201505931/2/R2, 201506450/2/R2, 201505932/2/R2, 201505423/3/R2, 201506355/2/R2.
Datum uitspraak: 30 november 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna de Awb) in de gedingen tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Hansweert, gemeente Reimerswaal,
verzoeker,
en
1. de raad van de gemeente Reimerswaal,
2. het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal,
3. de raad van de gemeente Kapelle,
verweerders.
Procesverloop
Bij besluit van 26 mei 2015 heeft de raad van de gemeente Reimerswaal de bestemmingsplannen "Loswal", "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening" vastgesteld.
Bij besluit van 26 mei 2015 heeft de raad van de gemeente Kapelle het bestemmingsplan "Loswal Kapelle" vastgesteld.
Bij besluit van 29 april 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal hogere waarden vastgesteld als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting voor een aantal woningen, waaronder de woning aan de [locatie].
Tegen deze besluiten heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 november 2015, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. M.C.J. Nagelkerke, de raad van de gemeente Reimerswaal en het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal, beide vertegenwoordigd door drs. D.J. Steenbergen, werkzaam bij de gemeente, en bijgestaan door R.G.M. Louwes, werkzaam bij Rho Adviseurs B.V., R.E.S.S. Vliex, werkzaam bij Vliex Akoestiek en Lawaaibeheersing, en ir. P.M.J. van den Brande, werkzaam bij RUD Zeeland, en de raad van de gemeente Kapelle, vertegenwoordigd door C.J.M. Uitterhoeve, en bijgestaan door R.M.G. Louwes, R.E.S.S. Vliex en ir. P.M.J. van den Brande, voornoemd, zijn verschenen. Voorts is de Scheepswerf Reimerswaal B.V., vertegenwoordigd door mr. A.P. Cornelissen, advocaat te Middelharnis en [gemachtigde], als partij gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het verzoek van [verzoeker] is gericht tegen de bestemmingsplannen "Loswal", "Loswal Kapelle", "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening" alsmede het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal van 29 april 2015 tot vaststelling van hogere waarden voor zover daarbij wordt voorzien in een uitbreiding van de activiteiten van de Scheepswerf Reimerswaal B.V. die is gevestigd aan de Kaai I en 85. [verzoeker] vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat op het perceel [locatie] te Hansweert als gevolg van de voorziene bedrijfsactiviteiten van de Scheepswerf Reimerswaal B.V.
Ontvankelijkheid
Bestemmingsplan "Loswal Kapelle"
3. [verzoeker] heeft bij brief van 10 augustus 2015 beroep ingesteld tegen de bestemmingsplannen "Loswal", "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening" alsmede het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal van 29 april 2015 tot vaststelling van hogere waarden. Bij brief van 29 augustus 2015 heeft [verzoeker] in verband met deze beroepen een nader stuk ingediend. Daarbij heeft [verzoeker] voor het eerst te kennen gegeven dat hij ook beroep instelt tegen het bestemmingsplan "Loswal Kapelle".
3.1. Ingevolge artikel 3.8, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) is op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Awb van toepassing.
Ingevolge artikel 6:8, vierde lid, van de Awb vangt de termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen een besluit dat is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 aan met ingang van de dag na die waarop het besluit overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, ter inzage is gelegd.
Ingevolge artikel 6:7 bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken.
Ingevolge artikel 6:11 blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
3.2. Het besluit van de raad van de gemeente Kapelle van 26 mei 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Loswal Kapelle" heeft met ingang van 9 juli 2015 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. De beroepstermijn liep derhalve van 10 juli 2015 tot en met 20 augustus 2015. Het beroep van [verzoeker] tegen het bestemmingsplan "Loswal Kapelle" is ingesteld bij brief van 29 augustus 2015 en daarmee buiten de beroepstermijn ingediend. Gelet hierop gaat de voorzieningenrechter er voorshands van uit dat de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen het bestemmingsplan "Loswal Kapelle" in de hoofdzaak niet-ontvankelijk zal verklaren.
Bestemmingsplannen "Loswal", "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening"
4. De Scheepswerf heeft ter zitting de ontvankelijkheid van de beroepen van [verzoeker] tegen de overige bestemmingsplannen betwist, omdat [verzoeker] volgens haar alleen een zienswijze heeft ingediend tegen het ontwerpbesluit hogere waarden van het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal.
4.1. Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb alsmede met artikel 6:13 van de Awb, kan geen beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan door een belanghebbende die over het ontwerpplan niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht, tenzij hem redelijkerwijs niet kan worden verweten dit te hebben nagelaten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is op voorhand niet gebleken van een omstandigheid waardoor [verzoeker] redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend tegen de ontwerpbestemmingsplannen "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening". Gelet hierop gaat de voorzieningenrechter er van uit dat de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen de bestemmingsplannen "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening" in de hoofdzaak niet-ontvankelijk zal verklaren.
4.2. Ten aanzien van het betoog van de Scheepswerf dat [verzoeker] geen zienswijze heeft ingediend tegen het bestemmingsplan "Loswal", gaat de voorzieningenrechter er voorshands van uit dat de Afdeling in de hoofdzaak zal oordelen dat de zienswijze van [verzoeker] van 28 juni 2013 tegen het ontwerpbesluit hogere waarden redelijkerwijs tevens moet worden geacht te zijn gericht tegen het ontwerpbestemmingsplan "Loswal". Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat uit de zienswijze volgt dat [verzoeker] zich mede keert tegen de ontwikkeling waarin het ontwerpbestemmingsplan "Loswal" voorziet en dat hij in de zienswijze tevens heeft verwezen naar een eerdere inspraaknotitie die hij reeds in verband met het voorontwerpbestemmingsplan "Loswal" had ingediend. Derhalve ziet de voorzieningenrechter onvoldoende grond voor de verwachting dat de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen het bestemmingsplan "Loswal" in de hoofdzaak niet-ontvankelijk zal verklaren.
5. Gezien het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek af te wijzen voor zover dat betrekking heeft op de bestemmingsplannen "Loswal Kapelle", "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening".
5.1. De voorzieningenrechter ziet verder gelet op het voorgaande wel aanleiding om het verzoek van [verzoeker] inhoudelijk te behandelen voor zover dat betrekking heeft op het bestemmingsplan "Loswal" en het besluit hogere waarden.
Spoedeisend belang
6. De Scheepswerf heeft ter zitting het spoedeisend belang van het verzoek van [verzoeker] betwist. In dit verband heeft de Scheepswerf aangevoerd dat [verzoeker] gebaat is bij de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Loswal", omdat het voorgaande planologische regime volgens haar voorzag in minder geluidwerende voorzieningen dan het bestemmingsplan "Loswal".
6.1. Aan de gronden waarop de Scheepswerf wordt geëxploiteerd zijn in het bestemmingsplan "Loswal" de bestemming "Bedrijf - Haven" en onder meer de aanduidingen "overige zone - gezoneerd industrieterrein", "specifieke vorm van bedrijf - 1", "specifieke vorm van bedrijf - 2" en "bedrijf tot en met categorie 3.2" toegekend. De woning van [verzoeker] aan de [locatie] ligt op ongeveer 70 m afstand van het plandeel met de bestemming "Bedrijf - Haven".
Ingevolge artikel 3, lid 3.1, van de planregels zijn de voor "Bedrijf - Haven" aangewezen gronden bestemd voor:
c. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2": bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "gezoneerd industrieterrein";
d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 1": tevens een bedrijfsactiviteit met de SBI-code-2008 301, 3315.4 uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "gezoneerd industrieterrein";
e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 2": uitsluitend een bedrijfsactiviteit met de SBI-code-2008 301, 3315.4 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "gezoneerd industrieterrein" ter plaatse van ten hoogste twee droogdokken ten behoeve van het bedrijf als bedoeld onder d.
Ingevolge lid 3.3 gelden met betrekking tot het gebruik de volgende regels:
k. het gebruik van gronden waarbij de gezamenlijke geluidsproductie van de inrichtingen tot gevolg heeft dat de hierna genoemde waarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevels van de genoemde woningen wordt overschreden, is niet toegestaan:
1. [locatie]: 55 dB(A).
6.2. Voor het plangebied van het bestemmingsplan "Loswal" gold voorheen het bestemmingsplan "Kanaal door Zuid-Beveland", dat is vastgesteld door de raad van de gemeente Reimerswaal op 25 augustus 1981, ten aanzien waarvan het college van gedeputeerde staten van Zeeland op 21 september 1982 omtrent de goedkeuring daarvan heeft besloten. Aan de gronden waarop de Scheepswerf wordt geëxploiteerd was in het voorgaande bestemmingsplan "Kanaal door Zuid-Beveland" de bestemming "Waterstaatsdoeleinden" toegekend.
Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de planvoorschriften van het bestemmingsplan "Kanaal door Zuid-Beveland" waren de voor "Waterstaatsdoeleinden" aangewezen gronden bestemd voor vaar- en waterwegen, havens met aanliggende terreinen, sluizen ten dienste van de scheepvaart en de waterstaat, verkeersdoeleinden, de waterhuishouding en de waterbeheersing met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken, […].
6.3. De raad van de gemeente Reimerswaal heeft ter zitting toegelicht dat ten behoeve van de vestiging van de Scheepswerf artikel 19 WRO (oud) vrijstellingen (thans: omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) zijn verleend van het voorgaande bestemmingsplan "Kanaal door Zuid-Beveland". Uit de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Zeeland op 30 september 2003 heeft verleend volgt dat op grond van artikel 59 van de Wgh reeds van rechtswege een geluidszone is ontstaan rond de Scheepswerf. De raad van de gemeente Reimerswaal heeft ter zitting echter onweersproken verklaard dat met het bestemmingsplan "Loswal" en het besluit hogere waarden meer geluidruimte wordt gecreëerd voor de Scheepswerf dan onder het geldende regime. Gelet hierop kan de Scheepswerf verzoeken tot een aanpassing van haar milieuvergunning, zodat onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van de door [verzoeker] bestreden besluiten voorshands niet zijn uitgesloten. Anders dan de Scheepswerf betoogt, heeft [verzoeker] derhalve een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening. Dat het bestemmingsplan "Loswal" in meer geluidwerende voorzieningen voorziet dan het voorgaande planologische regime (inclusief de ten behoeve van de Scheepswerf verleende vrijstellingen van het voorgaande bestemmingsplan), maakt dat, wat daar ook van zij, naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet anders, omdat de raad van de gemeente Reimerswaal heeft toegelicht dat deze geluidwerende voorzieningen zijn voorzien in verband met de extra geluidruimte die met de bestreden besluiten wordt gecreëerd.
Beoordeling van het verzoek
7. [verzoeker] heeft ter zitting desgevraagd toegelicht dat hij vreest voor een onevenredige aantasting van zijn woon- en leefklimaat op het perceel [locatie] door geluidoverlast, omdat de Scheepswerf op grond van het bestemmingsplan "Loswal" ook in de avond- en nachtperiode in bedrijf mag zijn. Volgens [verzoeker] zijn in het bestemmingsplan onvoldoende regels opgenomen die een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij zijn woning waarborgen, zoals bijvoorbeeld een beperking van de werktijden in de avond- en nachtperiode.
7.1. Desgevraagd heeft de raad van de gemeente Reimerswaal ter zitting toegelicht dat in de planregels van het bestemmingsplan "Loswal" geen beperkingen zijn gesteld aan de werkzaamheden van de Scheepswerf in de avond- en nachtperiode, omdat dergelijke voorschriften reeds in de milieuvergunning van de Scheepswerf zijn opgenomen. Naar aanleiding van dit betoog van de raad is de betreffende milieuvergunning ter zitting aan de orde gesteld. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is echter voorshands niet gebleken dat de hiervoor door de raad beschreven voorschriften omtrent de werkzaamheden in de avond- en nachtperiode in de milieuvergunning van de Scheepswerf zijn opgenomen.
7.2. De raad van de gemeente Reimerswaal heeft verder aangevoerd dat uit de akoestische onderzoeken die ten behoeve van het bestemmingsplan "Loswal" en het besluit hogere waarden zijn verricht, volgt dat ten aanzien van de woning van [verzoeker] op het perceel [locatie] aan de normen van de Wgh kan worden voldaan. Een goede ruimtelijke ordening wordt voor het aspect geluid echter slechts gedeeltelijk ingevuld door de Wgh en heeft daarbuiten een zelfstandige betekenis. Dit houdt in dat de raad in zijn belangenafweging bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Loswal" naast de belangen van de Scheepswerf bij een uitbreiding van de geluidruimte voorts de geluidbelasting dient te betrekken die optreedt bij de woning van [verzoeker] op het perceel [locatie]. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de raad van de gemeente Reimerswaal voorshands onvoldoende inzichtelijk gemaakt in hoeverre hij bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Loswal" rekening heeft gehouden met het belang van [verzoeker] bij een aanvaardbaar woon- en leefklimaat op het perceel [locatie]. Reeds hierom ziet de voorzieningenrechter ten aanzien van het bestemmingsplan "Loswal" aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen. Vanwege de onlosmakelijke samenhang van het besluit hogere waarden van het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal met het bestemmingsplan "Loswal", ziet de voorzieningenrechter eveneens aanleiding de hierna vermelde voorlopige voorziening te treffen ten aanzien van het besluit hogere waarden. Gelet op het voorgaande kunnen de overige gronden die [verzoeker] naar voren heeft gebracht buiten bespreking blijven.
Proceskosten
8. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen is niet gebleken.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek af voor zover dat betrekking heeft op het besluit van de raad van de gemeente Reimerswaal van 26 mei 2015 tot vaststelling van de bestemmingsplannen "Hansweert, 1e herziening" en "Buitengebied, 1e herziening" en het besluit van de raad van de gemeente Kapelle van 26 mei 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Loswal Kapelle";
II. schorst bij wijze van voorlopige voorziening:
a. het besluit van de raad van de gemeente Reimerswaal van 26 mei 2015 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Loswal" wat betreft het plandeel met de bestemming "Bedrijf - Haven" voor zover het betreft de gronden waarop de Scheepswerf Reimerswaal B.V. wordt geëxploiteerd alsmede het bepaalde onder 1 in artikel 3, lid 3.3, onder k, van de planregels;
b. het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal van 29 april 2015 tot vaststelling van hogere waarden, voor zover daarbij een hogere waarde is vastgesteld voor de woning op het perceel [locatie];
III. gelast dat de raad van de gemeente Reimerswaal aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 167,00 (zegge: honderdzevenenzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.C. Stoof, griffier.
w.g. Kranenburg w.g. Stoof
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 november 2015
749.