ECLI:NL:RVS:2015:3164

Raad van State

Datum uitspraak
14 oktober 2015
Publicatiedatum
14 oktober 2015
Zaaknummer
201502064/1/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen bouwvergunning voor wijziging magazijn in Weert

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 2 februari 2015, waarin het beroep tegen de verlening van een bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Weert ongegrond werd verklaard. De bouwvergunning, verleend op 15 oktober 2009, betreft de wijziging van een bestaand magazijn op een perceel in Weert. Het college had de bouwvergunning verleend na toetsing aan het bestemmingsplan "Binnenstad". In een later besluit van 11 maart 2014 verklaarde het college het bezwaar van [appellant] ongegrond, waarbij het de bouwvergunning in stand hield, omdat het bouwplan in overeenstemming was met het geldende bestemmingsplan "Binnenstad 2009".

Tijdens de zitting op 9 september 2015, waar [appellant] werd bijgestaan door zijn advocaat mr. E.H.C.K. Reijans, en het college vertegenwoordigd was door mr. P.A.P.J. Hecker, werd het hoger beroep behandeld. [appellant] betoogde dat de overwegingen van de rechtbank innerlijk tegenstrijdig waren, omdat de rechtbank had geoordeeld dat het bouwplan niet in strijd was met het planologische regime, terwijl in een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond was gesteld dat de verdiepingsvloer in strijd was met het planologische regime. De rechtbank had echter in haar uitspraak de relevante eerdere uitspraak betrokken, maar oordeelde dat de verdiepingsvloer in deze zaak niet in strijd was met het bestemmingsplan.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 oktober 2015.

Uitspraak

201502064/1/A1.
Datum uitspraak: 14 oktober 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Weert,
tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 2 februari 2015 in
zaak nr. 14/1309 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Weert.
Procesverloop
Bij besluit van 15 oktober 2009 heeft het college aan [belanghebbende] bouwvergunning verleend voor het wijzigen van het bestaande magazijn op het perceel [locatie] te Weert (hierna: het perceel).
Bij besluit van 11 maart 2014 heeft het college, voor zover van belang, het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 2 februari 2015 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 september 2015, waar [appellant], bijgestaan door mr. E.H.C.K. Reijans, advocaat te Echt, en het college, vertegenwoordigd door mr. P.A.P.J. Hecker, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
1. Het bouwplan voorziet onder meer in het aanbrengen van een verdiepingsvloer in het bestaande magazijn. Bij het besluit van 15 oktober 2009 heeft het college het bouwplan getoetst aan het bestemmingsplan "Binnenstad" en hiervoor bouwvergunning verleend. Bij het besluit van 11 maart 2014 heeft het college de bouwvergunning in stand gelaten met als motivering dat het bouwplan in overeenstemming is met het inmiddels geldende bestemmingsplan "Binnenstad 2009" dat op 7 mei 2010 in werking is getreden.
2. [appellant] betoogt dat de overwegingen van de rechtbank innerlijk tegenstrijdig zijn. Hij voert daartoe aan dat de rechtbank heeft geoordeeld dat het bouwplan niet in strijd is met het planologische regime, terwijl in de aangevallen uitspraak voorts is betrokken een uitspraak van 27 januari 2010 van de rechtbank Roermond (ECLI:NL:RBROE:2010:3701), waarin juist is overwogen dat de verdiepingsvloer in strijd is met het planologische regime.
2.1. Uit het door [appellant] aangevoerde, volgt niet dat de aangevallen uitspraak innerlijk tegenstrijdig is.
De rechtbank heeft overwogen dat het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan "Binnenstad 2009". De rechtbank heeft voorts genoemde uitspraak van 27 januari 2010 in haar uitspraak betrokken, omdat [appellant] ter zitting bij de rechtbank had gesteld dat in genoemde uitspraak is geoordeeld dat voor de verdiepingsvloer ten onrechte een vergunning was verleend. De rechtbank heeft die stelling niet gevolgd omdat de toen aan de orde zijnde verdiepingsvloer in strijd was met het destijds geldende bestemmingsplan "Binnenstad".
Het betoog faalt.
3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, griffier.
w.g. Hagen w.g. Soede
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 oktober 2015
270-761.