201501420/1/R2.
Datum uitspraak: 14 oktober 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW), gevestigd te Zoetermeer,
appellant,
en
de raad van de gemeente Lelystad,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2014, nr. 141046601, heeft de raad het bestemmingsplan "Lelystad - Verbindingsweg Circuits" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft de RDW beroep ingesteld.
De raad heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 juli 2015, waar de RDW, vertegenwoordigd door mr. H. Pasman, ir. J. Boersma, bijgestaan door mr. M.C. Brans, advocaat te Amsterdam, en door ir. F. Schermer, en de raad, vertegenwoordigd door mr. T. Tuenter, P.M. Bakker, beiden werkzaam bij de gemeente, en door A. te Lindert-Hummeling en C. Kooy, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in de ontsluiting van onder meer het oefenterrein voor de RDW, het Midland-circuit, het ANWB-testterrein, het oefenterrein van de Politieacademie en een stenenhandel. De voorziene ontsluiting wordt gerealiseerd door de aanleg van een verbindingsweg tussen de Talingweg en de ontsluitingsweg voor het bedrijventerrein Larserknoop en de luchthaven. Laatstgenoemde weg, die aansluit op de N302, is nog niet aangelegd maar planologisch wel al vastgelegd in het bestemmingsplan "Lelystad - Larserknoop (reparatie)".
3. Nu de raad ter zitting heeft verklaard dat in het geval dat de verkeerstoename op de in het plan voorziene verbindingsweg hoger is dan waarvan in het akoestisch onderzoek "V1.1. Bestemmingsplan Lelystad - Verbindingsweg Circuits" van het geluidBuro van 7 april 2014, opgesteld in opdracht van de gemeente, is uitgegaan, hiervoor aparte besluitvorming is vereist waartegen voor de RDW rechtsbescherming zal openstaan, heeft de RDW haar beroepsgrond ter zake ingetrokken.
4. De RDW kan zich niet verenigen met de vaststelling van het plan. Hiertoe voert hij aan dat onzeker is of de ontsluitingsweg, zoals voorzien in het bestemmingsplan "Lelystad - Larserknoop (reparatie)", zal worden gerealiseerd, zodat niet vaststaat of het plan uitvoerbaar is. De RDW verwijst voor het overige naar zijn beroepsgronden in de zaken met nrs. 201307579/1/R2 en 201309182/1/R2.
4.1. In het kader van een beroep tegen een bestemmingsplan kan een betoog dat ziet op de uitvoerbaarheid van dat plan slechts leiden tot vernietiging van het bestreden besluit, indien en voor zover het aangevoerde leidt tot de conclusie dat de raad op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat het plan niet kan worden uitgevoerd binnen de planperiode van in beginsel tien jaar. In dit geval gaat het om de samenhang van het onderhavige plan met het bestemmingsplan "Lelystad - Larserknoop (reparatie)", welk bestemmingsplan weliswaar ten tijde van de vaststelling van het plan op 16 december 2014 reeds was vastgesteld, namelijk op 11 juni 2013, maar nog niet onherroepelijk was. Anders dan de RDW betoogt is deze samenhang niet zodanig dat een vernietiging van dat vaststellingsbesluit van 11 juni 2013 zonder meer tot de conclusie leidt dat het onderhavige plan nimmer - ook niet na reparatie van eventuele gebreken in genoemd besluit - zal kunnen worden uitgevoerd. Ter zitting heeft de raad bovendien verklaard dat de in het plan voorziene verbindingsweg ook zal worden aangelegd indien de ontsluitingsweg niet zal worden gerealiseerd, aangezien de verbindingsweg ook noodzakelijk is voor andere ontwikkelingen dan zijn voorzien in het bestemmingsplan "Lelystad - Larserknoop (reparatie)". De Afdeling begrijpt dit standpunt van de raad aldus dat in dat geval zal worden voorzien in een andere aansluiting van de verbindingsweg op het wegennet. In hetgeen door de RDW is aangevoerd ziet de Afdeling geen aanknopingspunten aan het voorgaande te twijfelen. Dit betekent dat geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich op voorhand in redelijkheid op het standpunt had moeten stellen dat het plan niet uitvoerbaar is binnen de planperiode. Het betoog faalt.
5. De overige door de RDW aangevoerde beroepsgronden hebben betrekking op het bestemmingsplan "Lelystad - Larserknoop (reparatie)" en behoeven daarom in deze procedure geen bespreking.
6. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, voorzitter, en mr. J.W. van de Gronden en mr. F.D. van Heijningen, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.A. van Heusden, griffier.
w.g. Hoekstra w.g. Van Heusden
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 oktober 2015
647.