ECLI:NL:RVS:2015:2963

Raad van State

Datum uitspraak
23 september 2015
Publicatiedatum
23 september 2015
Zaaknummer
201400622/3/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.S.J. Koeman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan en akoestische belasting bij Lopikerweg Oost 130

In deze zaak gaat het om het bestemmingsplan "Naast Lopikerweg Oost 130" dat op 26 november 2013 door de raad van de gemeente Lopik is vastgesteld. Appellanten, wonend te Lopikerkapel, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit. De Raad van State heeft de zaak behandeld op 22 september 2014, waarbij appellanten werden bijgestaan door mr. A.R. van Tilborg en de raad vertegenwoordigd was door J. Broeke. Tijdens de zitting is ook een vertegenwoordiger van een maatschap gehoord.

De Raad van State heeft in een tussenuitspraak van 21 januari 2015 het college opgedragen om binnen twintig weken de geconstateerde gebreken in het besluit van 26 november 2013 te herstellen. Het college heeft op 31 maart 2015 het bestemmingsplan opnieuw gewijzigd vastgesteld. Appellanten hebben geen zienswijze ingediend over de wijze waarop de gebreken zijn hersteld, wat door de Raad van State is geïnterpreteerd als geen bezwaar tegen het nieuwe besluit.

De Raad van State heeft overwogen dat het oorspronkelijke besluit van 26 november 2013 gegrond is, omdat het in strijd is met de Wet ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht. Het besluit van 31 maart 2015 is ongegrond verklaard, omdat appellanten geen bezwaren hebben ingediend. De Raad heeft de gemeente Lopik veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierecht aan de appellanten.

Uitspraak

201400622/3/R2.
Datum uitspraak: 23 september 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te Lopikerkapel, gemeente Lopik,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Lopik,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 26 november 2013 nr. 7 heeft de raad het bestemmingsplan "Naast Lopikerweg Oost 130" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 september 2014, waar [appellant], bijgestaan door mr. A.R. van Tilborg, en de raad, vertegenwoordigd door J. Broeke, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de [maatschap], vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. L.J. van Pelt, gehoord.
Bij tussenuitspraak van 21 januari 2015 in zaak nr. 201400622/1/R2 heeft de Afdeling het college opgedragen om binnen een termijn van twintig weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 26 november 2013 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij besluit van 31 maart 2015 heeft het college het bestemmingsplan "Naast Lopikerweg Oost 130" opnieuw gewijzigd vastgesteld.
[appellant] is in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de wijze waarop de gebreken zijn hersteld naar voren te brengen. Van deze gelegenheid heeft hij geen gebruik gemaakt.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de raad in het plan dient vast te leggen dat op het perceel naast Lopikerweg Oost 130 geen bedrijfswoning is toegestaan. Daarnaast dient de raad bij de verschillende mogelijke situeringen van de oprit de akoestische belasting van de woning Lopikerweg Oost 130 nader te onderzoeken en te bezien of het besluit in het licht van de uitkomsten van dit onderzoek in zoverre in stand kan blijven danwel een dusdanige situering van de oprit naar het perceel naast Lopikerweg Oost 130 in het plan vast te leggen dat de akoestische belasting van de woning Lopikerweg 130 aanvaardbaar is.
Het besluit van 26 november 2013
2. Gelet op rechtsoverweging 7 van de tussenuitspraak is het beroep tegen het besluit van 26 november 2013 gegrond. Dit besluit komt wegens strijd met artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht voor vernietiging in aanmerking.
Het besluit van 31 maart 2015
3. [appellant] heeft naar aanleiding van het besluit van 31 maart 2015 geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant] geen bezwaren heeft tegen het besluit van 31 maart 2015. Het van rechtswege ontstane beroep is ongegrond.
Proceskosten
4. De raad van de gemeente Lopik dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Lopik van 26 november 2013 nr. 7 gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Lopik van 26 november 2013 nr. 7;
III. verklaart het beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Lopik van 31 maart 2015 ongegrond;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Lopik tot vergoeding van bij [appellanten] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 980,00 (zegge: negenhonderdtachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
V. gelast dat de raad van de gemeente Lopik aan [appellanten] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro), vergoed, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.
Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R. van Baaren, griffier.
Koeman Van Baaren
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 september 2015
579.