ECLI:NL:RVS:2015:3901

Raad van State

Datum uitspraak
10 december 2015
Publicatiedatum
16 december 2015
Zaaknummer
201408349/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen besluit staatssecretaris over onderdak

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De vreemdeling had op 1 mei 2014 een verzoek ingediend om onderdak te krijgen, waarop de staatssecretaris op 7 juli 2014 besloot het bezwaar van de vreemdeling ongegrond te verklaren. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, verklaarde op 5 september 2014 het beroep van de vreemdeling ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.G. Fischer, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld. De staatssecretaris diende een verweerschrift in, waarna het onderzoek werd gesloten.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak beoordeeld. De aangevoerde argumenten in het hogerberoepschrift voldeden niet aan de eisen van artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000 en konden niet leiden tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De Afdeling oordeelde dat de aangevoerde punten geen vragen opriepen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoord moesten worden. Daarom werd besloten om het hoger beroep kennelijk ongegrond te verklaren en de eerdere uitspraak te bevestigen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 december 2015, waarbij mr. N. Verheij als lid van de enkelvoudige kamer en mr. T. van Goeverden-Clarenbeek als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

201408349/1/V1.
Datum uitspraak: 10 december 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam (hierna: de rechtbank), van 5 september 2014 in zaak nr. 14/18272 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Procesverloop
Bij brief van 1 mei 2014 heeft de staatssecretaris gereageerd op een verzoek van de vreemdeling om hem onderdak te bieden.
Bij besluit van 7 juli 2014 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 5 september 2014 heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.G. Fischer, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde, mede gelet op de uitspraak van de Afdeling van 26 november 2015 in zaak nr. 201500577/1/V1, geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, griffier.
w.g. Verheij w.g. Van Goeverden-Clarenbeek
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 december 2015
282-787.