ECLI:NL:RVS:2015:3714

Raad van State

Datum uitspraak
24 november 2015
Publicatiedatum
2 december 2015
Zaaknummer
201506958/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan voor kerkgebouw in Hendrik-Ido-Ambacht

Op 6 juli 2015 heeft de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht het bestemmingsplan "Zuidwende-Zuid - Kerkgebouw" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een verzoeker, wonend te Hendrik-Ido-Ambacht, beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 november 2015 ter zitting behandeld. De verzoeker, bijgestaan door mr. D.N.J. van Horssen, vreesde dat de komst van het kerkgebouw de waarde van zijn grond zou aantasten en dat er onvoldoende parkeerplaatsen zouden zijn voor de bezoekers van de kerk. De raad had een parkeernorm van 0,15 parkeerplaatsen per zitplaats gehanteerd, terwijl de verzoeker stelde dat dit te laag was en dat de maximale norm van 0,2 had moeten worden toegepast. De voorzieningenrechter oordeelde dat de raad onvoldoende had gemotiveerd dat er geen onaanvaardbare parkeerhinder zou optreden in de omgeving van het plangebied. De voorzieningenrechter heeft daarom het besluit van de raad geschorst en de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoeker, alsook het griffierecht. De uitspraak werd gedaan op 24 november 2015.

Uitspraak

201506958/2/R4.
Datum uitspraak: 24 november 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Hendrik-Ido-Ambacht,
en
de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 6 juli 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Zuidwende-Zuid - Kerkgebouw" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 10 november 2015, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. D.N.J. van Horssen, en de raad vertegenwoordigd door mr. C.W.M. Berendsen, W. Kamp en ing. R. Wegener, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente te Hendrik-Ido-Ambacht, vertegenwoordigd door C.L. van Vugt en G. Dubbeld, gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. Het plan maakt de realisatie van een nieuw kerkgebouw voor de Gereformeerde Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht mogelijk op de hoek van de Ambachtsezoom en Krommeweg te Hendrik-Ido-Ambacht. Daartoe is aan een groot deel van het plangebied de bestemming "Maatschappelijk" toegekend.
3. [verzoeker] woont aan de [locatie] te Hendrik-Ido-Ambacht. Dit perceel grenst aan het noordwestelijke deel van het plangebied. [verzoeker] heeft plannen om op zijn perceel drie woningen te bouwen. Het kerkgebouw is voorzien op een afstand van 15 m van het perceel van [verzoeker]. De hoogte van de bebouwing loopt op van 8,5 m aan de zijde van het perceel van [verzoeker] tot 22,5 m met hoogteaccenten tot 26 m. Daar waar de kerktoren is beoogd, is een maximale bouwhoogte van 36,5 m toegestaan. [verzoeker] vreest dat door de komst van het kerkgebouw de waarde van zijn grond en de ontwikkelwaarde van de op zijn perceel te realiseren woningen zullen dalen en dat het woon- en leefklimaat te zeer wordt aangetast.
4. [verzoeker] voert aan dat het plan niet voorziet in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein voor de bezoekers van de kerk, zodat gevreesd moet worden voor parkeeroverlast. Hij voert in dit verband aan dat de gehanteerde parkeernorm van 0,15 per zitplaats te laag is en onvoldoende is gemotiveerd. Volgens [verzoeker] had de raad moeten aansluiten bij de maximale parkeernorm van 0,2, zoals is opgenomen in de CROW-publicatie 317. Daartoe voert hij aan dat het kerkgebouw uitzonderlijk groot is en een streekfunctie heeft waardoor veel kerkbezoekers met de auto zullen komen. Verder is volgens hem ten onrechte rekening gehouden met de mogelijkheid van het zogenoemde volparkeren, waarbij wordt geparkeerd op de rijbaan tussen de bezette parkeerplaatsen in. Dit brengt volgens hem veiligheidsrisico’s met zich, omdat kerkbezoekers bij calamiteiten het terrein niet tijdig met de auto kunnen verlaten. Hij wijst daarbij op de omstandigheid dat het kerkgebouw is voorzien binnen de veiligheidszone van een hogedruk aardgastransportleiding ten zuidwesten van het plangebied. Ter zitting heeft hij aangevoerd te vrezen dat kerkbezoekers hun auto in de omgeving van het plangebied zullen parkeren, omdat het volgens hem bij volparkeren lang kan duren voordat het parkeerterrein leeg is aangezien het terrein maar via een weg wordt ontsloten en de laatsten het eerste het terrein moeten verlaten.
4.1. In de plantoelichting staat dat de raad het aantal benodigde parkeerplaatsen heeft bepaald aan de hand van de parkeernormen die zijn opgenomen in de CROW-publicatie 317 "Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie". Voor een religiegebouw geldt een minimale parkeernorm van 0,1 parkeerplaatsen per zitplaats en een maximale parkeernorm van 0,2 parkeerplaatsen per zitplaats. De raad heeft volgens de plantoelichting een parkeernorm van 0,15 parkeerplaatsen per zitplaats tot uitgangspunt genomen. Dit valt binnen de bandbreedte van de CROW-normen.
Uit de plantoelichting volgt dat een parkeerbalans is gemaakt uitgaande van maximaal 2000 zitplaatsen in de voorziene kerk. Daaruit volgt dat de totale parkeerbehoefte 300 parkeerplaatsen bedraagt. De raad stelt dat op het eigen terrein van de voorziene kerk in de benodigde parkeerplaatsen kan worden voorzien. Volgens de raad kunnen op het terrein in totaal 379 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. De raad heeft toegelicht dat 271 reguliere parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd en daarnaast voor de piekmomenten 108 extra parkeerplaatsen zijn te realiseren door middel van het zogenoemde volparkeren, waarbij met behulp van verkeershulpen het terrein systematisch wordt gevuld en auto’s worden geparkeerd op de rijbanen tussen de bezette parkeerplaatsen in.
4.2. Aan de gronden waarop het beoogde kerkgebouw is voorzien, is de bestemming "Maatschappelijk" toegekend.
Ingevolge artikel 4, lid 4.1, onder c, van de planregels zijn de voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden bestemd voor een parkeerterrein met bijbehorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein".
Ingevolge artikel 4, lid 4.4, onder a, van de planregels zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" bestemd voor een parkeerterrein met bijbehorende voorzieningen, waarbij geldt dat er tenminste ruimte is voor in totaal 300 personenauto’s, in de vorm van reguliere parkeerplaatsen en parkeerplaatsen door middel van volparkeren.
4.3. Het plan voorziet uitgaande van een bezetting van 2000 zitplaatsen in de kerk niet in voldoende reguliere parkeerplaatsen. Volgens de inrichtingsschets op pagina 22 van de plantoelichting kunnen maximaal 271 reguliere parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Dit gaat uit van een parkeernorm van 0,135, terwijl de raad een parkeernorm van 0,15 parkeerplaatsen per zitplaats tot uitgangspunt heeft genomen. Gelet hierop heeft de raad naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende gemotiveerd dat zich geen onaanvaardbare parkeerhinder zal voordoen in de omgeving van het plangebied. Daarbij is mede van belang dat de raad naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende heeft onderbouwd dat in dit geval de methode van volparkeren toereikend is om onaanvaardbare parkeerhinder in de omgeving te voorkomen.
5. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen. De overige gronden die [verzoeker] naar voren heeft gebracht, kunnen, gelet op het voorgaande, buiten bespreking blijven.
6. De raad dient ten aanzien van [verzoeker] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht van 6 juli 2015;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 980,00 (zegge: negenhonderdtachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 167,00 (zegge: honderdzevenenzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Alderlieste, griffier.
w.g. Hagen w.g. Alderlieste
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 november 2015
590.