ECLI:NL:RVS:2015:887

Raad van State

Datum uitspraak
18 maart 2015
Publicatiedatum
18 maart 2015
Zaaknummer
201410352/1/R6
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan Blijdrecht niet-ontvankelijk verklaard

Op 18 maart 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellant, wonend te Mijdrecht, en de raad van de gemeente De Ronde Venen. De zaak betreft een beroep tegen het besluit van de raad van 30 oktober 2014, waarbij het bestemmingsplan "Blijdrecht" is vastgesteld. Dit plan voorziet in de herontwikkeling van de zwembadlocatie Blijdrecht door het slopen van het huidige zwembad en de realisatie van 20 grondgebonden woningen.

De appellant heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar de raad heeft in een verweerschrift aangevoerd dat de appellant geen belang heeft bij een beoordeling van het bestreden besluit. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2015, waar de appellant, bijgestaan door twee personen, en de raad, vertegenwoordigd door twee ambtenaren, aanwezig waren.

De Afdeling heeft overwogen dat de appellant op een afstand van ongeveer 115 meter van het plangebied woont en vanuit zijn woning geen zicht heeft op de betrokken percelen. Gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt, is deze afstand te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang aan te nemen. De appellant heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden moeten leiden tot de conclusie dat hij toch als belanghebbende kan worden aangemerkt. Daarom heeft de Afdeling het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

201410352/1/R6.
Datum uitspraak: 18 maart 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Mijdrecht, gemeente De Ronde Venen,
en
de raad van de gemeente de Ronde Venen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 30 oktober 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Blijdrecht" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2015, waar [appellant], bijgestaan door [persoon 1] en [persoon 2], en de raad, vertegenwoordigd door H.P. van Berkel en A.W. Bosman, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het plan voorziet in de herontwikkeling van zwembadlocatie Blijdrecht door het slopen van het thans aanwezige zwembad en het realiseren van 20 grondgebonden woningen.
Ontvankelijkheid
2. De raad stelt dat [appellant] geen belang heeft bij een beoordeling van het bestreden besluit en zijn beroep dan ook niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
2.1. [appellant] woont op een afstand van ongeveer 115 m van het plangebied. Vanuit zijn woning heeft hij geen zicht op de betrokken percelen. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt, is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang aan te nemen.
Voorts heeft [appellant] geen feiten en omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het besluit zou worden geraakt. Een louter subjectief gevoel van betrokkenheid bij een besluit, hoe sterk dat gevoel ook is, is daarvoor niet voldoende.
De conclusie is dat [appellant] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) en dat hij daartegen ingevolge artikel 8:1, van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 van de Awb geen beroep kan instellen.
Het beroep is niet-ontvankelijk.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. Verhoeven, griffier.
w.g. Hoekstra w.g. Verhoeven
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 maart 2015
690.