201504267/3/R6.
Datum uitspraak: 22 juli 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Klarenbeek, gemeente Apeldoorn,
appellant,
en
de minister van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 30 maart 2015 heeft de minister het "Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 6:13 van de Awb kan geen beroep bij de bestuursrechter worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren heeft gebracht.
2. [appellant] heeft geen zienswijzen over het ontwerp-tracébesluit naar voren gebracht. De Afdeling ziet geen aanleiding voor het oordeel dat dat het niet naar voren brengen van een zienswijze [appellant] niet kan worden verweten.
3. Geen rechtvaardiging is gelegen in de door [appellant] gestelde omstandigheid dat hij niet persoonlijk van de ter inzagelegging op de hoogte is gesteld en dat hij het Stadsblad nooit ontvangt.
4. Ingevolge artikel 3:12, eerste lid, van de Awb geeft het bestuursorgaan voorafgaand aan de terinzagelegging in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis van het ontwerp. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.
Ingevolge het tweede lid wordt de kennisgeving, indien het een besluit van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan betreft, in ieder geval in de Staatscourant geplaatst, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
Ingevolge artikel 3:13, eerste lid, zendt het bestuursorgaan, indien het besluit tot een of meer belanghebbenden zal zijn gericht, voorafgaand aan de terinzagelegging het ontwerp toe aan hen, onder wie begrepen de aanvrager.
5. De minister heeft voorafgaand aan de terinzagelegging in de Staatscourant, nr. 16806, 18 juni 2014, kennis gegeven van het ontwerp-tracébesluit. De minister heeft voorts kennisgevingen geplaatst in het Apeldoorns Stadsblad en De Stentor. Daarmee is voldaan aan artikel 3:12, tweede lid, van de Awb. Dat [appellant], zoals hij stelt, het Apeldoorns Stadsblad niet ontving, doet daaraan niet af. Voorts bestond er geen verplichting [appellant] persoonlijk van het ontwerp in kennis te stellen. Ingevolge artikel 3:13, eerste lid, van de Awb dient het ontwerp toegezonden te worden aan belanghebbenden aan wie het besluit gericht is. Het besluit is echter niet aan [appellant] gericht.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. Th. C. van Sloten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.K. van Leening, griffier.
w.g. Van Sloten w.g. Van Leening
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 juli 2015
Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij de Afdeling (artikel 8:55 van de Awb).
- Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.
- In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
- Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.
513.