ECLI:NL:RVS:2015:3509

Raad van State

Datum uitspraak
18 november 2015
Publicatiedatum
18 november 2015
Zaaknummer
201408245/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit tot beëindiging illegale bewoning bedrijfswoning

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de besloten vennootschap Edelpels Fokbedrijf Achterlo B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank had eerder het beroep van Achterlo ongegrond verklaard tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand. Dit besluit, genomen op 29 juli 2013, verplichtte Achterlo om de illegale bewoning van een bedrijfswoning op hun perceel te beëindigen en beëindigd te houden. Achterlo had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar op 19 december 2013 gegrond en herroepte het eerdere besluit. De rechtbank bevestigde deze herroeping in haar uitspraak van 19 augustus 2014.

Achterlo heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 7 oktober 2015, waar zowel Achterlo als het college vertegenwoordigd waren, werd de zaak behandeld. Achterlo wilde met het hoger beroep bereiken dat het besluit van 19 december 2013 werd vernietigd, zodat het college alsnog handhavingsmiddelen kon toepassen tegen het gebruik van de bedrijfswoning in strijd met het bestemmingsplan. Echter, het college had inmiddels een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van de bedrijfswoning als plattelandswoning, waardoor het hoger beroep niet meer ontvankelijk was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uiteindelijk het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het belang bij het hoger beroep was ontvallen.

De uitspraak werd gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 18 november 2015, met als voorzitter mr. A.W.M. Bijloos en de leden mr. J.J. van Eck en mr. B.P.M. van Ravels. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

201408245/1/A1.
Datum uitspraak: 18 november 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Edelpels Fokbedrijf Achterlo B.V. (hierna: Achterlo), gevestigd te Wijchen,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 19 augustus 2014 in zaken nrs. 14/581 en 14/582 in het geding tussen:
Achterlo
en
het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand.
Procesverloop
Bij besluit van 29 juli 2013 heeft het college [wederpartijen] (hierna tezamen en in enkelvoud: [wederpartij]) onder oplegging van een dwangsom gelast de illegale bewoning van de bedrijfswoning op het perceel [locatie] te Loon op Zand (hierna: de bedrijfswoning) te beëindigen en beëindigd te houden.
Bij besluit van 19 december 2013 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van
29 juli 2013 herroepen.
Bij uitspraak van 19 augustus 2014 heeft de rechtbank het door Achterlo daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Achterlo hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak gelijktijdig met zaak nr. 201500978/1/A1 ter zitting behandeld op 7 oktober 2015, waar Achterlo, vertegenwoordigd door A.J.B. van den Broek, bijgestaan door mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, en het college, vertegenwoordigd door mr. J.K. van Polanen en G. van de Frande, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Achterlo exploiteert een nertsenhouderij op het perceel dat ten tijde van belang eigendom was van [B.V. wederpartij]. Ten behoeve van de pacht van de bedrijfsgebouwen op het perceel door Achterlo hebben Achterlo en [B.V. wederpartij] een pachtovereenkomst gesloten. De bedrijfswoning maakt geen deel uit van deze overeenkomst.
2. Achterlo wenst met haar hoger beroep te bereiken dat het besluit van 19 december 2013 wordt vernietigd en het college alsnog bestuurlijke handhavingsmiddelen toepast met betrekking tot het gebruik van de bedrijfswoning in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2011". Hetgeen zij wenst, kan niet langer worden bereikt nu de bij besluit van 21 mei 2014 door het college aan [wederpartij] verleende omgevingsvergunning voor het gebruik van de bedrijfswoning als plattelandswoning in strijd met het bestemmingsplan als gevolg van de uitspraak van de Afdeling van heden in zaak nr. 201500978/1/A1 in rechte onaantastbaar is geworden. Het college is derhalve niet langer bevoegd wegens het gebruik van de bedrijfswoning in strijd met het bestemmingsplan handhavend op te treden, zodat thans het belang bij het hoger beroep is ontvallen en het hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
3. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. J.J. van Eck en mr. B.P.M. van Ravels, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Graaff-Haasnoot, griffier.
w.g. Bijloos w.g. Graaff-Haasnoot
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 november 2015
531-757.