ECLI:NL:RVS:2015:760
Raad van State
- Hoger beroep
- C.H.M. van Altena
- P. Klein
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing wijziging gemeentelijke basisadministratie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die zich noemde '[persoon]', tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 juni 2013. Appellant had verzocht om wijziging van zijn gegevens in de gemeentelijke basisadministratie, maar dit verzoek werd door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen bij besluit van 29 juni 2012. Het college verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond bij besluit van 22 oktober 2012. De rechtbank oordeelde in haar uitspraak dat het beroep van appellant ongegrond was, waarop appellant in hoger beroep ging.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 24 februari 2015 behandeld. Appellant was vertegenwoordigd door mr. R. Veerkamp, advocaat te Utrecht. Tijdens de zitting heeft appellant zijn stelling gepresenteerd dat de uitspraak van de rechtbank in strijd was met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hij stelde dat het college niet in redelijkheid zijn verzoek kon afwijzen. De Afdeling heeft echter geoordeeld dat appellant zijn stelling niet op overtuigende wijze heeft gemotiveerd, ondanks dat hij de gelegenheid had gekregen om dit te doen.
De Afdeling heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de rechtbank onterecht of op onjuiste gronden het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 maart 2015.