ECLI:NL:RVS:2015:409
Raad van State
- Hoger beroep
- A.B.M. Hent
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake vreemdelingenbewaring
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 19 november 2014. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard, de maatregel van vreemdelingenbewaring opgeheven en schadevergoeding toegekend. De vreemdeling was op 7 november 2014 in vreemdelingenbewaring gesteld, wat leidde tot de rechtszaak. De staatssecretaris heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, waarop de vreemdeling een verweerschrift heeft ingediend. De staatssecretaris heeft nadere stukken ingediend en de vreemdeling heeft daarop gereageerd. Het onderzoek is vervolgens gesloten.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde was, behandeld. In een eerdere uitspraak van 3 februari 2015 heeft de Afdeling geoordeeld dat de grief van de staatssecretaris slaagt. De Afdeling heeft vastgesteld dat het hoger beroep kennelijk gegrond is en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank dient te worden vernietigd. De Afdeling heeft het besluit van 7 november 2014 getoetst aan de beroepsgronden die in eerste aanleg zijn ingediend.
De vreemdeling heeft in beroep aangevoerd dat de staatssecretaris niet zorgvuldig heeft gehandeld, omdat hij laat op de avond in bewaring is gesteld en geen rekening is gehouden met zijn psychische problemen. De Afdeling oordeelt echter dat de vreemdeling niet heeft aangetoond dat zijn psychische problemen hem belemmerden om op het moment van de inbewaringstelling te worden vastgehouden. Daarom wordt het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is op 4 februari 2015 openbaar uitgesproken.