ECLI:NL:RVS:2015:601

Raad van State

Datum uitspraak
16 februari 2015
Publicatiedatum
25 februari 2015
Zaaknummer
201501177/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen ongeldigverklaring kandidatenlijst waterschap Rijn en IJssel

In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld tegen een besluit van het centraal stembureau van 6 februari 2015. Dit besluit verklaarde de door de appellant ingediende kandidatenlijst voor de verkiezingen van het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel ongeldig. De kandidatenlijst, aangeduid als 'blanco lijst met als eerste kandidaat [appellant]', werd niet geaccepteerd door het centraal stembureau. De mondelinge uitspraak vond plaats op 16 februari 2015, waarbij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de ontvankelijkheid van het beroep beoordeelde.

De Afdeling verklaarde het beroep niet-ontvankelijk op basis van het niet voldoen aan de verplichting tot betaling van het griffierecht. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient het griffierecht binnen een door de voorzitter gestelde termijn te zijn voldaan. De appellant was op de hoogte gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht en de deadline voor betaling, maar had niet tijdig aan deze verplichting voldaan. De Afdeling oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat de appellant niet in verzuim was geweest.

De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan proceskosten in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen. De Raad van State bevestigde dat het stelsel van de Kieswet niet toestaat dat een beroep wordt gerappelleerd indien aan de betalingsverplichting niet is voldaan. Hierdoor werd het beroep van de appellant afgewezen en de ongeldigverklaring van de kandidatenlijst gehandhaafd.

Uitspraak

201501177/1/A2.
Datum uitspraak: 16 februari 2015 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: Awb) in het geding tussen: [appellant], wonend te [woonplaats], en het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel,
verweerder. Openbare zitting gehouden op 16 februari 2015 om 10:40 uur. Tegenwoordig:
Staatsraad mr. D.A.C. Slump voorzitter
Staatsraad mr. A.W.M. Bijloos lid
Staatsraad mr. C.J. Borman rapporteur mr. M.R. Poot griffier
mr. M. Rijsdijk jurist Verschenen:
Het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. H.M. Slaghekke, werkzaam bij het waterschap;
De Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim, werkzaam bij de Kiesraad. Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 6 februari 2015, waarbij het centraal stembureau de door [appellant] voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van waterschap Rijn en IJssel ingediende kandidatenlijst ‘blanco lijst met als eerste kandidaat [appellant]’ ongeldig heeft verklaard. De Afdeling
verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Gronden: [appellant] is voor het door hem ingestelde beroep griffierecht verschuldigd. Een beroep wordt ingevolge artikel 8:41, vierde, vijfde en zesde lid, van de Awb, gelezen in samenhang met artikel D 9, tweede lid, van de Kieswet, niet-ontvankelijk verklaard indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen de daartoe door de voorzitter gestelde termijn, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Gelet op het stelsel van de Kieswet, wordt niet gerappelleerd indien aan het eerste betalingsverzoek niet wordt voldaan. [appellant] is bij brief van 10 februari 2015, verzonden per e-mail op dezelfde dag, op de verschuldigdheid van het griffierecht gewezen. Daarbij is meegedeeld dat het verschuldigde griffierecht uiterlijk voorafgaand aan de zitting, dat wil zeggen uiterlijk 16 februari 2015 om 10:00 uur, op de rekening van de Raad van State dient te zijn bijgeschreven of contant op het adres van de Raad van State dient te zijn betaald. Tevens is vermeld dat, indien van deze gelegenheid geen gebruik wordt gemaakt, het beroep reeds om die reden niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het bedrag is niet binnen de aldus gestelde termijn op de rekening van de Raad van State bijgeschreven of contant op het adres van de Raad van State betaald. Niet is gebleken van feiten of omstandigheden, op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat [appellant] in verzuim is geweest. w.g. Slump w.g. Poot
voorzitter griffier 362-705.