ECLI:NL:RVS:2015:3007
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplannen voor Bedrijvenpark Laarakker Zuid
Op 14 september 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeken om voorlopige voorzieningen zijn ingediend door een appellant, wonend te Haps, tegen de besluiten van de raad van de gemeente Cuijk. Deze besluiten, genomen op 20 april 2015, betroffen de vaststelling van het bestemmingsplan "Bedrijvenpark Laarakker Zuid" en het bestemmingsplan "Geluidzone Bedrijvenpark Laarakker Zuid". De appellant heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten en verzocht om voorlopige voorzieningen om onomkeerbare gevolgen te voorkomen.
Tijdens de zitting op 4 september 2015 zijn de verzoeken behandeld. De appellant was vertegenwoordigd door mr. W. Krijger en ing. R.E.S.S. Vliex, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door mr. P.P.A. Bodden, A. Hozee en ir. K. Mensinga. De raad heeft toegelicht dat alle percelen van het bedrijvenpark nog in eigendom van de gemeente zijn en dat er nog geen kavels zijn verkocht of aanvragen voor omgevingsvergunningen zijn ingediend. De vertegenwoordiger van de gemeente heeft toegezegd dat de appellant geïnformeerd zal worden zodra er een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien er geen reden is om aan te nemen dat er binnen afzienbare tijd een aanvraag om een omgevingsvergunning zal worden ingediend. Daarom zijn de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 14 september 2015.