ECLI:NL:RVS:2015:792
Raad van State
- Hoger beroep
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 27 november 2014. De staatssecretaris had op 29 oktober 2014 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling gegrond, vernietigde het besluit van de staatssecretaris en droeg hem op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de grieven van de staatssecretaris beoordeeld. De staatssecretaris betoogde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat hij zich ondeugdelijk gemotiveerd had opgesteld over de veiligheidssituatie in Tripoli, Libië. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het besluit van de staatssecretaris ondeugdelijk gemotiveerd had geacht. De Afdeling verklaarde het hoger beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de rechtbank. Tevens verklaarde de Afdeling het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 29 oktober 2014 ongegrond.
De uitspraak werd gedaan op 3 maart 2015 door mr. J.J. van Eck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, griffier. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.