ECLI:NL:RVS:2015:596

Raad van State

Datum uitspraak
16 februari 2015
Publicatiedatum
25 februari 2015
Zaaknummer
201501172/2/A2, 201501175/2/A2 en 201501177/2/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van staatsraden in bestuursrechtelijke zaken

Op 13 februari 2015 heeft [verzoeker] een verzoek tot wraking ingediend bij de Raad van State, gericht tegen de staatsraden mr. D.A.C. Slump, mr. A.W.M. Bijloos en mr. C.J. Borman, die betrokken waren bij de behandeling van de zaken met nummers 201501172/1/A2, 201501175/1/A2 en 201501177/1/A2. De wraking werd aangevraagd op grond van vermeende feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechters zouden kunnen schaden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het wrakingsverzoek op 16 februari 2015 ter openbare zitting behandeld. De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich te verweren tegen het wrakingsverzoek.

In de mondelinge beslissing van 16 februari 2015 heeft de Afdeling het verzoek om wraking deels buiten behandeling gesteld en deels afgewezen. De Afdeling overwoog dat, volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een partij een verzoek tot wraking kan indienen op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Afdeling stelde vast dat het verzoek van [verzoeker] niet alleen gericht was tegen de individuele staatsraden, maar ook tegen de Afdeling als geheel. Dit laatste is niet toegestaan volgens de wet, waardoor dat deel van het verzoek buiten behandeling werd gesteld.

Wat betreft de staatsraden werd het verzoek afgewezen, omdat [verzoeker] geen feiten of omstandigheden had aangedragen die de onpartijdigheid van de staatsraden in de betreffende zaken in gevaar zouden kunnen brengen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de Afdeling, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

201501172/2/A2, 201501175/2/A2 en 201501177/2/A2.
Datum beslissing: 16 februari 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.
Procesverloop
Bij brief van 13 februari 2015, ingekomen bij de Raad van State op dezelfde dag, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. D.A.C. Slump, mr. A.W.M. Bijloos en mr. C.J. Borman (hierna: de staatsraden) als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaken nrs. 201501172/1/A2, 201501175/1/A2 en 201501177/1/A2.
De staatsraden hebben niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 16 februari 2015 ter openbare zitting aan de orde gesteld. De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Beslissing
Bij mondelinge beslissing van 16 februari 2015 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Awb deels buiten behandeling gesteld en deels afgewezen. Daartoe heeft zij het volgende overwogen.
Overweging
1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2. Voor zover [verzoeker] alle leden van de Afdeling wraakt, wordt het verzoek buiten behandeling gesteld. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van de Afdeling van 12 juni 2012 in zaak nr. 201203018/2/A2) is de ratio van artikel 8:15 van de Awb blijkens de wetsgeschiedenis gelegen in het waken tegen inbreuken op de rechterlijke onpartijdigheid en tegen de schijn van rechterlijke partijdigheid. Een wrakingsgrond dient dan ook gelegen te zijn in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de staatsraad die de zaak behandelt. Het verzoek van [verzoeker] is deels zowel uitdrukkelijk als naar zijn strekking gericht tegen de Afdeling als zodanig. Het verzoek kan evenwel niet het rechterlijk college als zodanig betreffen. Gelet hierop wordt het verzoek in zoverre niet aangemerkt als een verzoek om wraking in de zin der wet en kan het in zoverre om die reden niet in behandeling worden genomen.
3. Voor zover het verzoek ziet op de met de behandeling van de bovengenoemde zaken belaste staatsraden, wordt het verzoek afgewezen. Hetgeen [verzoeker] heeft aangevoerd levert geen feiten of omstandigheden op op grond waarvan de rechterlijke onpartijdigheid in die zaken schade zou kunnen lijden.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. Th.C. van Sloten, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Reuveny, griffier.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Reuveny
voorzitter griffier
622.