201308323/5/R2.
Datum uitspraak: 12 augustus 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Eck en Wiel, gemeente Buren,
en
de raad van de gemeente Buren,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 25 juni 2013, kenmerk RV/13/00325, heeft de raad het bestemmingsplan "Kernen Buren" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [appellant] beroep ingesteld. De beroepen zijn geregistreerd onder zaak nr. 201308323/1/R2.
De Afdeling heeft de zaak samen met de zaak met nr. 201407752/1/R2 ter zitting behandeld op 2 december 2014, waar onder meer [appellant], bijgestaan door mr. M.M. Breukers, en de raad, vertegenwoordigd door G.J. van Rhijn BSc en W. Drost, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [belanghebbende], bijgestaan door mr. E.H.M. Harbers, advocaat te Nijmegen, gehoord.
Bij uitspraak, deels tussenuitspraak van 18 februari 2015 in de zaken met nrs. 201308323/1/R2 en 201407752/1/R2 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad inzake het beroep van [appellant] opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 25 juni 2013 te herstellen. Deze uitspraak is aangehecht.
Bij brief van 30 maart 2015 heeft de raad om verlenging van de termijn van 16 weken verzocht.
Bij beschikking van 21 april 2015, nr. 201308323/4/R2, heeft de Afdeling dit verzoek van de raad toegewezen. De termijn is verlengd tot en met 14 juli 2015.
Bij brief van 29 juni 2015 heeft de raad verzocht om verlenging van de tot en met 14 juli 2015 lopende termijn.
Bij brief van 2 juli 2015 is dit verzoek afgewezen.
Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft de Afdeling bepaald dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb, het gebrek te herstellen binnen de daartoe gestelde termijn. De Afdeling kan, op grond van deze bepaling, de termijn verlengen, zoals in dit geval is geschied. Deze hersteltermijn is ongebruikt verstreken, zodat niet aan de door de Afdeling in de tussenuitspraak gegeven opdracht is voldaan. Het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek in het besluit van 25 juni 2013 is derhalve niet hersteld.
2. Gezien overweging 20.4 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen [appellant] heeft aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het besluit van 25 juni 2013 wat betreft het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" en de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - paramedische praktijk, zwembad en trainingsruimte" betreffende het perceel Adam van Delenstraat 8 te Eck en Wiel, niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en ontoereikend is gemotiveerd.
3. Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit wat betreft dit plandeel wegens strijd met artikel 3:2 onderscheidenlijk 3:46 van de Awb dient te worden vernietigd.
4. De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb, de raad op te dragen om binnen twaalf weken na de verzending van deze uitspraak en met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen een nieuw besluit te nemen. Bij de voorbereiding van het nieuwe besluit behoeft geen toepassing te worden gegeven aan afdeling 3.4 van de Awb.
5. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten van [appellant] te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Buren van 25 juni 2013, kenmerk RV/13/00325, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kernen Buren", voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" en de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - paramedische praktijk, zwembad en trainingsruimte" betreffende het perceel Adam van Delenstraat 8 te Eck en Wiel;
III. draagt de raad van de gemeente Buren op om binnen twaalf weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Buren tot vergoeding van de bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 980,00 (zegge: negenhonderdtachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Buren aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. B.J. van Ettekoven, voorzitter, en mr. J.A. Hagen en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.J.M. Schoonbrood, griffier.
w.g. Van Ettekoven w.g. Schoonbrood
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 12 augustus 2015
694.