ECLI:NL:RVS:2015:3666

Raad van State

Datum uitspraak
2 december 2015
Publicatiedatum
2 december 2015
Zaaknummer
201504918/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 3e Herziening Wester-Amstel - Amstelzijde en verkeerssituatie Amstelzijde

Op 2 december 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellante, wonend te Amstelveen, en de raad van de gemeente Amstelveen. De zaak betreft het bestemmingsplan "3e Herziening Wester-Amstel - Amstelzijde", dat op 29 april 2015 door de raad is vastgesteld. Appellante heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, met name gericht tegen de bestemmingen "Horeca" en "Verkeer - Verblijfsgebied" die zijn toegekend aan gronden naast haar woning. Appellante vreest dat de verkeersoverlast door de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg niet zal verminderen en dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met de gevolgen voor haar woon- en leefklimaat. De raad heeft echter betoogd dat de nieuwe verkeerssituatie juist zal leiden tot een verbetering van de verkeerssituatie en het woon- en leefklimaat van appellante. De Afdeling heeft de beroepsgronden van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

201504918/1/R1.
Datum uitspraak: 2 december 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Amstelveen,
en
de raad van de gemeente Amstelveen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 29 april 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "3e Herziening Wester-Amstel - Amstelzijde" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 november 2015, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J. Zwier en [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door R. Koekenbier en P.C. Vermond, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor het gebied aan de Amstelzijde.
3. Het beroep van [appellante] is gericht tegen het plandeel met de bestemming "Horeca" ter plaatse van de gronden naast haar woning aan de [locatie] en het plandeel "Verkeer - Verblijfsgebied" ter plaatse van de gronden waar een nieuwe ontsluitingsweg is voorzien. Zij betoogt dat de verkeersoverlast die zij reeds ondervindt met de aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg niet zal worden opgelost. Zij vreest dat ook in de nieuwe situatie het verkeer over de bestaande ontsluitingsweg langs haar woning zal blijven rijden. Volgens [appellante] heeft de raad de gevolgen voor haar woon- en leefklimaat onvoldoende bij de afweging betrokken. In dit verband wijst zij op het ontbreken van een verkeersonderzoek, een onderzoek naar de luchtkwaliteit en een akoestisch onderzoek.
4. De raad heeft uiteengezet dat met het plan wordt beoogd de verkeerssituatie op de Amstelzijde te verbeteren. De raad stelt zich op het standpunt dat de nieuwe verkeerssituatie minder verkeer over de Amstelzijde tot gevolg zal hebben. Het parkeerterrein aan de achterzijde van de woning van [appellante] zal via de nieuwe ontsluitingsweg aan de andere kant worden ontsloten, zodat dit verkeer geen gebruik meer hoeft te maken van de Amstelzijde. De raad heeft voorts uiteengezet dat het kruispunt van de Amstelzijde met de Oranjebaan zal komen te vervallen. In de toekomstige situatie zal er volgens de raad nauwelijks nog verkeer over de ontsluitingsweg langs de woning van [appellante] rijden. In dit verband wijst de raad erop dat met de eigenaar van het restaurant en het parkeerterrein is afgesproken dat na realisatie van de nieuwe verkeerssituatie de weg langs de woning van [appellante] uitsluitend zal worden gebruikt voor laden en lossen en voor calamiteiten. Volgens de raad zal het plan een positief effect hebben op het woon- en leefklimaat van [appellante].
5. Aan de gronden naast de woningen van [appellante] is de bestemming "Horeca" toegekend.
Ingevolge artikel 7, lid 7.1, aanhef en onder c, van de planregels zijn de voor "Horeca" aangewezen gronden bestemd voor ontsluitingswegen en andere horeca.
Aan de gronden ter plaatse van de voorziene ontsluitingsweg is de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" toegekend.
Ingevolge artikel 11, eerste lid, zijn de voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden bestemd voor:
a. woonstraten;
b. ter plaatse van de functieaanduiding "terras" zijn terrassen toegestaan;
c. ter plaatse van de functieaanduiding "specifieke bouwaanduiding - serre" zijn serres ten behoeve van horecavestiging toegestaan;
d. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeerterrein" zijn parkeerterreinen toegestaan.
6. De Afdeling stelt vast dat in de bestaande situatie de weg langs de woning van [appellante] wordt gebruikt als ontsluiting van het parkeerterrein van het naastgelegen restaurant. In de huidige situatie zijn de parkeerplaatsen uitsluitend via de Amstelzijde te bereiken. Uit de plantoelichting volgt dat er veel overlast is door verkeersdrukte. Onder andere door bezoekers die naar parkeerplaatsen zoeken, ontstaan er vaak opstoppingen op de Amstelzijde. Met het plan wordt beoogd deze situatie te verbeteren. Het plan maakt deel uit van een groter project om de verkeerssituatie te verbeteren. Een ander onderdeel van dit project is het voornemen van de provincie om de Amstelbrug te vervangen. Het kruispunt van de Oranjebaan aan de Amstelzijde zal daarmee ook komen te vervallen, zo staat in de plantoelichting vermeld. Om het verkeer vanaf de andere kant dan via de Amstelzijde naar de parkeervoorzieningen te laten rijden voorziet het plan in een nieuwe ontsluitingsweg parallel aan de Oranjebaan. Het verkeer behoeft zo niet langer gebruik te maken van de Amstelzijde om de parkeerplaatsen te kunnen bereiken. In dit verband staat voorts in de plantoelichting vermeld dat de aan de Amstelzijde aanwezige parkeerplaatsen zullen worden verwijderd. De Afdeling acht het aannemelijk dat in de nieuwe verkeerssituatie het grootste deel van het verkeer gebruik zal maken van de nieuwe ontsluitingsweg, omdat dit de meest logische route zal zijn om de parkeervoorzieningen te bereiken. Dit betekent dat er veel minder verkeer gebruik zal maken van de Amstelzijde en de ontsluitingsweg langs de woning van [appellante]. De raad heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat in zoverre een verbetering zal optreden voor het woon- en leefklimaat van [appellante]. Nu de weg langs haar woning een bestaande ontsluitingsweg is en het aannemelijk is dat er in de toekomstige situatie minder verkeer van de weg gebruik zal maken, heeft de raad voorts in redelijkheid kunnen afzien van het verrichten van onderzoek naar de gevolgen van het verkeer op deze ontsluitingsweg voor het woon- en leefklimaat van [appellante]. Overigens heeft raad uiteengezet dat met restaurant Loetje, de eigenaar van het parkeerterrein achter de woning van [appellante], is afgesproken dat de ontsluitingsweg langs haar woning in de nieuwe situatie uitsluitend zal worden gebruikt voor laden en lossen en calamiteiten.
Het betoog faalt.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L. Brand, griffier.
w.g. Van der Wiel w.g. Brand
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 december 2015
575.