ECLI:NL:RVS:2015:3076

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2015
Publicatiedatum
30 september 2015
Zaaknummer
201506753/2/A1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing voorlopige voorziening in omgevingsrechtelijke zaak met betrekking tot bouwvergunning

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 juli 2015. De rechtbank had in deze uitspraak een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. [verzoeker], wonend te Velden, gemeente Venlo, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in het kader van een bouwproject. De zitting vond plaats op 17 september 2015, waar de voorzieningenrechter, Staatsraad mr. S.F.M. Wortmann, de zaak behandelde.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de bouw van de vergunde uitbreiding van het leisurecentrum al in een vergevorderd stadium was. Het bouwwerk was inmiddels wind- en waterdicht, wat betekent dat de bouw al ver gevorderd was. De voorzieningenrechter overwoog dat er geen spoedeisend belang meer aanwezig was dat rechtvaardigde dat er een voorlopige voorziening werd getroffen in afwachting van de behandeling van het bodemgeschil. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door de voorzieningenrechter, bijgestaan door griffier mr. M. Duifhuizen. De uitspraak is openbaar en is gedaan in het kader van het bestuursrecht en omgevingsrecht.

Uitspraak

201506753/2/A1.
Datum uitspraak: 17 september 2015 AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van: [verzoeker], wonend te Velden, gemeente Venlo,
verzoeker, tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 17 juli 2015 in zaak nr. AWB 15/342 in het geding tussen: [verzoeker] en het college van burgemeester en wethouders van Venlo. Openbare zitting gehouden op 17 september 2015 om 10.45 uur. Tegenwoordig:
Staatsraad mr. S.F.M. Wortmann voorzieningenrechter
griffier: mr. M. Duifhuizen Verschenen:
[verzoeker], vertegenwoordigd door mr. R.A.M. Verkoijen, advocaat te Deurne;
Het college, vertegenwoordigd door mr. C.H.J.M. Michels, werkzaam bij de gemeente;
Taurus Velden B.V., vertegenwoordigd door mr. D.H. Nas, advocaat te Nijmegen. Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 17 juli 2015 van de rechtbank. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af. Daartoe overweegt hij dat het spoedeisend belang volgens het verzoekschrift is gelegen in de omstandigheid dat is gestart met de bouw van vergunde uitbreiding van het leisurecentrum. Ter zitting is gebleken dat de bouw in een vergevorderd stadium is en dat het bouwwerk inmiddels wind- en waterdicht is. Onder die omstandigheden ontbreekt een spoedeisend belang dat rechtvaardigt dat in afwachting van de behandeling van het bodemgeschil een voorziening wordt getroffen als verzocht. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. w.g. Wortmann w.g. Duifhuizen
voorzieningenrechter griffier 724.