ECLI:NL:RVS:2015:3736
Raad van State
- Hoger beroep
- P.J.J. van Buuren
- N. Verheij
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit minister van Infrastructuur en Milieu inzake nadeelcompensatie voor de aanleg van de Westrandweg te Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [appellant] tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, nadat de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek om nadeelcompensatie gedeeltelijk had toegewezen. De minister had in 2013 besloten dat de schade die [appellant] had geleden door de aanleg van de Westrandweg, voorzienbaar was en dat hij het risico van waardedaling van zijn woning had aanvaard. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had gesteld dat de Westrandweg ten tijde van de aankoop van het perceel voorzienbaar was.
In hoger beroep betoogde [appellant] dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de schade niet voor vergoeding in aanmerking kwam. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 27 oktober 2015 behandeld. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank niet had onderkend dat de aankoop van het perceel door de stichting na 1 januari 1999 had plaatsgevonden, en dat de minister gehouden was om een deel van de schade te vergoeden. De Afdeling verklaarde het hoger beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de rechtbank. De minister werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 10.730,00, vermeerderd met wettelijke rente, en tot vergoeding van proceskosten.