ECLI:NL:RVS:2015:3572

Raad van State

Datum uitspraak
12 november 2015
Publicatiedatum
18 november 2015
Zaaknummer
201504749/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.G.J. Parkins-de Vin
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Katshaar Holding B.V. en Geluidszone

Op 12 november 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [verzoeker A] en [verzoekster B], beiden wonend te Coevorden, tegen de raad van de gemeente Coevorden. Dit verzoek volgde op het besluit van de raad van 31 maart 2015, waarin het bestemmingsplan 'Katshaar Holding B.V. en Geluidszone' werd vastgesteld. De verzoekers stelden dat zij ernstige geluidsoverlast en overlast door vrachtverkeer ondervonden als gevolg van de bedrijfsvoering van A-Ware, een zuivelverwerkend bedrijf dat onder het nieuwe bestemmingsplan een maximale verwerkingscapaciteit van 82.000 ton melk per jaar zou krijgen. De verzoekers vreesden dat de overlast zou toenemen door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en vroegen om overlastbeperkende maatregelen.

Tijdens de zitting op 29 oktober 2015 werd het verzoek behandeld. A-Ware, vertegenwoordigd door een gemachtigde en mr. R. Snel, advocaat te Groningen, gaf aan dat de huidige verwerkingscapaciteit 54.900 ton melk per jaar bedraagt en dat een hogere capaciteit pas mogelijk is na het verkrijgen van een milieuvergunning. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de milieuvergunning nog niet was verleend en de mogelijke nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van de verzoekers niet aan de orde waren. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.

De uitspraak benadrukt het voorlopige karakter van de beslissing en dat deze niet bindend is in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, gezien het ontbreken van een spoedeisend belang.

Uitspraak

201504749/2/R4.
Datum uitspraak: 12 november 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker A] en [verzoekster B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]), beiden wonend te Coevorden,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Coevorden,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 31 maart 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Katshaar Holding B.V. en Geluidszone" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 oktober 2015, waar [verzoeker] in persoon en de raad, vertegenwoordigd door [gemachtigde], zijn verschenen.
Voorts zijn ter zitting Katshaar Holding B.V., Katshaar Landbouw Vastgoed B.V., Katshaar Onroerende Zaken B.V. en Katshaar Dairy Sourcing B.V. (tezamen te noemen: A-Ware), alle vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. R. Snel, advocaat te Groningen, gehoord.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2. A-Ware is een zuivelverwerkend bedrijf dat is gevestigd aan de Europaweg 42 te Coevorden. Het plan legt, voor zover thans van belang, voor dit bedrijf een maximale verwerkingscapaciteit van 82.000 ton melk per jaar vast.
3. [verzoeker] stelt ernstige geluidsoverlast, alsmede overlast door langsrijdend vrachtverkeer te ondervinden als gevolg van de bedrijfsvoering van A-Ware, hetgeen ten koste gaat van het woon- en leefklimaat ter plaatse. Volgens [verzoeker] houdt A-Ware zich niet aan de voorschriften om die overlast te beperken. Gevreesd wordt bovendien dat deze overlast als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en de daarin vastgelegde verhoogde verwerkingscapaciteit zal toenemen. In dit kader verzoekt [verzoeker] tevens om, mocht het bestemmingsplan in stand blijven, overlastbeperkende maatregelen vast te leggen. Tot slot kondigt [verzoeker] aan dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld voor de geleden schade.
3.1. Ter zitting heeft A-Ware nader toegelicht dat op grond van een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer de huidige verwerkingscapaciteit 54.900 ton melk per jaar bedraagt, waaraan ook maatwerkvoorschriften zijn verbonden. Een hogere verwerkingscapaciteit dan dat is op dit moment, ook na inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Katshaar Holding B.V. en geluidszone", niet mogelijk, aangezien daarvoor een milieuvergunning is vereist. Mogelijke nadelige gevolgen voor het woon-en leefklimaat van [verzoeker] louter wegens de inwerkingtreding van het plan zijn daarom niet aan de orde. Weliswaar is de milieuvergunning inmiddels aangevraagd, maar daarvan is nog geen ontwerpbeschikking ter inzage gelegd, zodat verlening van die vergunning niet op korte termijn is te verwachten. De vraag of en zo ja, in hoeverre A-Ware de maatwerkvoorschriften in de bestaande situatie naleeft, kan in deze procedure niet worden beantwoord.
4. Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening wegens het ontbreken van een spoedeisend belang af te wijzen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A. Wijker-Dekker, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Wijker-Dekker
voorzieningenrechter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 november 2015
562.