201500298/1/A1.
Datum uitspraak: 23 september 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op de hoger beroepen van:
1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], wonend te Bosch en Duin, gemeente Zeist,
2. het college van burgemeester en wethouders van Zeist,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 28 november 2014 in zaken nrs. 14/1381 en 14/4941 in het geding tussen:
[appellant sub 1A] en [appellant sub 1B]
en
het college van burgemeester en wethouders van Zeist.
Procesverloop
Bij besluit van 5 april 2013 heeft het college [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] gelast onder oplegging van een dwangsom de permanente bewoning van de recreatiewoning, [locatie1] te Bosch en Duin, binnen 6 maanden te staken en gestaakt te houden.
Bij besluit van 4 februari 2014 heeft het college het door [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 28 november 2014 heeft de rechtbank het door [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend en voorts voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld.
[appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] hebben een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 september 2015, waar [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], bijgestaan door mr. J.A.F. van Herwijnen, advocaat te Goordijk, België, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.S. Exler, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Overwegingen
Hoger beroep [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B]
1. Niet in geschil is dat het gebruik voor permanente bewoning van de recreatiewoning op het perceel in strijd is met de ingevolge het bestemmingsplan "Den Dolder Zuid- Bosch en Duin - Huis ter Heide Noord" (hierna: het bestemmingsplan) op het perceel rustende bestemming "Bos - Tuin". In geschil is of het gebruik op grond van het overgangsrecht mag worden voortgezet.
2. Ingevolge artikel 5.1 van de planregels zijn de voor "Bos - Tuin" aangewezen gronden - voor zover van belang - bestemd voor:
a. bos in gebruik als siertuin met behoud van het boskarakter;
b. paden en overige tuinverhardingen;
c. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden;
d. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen.
Ingevolge artikel 30.2, onder a, mag het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, worden voortgezet.
Ingevolge onderdeel d van dit artikel is het bepaalde onder a niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
2.1. Op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Den Dolder Zuid, Bosch en Duin, Huis ter Heide Noord", vastgesteld op 3 februari 1997, (hierna: bestemmingsplan 1997) had het perceel eveneens de bestemming "Bos -Tuin".
Ingevolge artikel 24, tweede lid, onder a, van de voorschriften van het bestemmingsplan 1997 mag het gebruik van gronden en opstallen dat plaatsvond op het moment van het van kracht worden van het plan en welk gebruik in strijd is met de aangegeven bestemming, worden voortgezet, behoudens indien dit gebruik in strijd is met hetgeen in of bij besluit als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b, is bepaald.
Ingevolge het derde lid, is het verboden indien het in lid 2 bedoelde strijdige gebruik gedurende een tijdvak van ten minste 2 jaar is gestaakt, dit strijdige gebruik te hervatten.
3. De rechtbank heeft in de bestreden uitspraak overwogen dat zij het aannemelijk acht dat [appellant sub 1A] ten tijde van de peildatum (medio maart 1997) ingeschreven was op [locatie1] en op die datum zijn hoofdverblijf had in de recreatiewoning. De rechtbank heeft [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] echter niet gevolgd in hun stelling dat zij de recreatiewoning vanaf de peildatum onafgebroken hebben bewoond.
4. In hoger beroep komen [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] op tegen het oordeel van de rechtbank dat de recreatiewoning vanaf de peildatum niet onafgebroken is bewoond. Zij komen niet op tegen het oordeel van de rechtbank over de bewoning op de peildatum. De Afdeling zal derhalve bij de behandeling van het hoger beroep van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] van dit oordeel uitgaan.
5. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] hebben stukken overgelegd ter staving van hun betoog dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij de recreatiewoning vanaf de peildatum onafgebroken permanent hebben bewoond. Zij stellen zich op het standpunt dat de gestelde onderbreking voor een korte periode - van ongeveer 4 maanden - er niet toe leidt dat het gebruik als niet onafgebroken is aan te merken.
5.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 23 februari 2011 in zaak nr. 201003050/1/H1), is het aan degene die zich op het overgangsrecht beroept, de feiten en omstandigheden, waarop dat berust, aannemelijk te maken.
5.2. Volgens de gegevens van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) is [appellant sub 1A] op 26 augustus 1992 ingeschreven op [locatie 2] te Bosch en Duin, op 26 april 1993 uitgeschreven naar Groot-Brittannië, op 12 mei 1995 ingeschreven op [locatie 2], op 15 juli 1997 uitgeschreven naar De Bilt, op 6 november 1997 ingeschreven op [locatie 2] en op 1 juni 1999 ingeschreven op [locatie1].
5.3. De rechtbank heeft vastgesteld dat uit de GBA-gegevens volgt dat [appellant sub 1A] op 15 juli 1997 is uitgeschreven naar De Bilt en overwogen dat [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] die uitschrijving niet gemotiveerd hebben betwist en geen stukken hebben overgelegd op grond waarvan de bewoning van de recreatiewoning in de periode van 15 juli 1997 tot en met 6 november 1997 aannemelijk is gemaakt, zodat zij de recreatiewoning vanaf de peildatum niet onafgebroken hebben bewoond.
5.4. De rechtbank heeft daarmee miskend dat uit artikel 24, derde lid, van de voorschriften van het bestemmingsplan 1997 volgt, dat strijdig gebruik, dat voor de periode van ongeveer 4 maanden (van 15 juli 1997 tot en met 6 november 1997) is gestaakt, kan worden hervat.
[appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] hebben terecht aangevoerd dat de enkele onderbreking van het gebruik voor de periode van ongeveer 4 maanden niet ertoe leidt dat het gebruik als niet onafgebroken is aan te merken.
5.5. Het hoger beroep van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] is gegrond. Dit kan echter, gelet op hetgeen hierna wordt overwogen over het incidenteel hoger beroep van het college, niet leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak.
Incidenteel hoger beroep van het college
6. Het college heeft incidenteel hoger beroep ingesteld onder de voorwaarde dat het hoger beroep van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] gegrond is. Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat [appellant sub 1A] op de peildatum zijn hoofdverblijf had in de recreatiewoning.
6.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 22 december 2010 in zaak nr. 201002053/1/H1), levert inschrijving in de GBA in het algemeen een vermoeden op dat de betrokkene zijn hoofdverblijf heeft op het adres waarop hij is ingeschreven. Gelet op de GBA-gegevens leveren de inschrijving van [appellant sub 1A] op 12 mei 1995 op [locatie 2] te Bosch en Duin en de uitschrijving op 15 juli 1997 naar De Bilt, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, het vermoeden op dat hij op de peildatum niet zijn hoofdverblijf had op het adres [locatie1] te Bosch en Duin. De stukken noch het verhandelde ter zitting bij de rechtbank en de Afdeling bieden aanknopingspunten voor weerlegging van dat vermoeden. Hierbij betrekt de Afdeling onder meer dat uit de weergave van het verhandelde ter zitting niet blijkt dat het college heeft verklaard dat niet is uit te sluiten dat [appellant sub 1A] op 12 mei 1995 en 6 november 1997 ten onrechte in de GBA op het adres [locatie 2] was ingeschreven in plaats van [locatie1]. Het college is terecht uitgegaan van de juistheid van de GBA-gegevens, nu het onwaarschijnlijk is dat meerdere keren een onjuiste inschrijving in de GBA zou zijn gedaan. Het had op de weg van [appellant sub 1A] gelegen om de inschrijving op haar juistheid te controleren. De door [appellant sub 1A] overgelegde stukken, zoals onder meer salarisstroken, die betrekking hebben op het moment van de peildatum, leiden niet tot de conclusie dat [appellant sub 1A] de recreatiewoning op dat moment permanent bewoonde. De enkele adressering van deze stukken op [locatie1] is daartoe niet voldoende. [appellant sub 1A] heeft derhalve niet aannemelijk gemaakt dat hij op de peildatum de recreatiewoning permanent bewoonde.
Het betoog slaagt.
Conclusie
7. Gelet op hetgeen in 6.1. is overwogen mag het gebruik van de recreatiewoning voor permanente bewoning niet op grond van het overgangsrecht worden voortgezet. Dit gebruik is derhalve in strijd met het bestemmingsplan, zodat het college bevoegd is daartegen handhavend op te treden.
De conclusie is dat zowel het hoger beroep van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] als het voorwaardelijk incidenteel beroep van het college gegrond zijn. Aangezien echter het dictum van de aangevallen uitspraak juist is, kan deze, met verbetering van de gronden, worden bevestigd.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] en het incidenteel hoger beroep van het college gegrond;
II. bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, griffier.
w.g. Borman w.g. Soede
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 september 2015
270-828.