ECLI:NL:RVS:2015:4076
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- H. Troostwijk
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De aanvraag werd op 25 maart 2015 afgewezen, waarna de vreemdeling op 20 april 2015 in beroep ging bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.R. Nohar, stelde hoger beroep in tegen deze uitspraak.
De vreemdeling betoogde dat zij in China, vanwege haar lidmaatschap van de niet bij de Chinese overheid geregistreerde protestante kerk "Mengtou Pai", een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank had echter overwogen dat de staatssecretaris terecht had gesteld dat de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat zij dit risico loopt. De vreemdeling klaagde dat zij niet voldoende gelegenheid had gekregen om haar standpunt te onderbouwen, omdat de staatssecretaris dit standpunt pas ter zitting naar voren bracht.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de grief van de vreemdeling slaagde. Het hoger beroep werd gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd. De zaak werd terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling, waarbij de rechtbank ook moest beslissen over de proceskosten in hoger beroep, die door de Afdeling op € 490,00 werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar gedaan op 30 december 2015.