ECLI:NL:RVS:2015:500

Raad van State

Datum uitspraak
18 februari 2015
Publicatiedatum
18 februari 2015
Zaaknummer
201406662/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake wijziging persoonsgegevens in gemeentelijke basisadministratie

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 24 juni 2014 het beroep van [appellante] ongegrond verklaarde. Het hoger beroep is ingesteld tegen de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg van een verzoek van [appellante] om wijziging van haar persoonsgegevens in de gemeentelijke basisadministratie (gba). Het college had eerder, op 14 november 2012, het verzoek afgewezen en het bezwaar daartegen ongegrond verklaard op 11 juli 2013.

Tijdens de zitting op 27 januari 2015 heeft [appellante] verklaard dat zij inmiddels is verhuisd naar de gemeente [plaats] en niet meer geregistreerd staat in de gba van Tilburg. Dit heeft geleid tot de vraag of [appellante] nog een actueel belang heeft bij de beoordeling van haar hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat het college niet langer bevoegd is om persoonsgegevens van [appellante] in de gba te wijzigen, waardoor zij geen belang meer heeft bij een uitspraak op haar hoger beroep. De enkele intentie om terug te keren naar Tilburg is onvoldoende om een actueel belang aan te nemen.

De Afdeling concludeert dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat [appellante] geen rechtens te beschermen belang meer heeft. De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is dat het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken op 18 februari 2015.

Uitspraak

201406662/1/A3.
Datum uitspraak: 18 februari 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [plaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 24 juni 2014 in zaak nr. 13/4586 in het geding tussen:
[appellante]
en
het college van burgemeester en wethouders van Tilburg.
Procesverloop
Bij besluit van 14 november 2012 heeft het college een verzoek van [appellante] om wijziging van haar persoonsgegevens in de gemeentelijke basisadministratie (hierna: de gba) afgewezen.
Bij besluit van 11 juli 2013 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 24 juni 2014 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 januari 2015, waar [appellante], bijgestaan door mr. R.C. van den Berg, advocaat te Waalwijk, en het college, vertegenwoordigd door mr. A.P.A. Schutter, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. [appellante] is thans verhuisd naar de gemeente [plaats] en staat derhalve niet meer geregistreerd in de gba van de gemeente Tilburg.
Desgevraagd heeft [appellante] medegedeeld dat zij ten gevolge van een crisissituatie naar [plaats] is verhuisd en voornemens is om op korte termijn te verhuizen naar de gemeente Tilburg, zodat zij een belang heeft bij een uitspraak van de Afdeling.
2. Nu [appellante] thans niet meer staat geregistreerd in de gba van de gemeente Tilburg is het college niet langer bevoegd om persoonsgegevens betreffende [appellante] in de gba te wijzigen, zodat [appellante] in zoverre geen belang meer heeft bij een uitspraak op haar hoger beroep. De enkele omstandigheid dat zij voornemens is om terug te keren naar de gemeente Tilburg maakt dit niet anders. Dit is een onzekere toekomstige gebeurtenis. Ook overigens is niet gebleken dat zij nog een rechtens te beschermen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 27 augustus 2014 in zaak nr. 201307905/1/A3) is de bestuursrechter slechts gehouden tot inhoudelijke beoordeling van een bij hem ingediend beroep tegen een besluit van een bestuursorgaan indien de indiener daarbij een actueel en reëel belang heeft. Indien dat belang is vervallen, is de bestuursrechter niet geroepen uitspraak te doen over de uitleg van een regeling, uitsluitend vanwege de principiële betekenis daarvan.
3. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, griffier.
w.g. Verheij w.g. Neuwahl
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2015
280-798.