201406441/1/R6.
Datum uitspraak: 14 januari 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1] en anderen, allen wonend te Wenum Wiesel, gemeente Apeldoorn,
2. [appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Wenum Wiesel, gemeente Apeldoorn,
en
de raad van de gemeente Apeldoorn,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 3 juli 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Zwolseweg 381 en 383 Wenum Wiesel" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Akkerbouw Beheer B.V. heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 december 2014, waar [appellant sub 1] en anderen, in de persoon van [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen, in de persoon van [appellant sub 2], bijgestaan door [appellant sub 1], en de raad, vertegenwoordigd door T.H. van Essen, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is Akkerbouw Beheer, vertegenwoordigd door mr. A.A. Robbers, B. Schipper en ir. H. Thomas, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan is vastgesteld op verzoek van de eigenaar van de percelen Zwolseweg 381 en 383 te Wenum Wiesel. Het plan maakt de realisatie mogelijk van zestien appartementen, waarvan tien in de voormalige kerk op het perceel en zes in een nieuw te bouwen appartementengebouw direct ten westen van de kerk. Daarnaast voorziet het plan in een reguliere woonbestemming voor de voormalige kosterswoning.
3. Het beroep van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen is uitsluitend gericht tegen het voorziene nieuwe appartementengebouw met zes woningen, direct ten westen van de kerk.
4. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen betogen dat het voorziene appartementengebouw ten westen van de kerk, gelet op zijn volume, niet passend is in de omgeving. Het plan maakt aanmerkelijk meer mogelijk dan hetgeen is toegelaten voor het omliggende gebied op grond van vigerende bestemmingsplannen. Volgens [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen leidt het appartementengebouw tot een aantasting van hun uitzicht en privacy en tot waardedaling van hun woningen. Ook doet het appartementengebouw afbreuk aan het monumentale karakter van de kerk. De kerk is aangewezen als gemeentelijk monument. Het appartementengebouw leidt volgens [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen tevens tot een aantasting van de natuurwaarden van de omgeving. Hierbij is van belang dat direct ten noorden van het appartementengebouw de Papegaaibeek loopt. Het voorziene appartementengebouw dient voornamelijk het financiële belang van de eigenaar/ontwikkelaar, aldus [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen.
4.1. Volgens de raad is het plan voornamelijk ingegeven door de wens de reeds langer dan tien jaar leegstaande kerk in gebruik te nemen voor een andere functie en om op die wijze het monumentale gebouw te behouden. Het financiële belang van de ontwikkelaar is geen bepalende factor geweest bij de besluitvorming. Het plan leidt niet tot een ernstige aantasting van het monumentale karakter van de kerk, gelet op de situering van het appartementengebouw, achter de kerk. Het appartementengebouw leidt volgens de raad evenmin tot een ernstige aantasting van het uitzicht en de privacy van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen, gelet op de afstand tot hun woningen van meer dan 100 m.
4.2. Aan de gronden in het plangebied, direct ten westen van de (voormalige) kerk is in het plan de bestemming "Wonen", met de aanduidingen "bouwvlak", "gestapeld", "maximum bouwhoogte (m) = 11" en maximum goothoogte (m) = 7" toegekend. De oppervlakte van het gedeelte van het bestemmingsvlak dat is aangewezen als bouwvlak bedraagt ongeveer 450 m².
Ingevolge artikel 6, lid 6.1, onder a, van de planregels zijn de voor "Wonen" aangewezen gronden bestemd voor woningen.
Ingevolge lid 6.2.1, onder c, zijn als woningtypen toegelaten ter plaatse van de aanduiding "gestapeld": gestapelde woningen.
Ingevolge lid 6.2.2 geldt voor woningen ter plaatse van de aanduiding "gestapeld":
- als maximale oppervlakte: de oppervlakte van het bouwvlak;
- als maximale goothoogte: de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven waarde;
- als maximale bouwhoogte: de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven waarde.
4.3. Aan de zone binnen 8 m van het tracé van de Papegaaibeek is de bestemming "Natuur", met de dubbelbestemming "Waarde - Beken en sprengen" toegekend.
Ingevolge artikel 4, lid 4.1, onder a, van de planregels zijn de voor "Natuur" aangewezen gronden bestemd voor het behoud, bescherming, aanleg en versterking van natuurwaarden.
Ingevolge artikel 7, lid 7.1, zijn de voor "Waarde - Beken en sprengen" aangewezen gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het beheer, herstel en onderhoud van landschappelijk en ecologisch waardevolle beken en sprengen.
4.4. In de plantoelichting staat dat het plan de realisatie van appartementen in een gemeentelijk monument mogelijk maakt en de nieuwbouw van een blok met zes appartementen. Daarnaast krijgt de kosterswoning (onderdeel van het gemeentelijk monument) een woonbestemming. Het gemeentelijk monument staat op dit moment leeg. Naar een nieuwe functie passend binnen het bestemmingsplan is geen vraag of de functie is financieel niet haalbaar in verband met de hoge kosten die het onderhoud van een kerk met zich brengt. Om het gemeentelijk monument te kunnen behouden in goede staat is de realisatie van appartementen in het complex een passend alternatief. Om het plan financieel haalbaar te maken is in overleg met de provincie uiteindelijk gekozen voor gedeeltelijke nieuwbouw (zes appartementen achter het bestaande complex). De zes extra appartementen zijn nodig omdat enkel een functieverandering vanuit financieel oogpunt niet rendabel is, aldus de plantoelichting.
4.5. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het voorziene appartementengebouw niet leidt tot een ernstige aantasting van de monumentale waarden van de kerk. Bij dit oordeel neemt de Afdeling in aanmerking dat de raad ter zitting heeft toegelicht dat het appartementengebouw niet of niet goed zichtbaar zal zijn vanaf de openbare weg, gelet op zijn situering achter de kerk, en dat de bouwhoogte niet groter is dan de bouwhoogte van het noordelijke deel van de kerk.
De Afdeling is verder van oordeel dat het standpunt van de raad dat het voorziene appartementengebouw niet leidt tot een ernstige aantasting van de Papegaaibeek niet onredelijk is. In de nabijheid van de beek is reeds andere bebouwing gesitueerd. Voor de beek als zodanig en de gronden in de directe nabijheid ervan is voorzien in een planregeling die de bestaande natuurwaarden beschermt.
De Afdeling ziet evenmin aanleiding voor het oordeel dat het voorziene appartementengebouw, met zes woningen, leidt tot een ernstige aantasting van het uitzicht en de privacy van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen. Bij dit oordeel is van belang de betrekkelijk geringe omvang van de ontwikkeling, in samenhang met de omstandigheid dat de afstand tussen de woningen van [appellant sub 1] en anderen aan de Zwolseweg en [appellant sub 2] en anderen aan de Wieselse Kampweg tot het appartementengebouw meer dan 100 m, onderscheidenlijk meer dan 150 m, bedraagt.
De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het voorziene appartementengebouw niet leidt tot een ernstige aantasting van de karakteristiek van de omgeving. Bij dit oordeel is van belang dat de enkele omstandigheid dat in de omgeving van het plangebied voornamelijk (vrijstaande) woningen zijn gesitueerd, niet betekent dat een appartementengebouw van twee bouwlagen met een kap, vanuit ruimtelijk oogpunt onaanvaardbaar is. De raad heeft ter zitting toegelicht dat het om een uniek project gaat. In Wenum Wiesel zijn geen andere appartementengebouwen. Wat betreft het bouwvolume bestaat weliswaar een verschil met de nabijgelegen vrijstaande woningen, maar dat geldt ook voor het kerkgebouw in relatie tot de nabijgelegen bebouwing.
Wat de eventueel nadelige invloed van het plan op de waarde van de woningen van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen betreft, bestaat geen grond voor de verwachting dat die waardevermindering zodanig zal zijn dat de raad bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan hij heeft gedaan.
Het betoog faalt.
5. [appellant sub 1] en anderen betogen dat geen behoefte bestaat aan de voorziene appartementen. In Wenum Wiesel bestaat vooral behoefte aan woningen voor starters en senioren. De voorziene appartementen behoren tot een hoger (prijs)segment.
5.1. De raad heeft ter zitting toegelicht dat een cijfermatige onderbouwing van de behoefte in kwalitatieve zin niet voorhanden is. De raad gaat er evenwel van uit dat de woningen verkocht zullen worden, omdat het om een voor Wenum Wiesel bijzonder project gaat. De raad heeft er verder op gewezen dat de voorziene appartementen ook aantrekkelijk zijn voor senioren, onder meer omdat het niet-grondgebonden woningen betreft. In hetgeen [appellant sub 1] en anderen hebben aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat behoefte bestaat aan het voorziene appartementengebouw met zes woningen. Het betoog faalt.
6. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen hebben zich in het beroepschrift voor het overige beperkt tot het verwijzen naar de inhoud van de zienswijze. In de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op deze zienswijze. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen hebben in het beroepschrift, noch ter zitting redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn. Het betoog faalt.
7. Gelet op het voorgaande zijn de beroepen ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.L.M. van Loo, griffier.
w.g. Van der Wiel w.g. Van Loo
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 januari 2015
418-739.