in de bodemprocedure geen stand zal kunnen houden.
3. Gelet op het voorgaande bestaat, mede gelet op de betrokken belangen, aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S.J.R.R. Brock, griffier.
w.g. Drupsteen w.g. Brock
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2015
177-603.