ECLI:NL:RVS:2015:3926

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2015
Publicatiedatum
23 december 2015
Zaaknummer
201503056/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake subsidieaanvraag voor ontwikkeling prototype snelvarende sloep

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had op 6 maart 2015 geoordeeld dat het SNN een subsidie van € 6.880,92 moest verlenen aan [wederpartij], die een subsidie had aangevraagd voor de ontwikkeling en bouw van een prototype snelvarende sloep. Het SNN had eerder op 18 april 2013 een subsidie van maximaal € 4.260,92 verleend, maar dit bedrag werd later verhoogd naar € 5.380,92 na een bezwaar van [wederpartij]. De rechtbank oordeelde dat het SNN ook subsidie moest verlenen voor de kosten van de besturing van de buitenboordmotor, wat leidde tot het totale bedrag van € 6.880,92.

Het SNN ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, waarbij het betoogde dat de rechtbank ten onrechte het volledige bedrag van € 1.500,00 aan subsidiabele kosten had opgeteld bij het subsidiebedrag. Het SNN stelde dat slechts 35% van deze kosten voor subsidie in aanmerking kwam, wat resulteerde in een totaal subsidiebedrag van € 5.905,92. De Raad van State oordeelde dat het betoog van het SNN slaagde en dat de rechtbank niet correct had gehandeld door het volledige bedrag toe te kennen.

De Raad van State vernietigde de uitspraak van de rechtbank en bepaalde dat het SNN een subsidie van € 5.905,92 aan [wederpartij] verleent. Deze uitspraak treedt in de plaats van het door de rechtbank vernietigde besluit. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

201503056/1/A2.
Datum uitspraak: 23 december 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (hierna: het SNN),
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart 2015 in zaak nr. 14/552 in het geding tussen:
[wederpartij], wonend te Leeuwarden, handelend onder de naam [bedrijf] (hierna: [wederpartij]),
en
het SNN.
Procesverloop
Bij besluit van 18 april 2013 heeft het SNN een subsidie van maximaal € 4.260,92 aan [wederpartij] verleend ter ondersteuning van de ontwikkeling en bouw van een prototype snelvarende sloep.
Bij besluit van 5 december 2013 heeft het SNN het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 18 april 2013 herroepen en een subsidie van maximaal € 5.380,92 aan [wederpartij] verleend.
Bij uitspraak van 6 maart 2015 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 december 2013 vernietigd en bepaald dat het SNN een subsidie van € 6.880,92 aan [wederpartij] verleent en dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft het SNN hoger beroep ingesteld.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
Met toestemming van partijen is afgezien van behandeling van de zaak ter zitting.
Overwegingen
1. Het SNN heeft de subsidie verleend op grond van de Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit 2010 (hierna: de NIOF 2010). Deze subsidieregeling, die wordt gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Ministerie van Economische Zaken, ondersteunt bedrijven in de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen bij de ontwikkeling van nieuwe producten, diensten of werkwijzen teneinde de marktsector in Noord-Nederland te versterken.
Het SNN heeft het prototype snelvarende sloep van [wederpartij] aangemerkt als een ontwikkelingsproject in de zin van de NIOF 2010. In artikel 4, tweede lid, aanhef en onder a, van de NIOF 2010 is bepaald dat bij een ontwikkelingsproject de materiaalkosten voor het bouwen van een prototype als subsidiabele kosten in aanmerking worden genomen.
2. Bij de rechtbank lag de vraag voor of de kosten voor de buiskap, de stoffering, de schildering boven de waterlijn en de buitenboordmotor van het prototype snelvarende sloep als materiaalkosten in de zin van de NIOF 2010 gelden. Bij het besluit van 5 december 2013 heeft het SNN zich, onder verwijzing naar een advies van de externe commissie voor de bezwaarschriften van dezelfde datum, op het standpunt gesteld dat dit niet zo is. De rechtbank is het SNN daarin wat betreft de buiskap, de stoffering en de schildering boven de waterlijn gevolgd. Omdat het SNN ter zitting bij de rechtbank heeft verklaard alsnog subsidie voor de besturing van de buitenboordmotor te willen verlenen, heeft de rechtbank bepaald dat het SNN de kosten van die besturing van € 1.500,00 als subsidie aan [wederpartij] moet verlenen naast de reeds toegekende subsidie van € 5.380,92. Het totale subsidiebedrag komt daarmee op € 6.880,92.
3. Het SNN betoogt dat de rechtbank in strijd met de NIOF 2010 en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit NIOF 2010 voor het jaar 2012 het gehele bedrag aan subsidiabele kosten van € 1.500,00 bij het subsidiebedrag heeft opgeteld. Volgens het SNN komt 35% van die kosten voor subsidie in aanmerking.
4. Dit betoog slaagt. De rechtbank moet als zij, zoals in dit geval, aanleiding ziet zelf in de zaak te voorzien, toepassing geven aan het geldende recht. In dat verband zijn de volgende artikelen van belang.
In artikel 4, zesde lid, van de NIOF 2010 is bepaald dat het subsidiepercentage ten minste een keer per jaar wordt vastgesteld. Dat is gebeurd in het Uitvoeringsbesluit NIOF 2010. In artikel 3, vierde lid, van dat besluit is het subsidiepercentage voor het jaar 2012 vastgesteld op 35% van de subsidiabele materiaalkosten voor het bouwen van een prototype. Dit betekent dat 35% van € 1.500,00= € 525,00 voor subsidie in aanmerking komt.
Hieruit volgt dat het totaal te verlenen subsidiebedrag neerkomt op € 5.380,92 +€ 525,00 = € 5.905,92. De rechtbank heeft dat ten onrechte niet onderkend.
5. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover de rechtbank daarbij heeft bepaald dat het SNN een subsidie van € 6.880,92 aan [wederpartij] verleent en dat haar uitspraak in de plaats treedt van het door haar vernietigde besluit van 5 december 2013. De Afdeling zal zelf in de zaak voorzien door te bepalen dat het SNN een subsidie van € 5.905,92 aan [wederpartij] verleent. De Afdeling zal bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart 2015 in zaak nr. 14/552, voor zover de rechtbank daarbij heeft bepaald dat het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland een subsidie van € 6.880,92 aan [wederpartij], handelend onder de naam [bedrijf], verleent en dat haar uitspraak in de plaats treedt van het door haar vernietigde besluit van het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland van 5 december 2013, kenmerk 022120435;
III. bepaalt dat het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland een subsidie van € 5.905,92 aan [wederpartij], handelend onder de naam [bedrijf], verleent;
IV. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het door de rechtbank vernietigde besluit.
Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.G. de Vries-Biharie, griffier.
w.g. Van Ettekoven w.g. De Vries-Biharie
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2015
611.