201409367/1/R2.
Datum uitspraak: 5 augustus 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vlijsto Vastgoed B.V. (hierna: Vlijsto), gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mondia Investments B.V. (hierna: Mondia), gevestigd te Zeist,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Buiten-Mere Properties B.V. (hierna: Buiten-Mere), gevestigd te
's-Gravenhage,
4. de commanditaire vennootschap Het Verzet van Almere C.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Retail Park Almere B.V., beide gevestigd te Houten,
appellanten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Almere,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 oktober 2014 heeft het college het uitwerkingsplan "Almere Poort - Olympiakwartier, 1e fase" (hierna: het uitwerkingsplan) vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben Het Verzet van Almere C.V. en Retail Park Almere B.V. een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Vlijsto, Buiten-Mere en Het Verzet van Almere C.V. en Retail Park Almere B.V. hebben nadere stukken ingestuurd.
Bij besluit van 10 juni 2015 heeft het college het besluit van 21 oktober 2014 tot vaststelling van het uitwerkingsplan ingetrokken.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld een zienswijze over het besluit van 10 juni 2015 naar voren te brengen. Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere hebben hiervan gebruik gemaakt. Het college is in de gelegenheid gesteld om op voormelde zienswijzen te reageren.
Met toestemming van partijen is afgezien van behandeling van de zaak ter zitting. De Afdeling heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. Het uitwerkingsplan dat onder meer voorziet in de ontwikkeling van een retailpark is door het college bij besluit van 10 juni 2015 ingetrokken. Uit de stukken blijkt dat bij het college twijfel is ontstaan omtrent de uitvoerbaarheid van het plan. Mede naar aanleiding van gesprekken tussen de initiatiefnemers Het Verzet van Almere C.V. en Retail Park Almere B.V. en de gemeente Almere is besloten het uitwerkingsplan in te trekken.
2. Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft het bezwaar of beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.
2.1. Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere hebben ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Awb geen beroep van rechtswege tegen het besluit van 10 juni 2015. Zij hebben onvoldoende belang bij dit besluit, nu dit besluit tot gevolg heeft dat het besluit van 21 oktober 2014 tot vaststelling van het uitwerkingsplan, waartegen zij bezwaren hebben, wordt ingetrokken.
2.2. Het Verzet van Almere C.V. en Retail Park Almere B.V. hebben naar aanleiding van het besluit van 10 juni 2015 geen zienswijze naar voren gebracht. De Afdeling leidt hieruit af dat zij geen bezwaren hebben tegen het besluit van 10 juni 2015. Gelet hierop is het van rechtswege ontstane beroep van Het Verzet van Almere C.V. en Retail Park Almere B.V. tegen het besluit van 10 juni 2015 ongegrond.
3. Ten aanzien van de beroepen van Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere tegen het besluit van 21 oktober 2014 tot vaststelling van het uitwerkingsplan, overweegt de Afdeling het volgende. Nu het college bij besluit van 10 juni 2015 het besluit van 21 oktober 2014 tot vaststelling van het uitwerkingsplan heeft ingetrokken en het besluit van 10 juni 2015 gelet op het hiervoor onder 2.2 overwogene in stand blijft, hebben Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroepen tegen het besluit van 21 oktober 2014. Een dergelijk belang is door hen ook niet gesteld.
Gelet op het voorgaande zijn de beroepen van Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere tegen het besluit van 21 oktober 2014 niet-ontvankelijk.
Proceskosten
4. Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere hebben beroep ingesteld om te bewerkstelligen dat een retailpark in Almere Poort planologisch niet mogelijk wordt gemaakt. De Afdeling overweegt dat nu als gevolg van het besluit van 10 juni 2015 geen planologische grondslag meer bestaat voor de ontwikkeling van een retailpark, het college aan de beroepen van Vlijsto, Mondia en Buiten-Mere is tegemoetgekomen. Gelet hierop dient het college op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Voor zover Vlijsto in haar zienswijze van 15 juni 2015 verzoekt om vergoeding van de werkelijk door haar gemaakte proceskosten, overweegt de Afdeling het volgende. Het in de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Besluit) neergelegde vergoedingsstelsel, waaraan in de aangevallen uitspraak toepassing is gegeven, heeft een forfaitair karakter. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen, kan op grond van artikel 2, derde lid, van het Besluit van dit forfaitaire stelsel worden afgeweken. Blijkens de nota van toelichting bij deze bepaling (Stb. 1993, 763) moet het daarbij gaan om uitzonderlijke gevallen, waarin strikte toepassing van dit forfaitaire stelsel onrechtvaardig uitpakt. Het door Vlijsto gestelde feit dat zij onnodig in de positie is gebracht beroep in te stellen tegen het uitwerkingsplan nu de intrekking is gebaseerd op marktomstandigheden waarvan het college ten tijde van het nemen van het bestreden besluit op de hoogte had kunnen zijn, is geen grond voor het oordeel dat zich in dit geval een dergelijk uitzonderlijk geval voordoet.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vlijsto Vastgoed B.V., de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mondia Investments B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Buiten-Mere Properties B.V. tegen het besluit van 21 oktober 2014 tot vaststelling van het uitwerkingsplan "Almere Poort - Olympiakwartier, 1e fase" niet-ontvankelijk;
II. verklaart het beroep van Het Verzet van Almere C.V. en Retail Park Almere B.V. tegen het besluit van 10 juni 2015 tot intrekking van het besluit van 21 oktober 2014 ongegrond;
III. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Almere tot vergoeding van:
a. bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vlijsto Vastgoed B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 490,00 (zegge: vierhonderdnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
b. bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mondia Investments B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 490,00 (zegge: vierhonderdnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
c. bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Buiten-Mere Properties B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 490,00 (zegge: vierhonderdnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Almere aan de hierna vermelde partijen het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht vergoedt, ten bedrage van:
a. € 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vlijsto Vastgoed B.V.;
b. € 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mondia Investments B.V.;
c. € 328,00 (zegge: driehonderdachtentwintig euro) voor de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Buiten-Mere Properties B.V..
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. R. Uylenburg en mr. R.J.J.M. Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Westland, griffier.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Westland
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2015
772.