ECLI:NL:RVS:2015:3076
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing voorlopige voorziening in omgevingsrechtelijke zaak met betrekking tot bouwvergunning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 juli 2015. De rechtbank had in deze uitspraak een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. [verzoeker], wonend te Velden, gemeente Venlo, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in het kader van een bouwproject. De zitting vond plaats op 17 september 2015, waar de voorzieningenrechter, Staatsraad mr. S.F.M. Wortmann, de zaak behandelde.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de bouw van de vergunde uitbreiding van het leisurecentrum al in een vergevorderd stadium was. Het bouwwerk was inmiddels wind- en waterdicht, wat betekent dat de bouw al ver gevorderd was. De voorzieningenrechter overwoog dat er geen spoedeisend belang meer aanwezig was dat rechtvaardigde dat er een voorlopige voorziening werd getroffen in afwachting van de behandeling van het bodemgeschil. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door de voorzieningenrechter, bijgestaan door griffier mr. M. Duifhuizen. De uitspraak is openbaar en is gedaan in het kader van het bestuursrecht en omgevingsrecht.