ECLI:NL:RVS:2015:500
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake wijziging persoonsgegevens in gemeentelijke basisadministratie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 24 juni 2014 het beroep van [appellante] ongegrond verklaarde. Het hoger beroep is ingesteld tegen de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg van een verzoek van [appellante] om wijziging van haar persoonsgegevens in de gemeentelijke basisadministratie (gba). Het college had eerder, op 14 november 2012, het verzoek afgewezen en het bezwaar daartegen ongegrond verklaard op 11 juli 2013.
Tijdens de zitting op 27 januari 2015 heeft [appellante] verklaard dat zij inmiddels is verhuisd naar de gemeente [plaats] en niet meer geregistreerd staat in de gba van Tilburg. Dit heeft geleid tot de vraag of [appellante] nog een actueel belang heeft bij de beoordeling van haar hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat het college niet langer bevoegd is om persoonsgegevens van [appellante] in de gba te wijzigen, waardoor zij geen belang meer heeft bij een uitspraak op haar hoger beroep. De enkele intentie om terug te keren naar Tilburg is onvoldoende om een actueel belang aan te nemen.
De Afdeling concludeert dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat [appellante] geen rechtens te beschermen belang meer heeft. De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken op 18 februari 2015.